Concurrentiebeding: gevaarlijk terrein?

De doelen van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) zijn vereenvoudiging van het ontslagrecht en meer werknemers met een vast contract. Er is echter veel kritiek op de WWZ. Zo zouden werkgevers hun werknemers minder snel een vast contract aanbieden en is het ontslagrecht allesbehalve vereenvoudigd. Ook ten aanzien van het concurrentiebeding heeft de invoering van de WWZ wijzigingen met zich meegebracht en is het een stuk lastiger om een rechtsgeldig concurrentiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

Datum:  21 november 2016

Geschreven door:  Annemarie van Woudenberg

Leestijd:  +/- 2 minuten

De doelen van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) zijn vereenvoudiging van het ontslagrecht en meer werknemers met een vast contract. Er is echter veel kritiek op de WWZ. Zo zouden werkgevers hun werknemers minder snel een vast contract aanbieden en is het ontslagrecht allesbehalve vereenvoudigd. Ook ten aanzien van het concurrentiebeding heeft de invoering van de WWZ wijzigingen met zich meegebracht en is het een stuk lastiger om een rechtsgeldig concurrentiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Een dergelijk beding is in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd alleen nog toegestaan als dit noodzakelijk is wegens het bestaan van ‘zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelangen’. Deze belangen moeten uitdrukkelijk worden gemotiveerd in de arbeidsovereenkomst en daarnaast moet de werkgever kunnen aantonen dat de werknemer daadwerkelijk beschikt over concurrentiegevoelige informatie.

Tot nu toe is gebleken dat rechters streng oordelen. In de meeste gevallen wordt het concurrentiebeding vernietigd wegens gebrek aan een volledige en specifieke motivering van de noodzaak van dat beding. Recent zijn er twee uitspraken gewezen waarin het concurrentiebeding wel stand hield.

In de eerste zaak ging het om een zwembadmonteur, waarmee een concurrentiebeding voor de duur van twee jaar was overeengekomen. In de tweede zaak wilde een werknemer in de pakketshopbranche overstappen naar een concurrent. In beide zaken hadden de werkgevers het concurrentiebeding uitvoerig en specifiek gemotiveerd. Duidelijk was in ieder geval gemaakt dat de werknemers beschikten over concurrentiegevoelige informatie:

  1. ze hadden ruime kennis van interne financiële en/of commerciële gegevens (deze gegevens waren gespecificeerd);
  2. deze kennis is bepalend voor het succes van de onderneming, en;
  3. als directe concurrenten deze kennis verkrijgen, zou dat grote schade kunnen brengen aan de onderneming.

De rechter beperkte in beide gevallen wel de duur van het beding. Volgens de rechter was het, gezien de vrij korte duur van de arbeidsovereenkomsten en de wederzijdse belangen van partijen, onredelijk het concurrentiebeding voor de overeengekomen duur te handhaven.

Met deze eerste WWZ-uitspraken waarin het concurrentiebeding in arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd de toets doorstaat, blijkt dat het opstellen daarvan maatwerk is. De zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelangen moeten immers aan de hand van die motivering kunnen worden vastgesteld. Dat betekent dat een werkgever de te beschermen belangen zeer concreet moet beschrijven en een duidelijk verband moet leggen tussen die belangen enerzijds en de kennis/kunde van de betreffende werknemer anderzijds. Als dat juist en volledig wordt gedaan en een redelijke termijn wordt gehanteerd, dan kan het concurrentiebeding in stand worden gelaten door de rechter.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.