Creatief omgaan met uw bouwaanvraag

Soms biedt een bestemmingsplan u nét niet genoeg mogelijkheden om uw gewenste bouwplan te kunnen realiseren. Creatief omgaan met uw aanvraag kan u dan mogelijk uitkomst bieden. In dit artikel leest u hoe u in uw bouwaanvraag maximaal gebruik kunt maken van uw bouwmogelijkheden. Uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 februari 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:699) blijkt dat het zeer goed mogelijk is om creatief met uw bouwaanvraag om te gaan en grenzen op te rekken. De vereisten daarvoor zet de Afdeling in deze uitspraak mooi naast elkaar.

Datum:  28 februari 2018

Leestijd:  +/- 2 minuten

Een bestemmingsplan is bepalend voor de bouw- en gebruiksmogelijkheden die u heeft. Maar veelal komt het voor dat het door u gewenste bouwplan (net) niet past in die mogelijkheden.

Uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 februari 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:699) blijkt dat het zeer goed mogelijk is om creatief met uw bouwaanvraag om te gaan en grenzen op te rekken. De vereisten daarvoor zet de Afdeling in deze uitspraak mooi naast elkaar.

De casus

De uitspraak gaat over de bouw van een woning met een bijgebouw in Velddriel. Het bouwplan past niet geheel in het bestemmingsplan. De aanvrager meent echter dat het gedeelte dat niet in het bestemmingsplan past vergunningvrij is.

Hij heeft een aanvraag voor zijn bouwplan ingediend, waarbij op de bijgevoegde bouwtekening duidelijk werd aangegeven welke delen van het bouwplan naar zijn oordeel vergunningvrij waren. Er hoefde naar zijn oordeel geen afwijking van het bestemmingsplan te worden vergund, omdat het wel vergunningplichtige gedeelte volledig past binnen de in het bestemmingsplan opgenomen mogelijkheden.

‘Krijtstreepmethode’ is toegestaan en biedt extra mogelijkheden

 De Afdeling begint in deze uitspraak met de overweging dat als een aanvrager om omgevingsvergunning delen van een bouwplan buiten de aanvraag wil laten, omdat deze volgens hem vergunningvrij kunnen worden gebouwd, hij dat primair kan doen door deze delen niet in een aanvraag op te nemen. Dan worden die delen ook niet in de beoordeling betrokken.

Als een aanvrager er echter voor kiest om ook (naar zijn oordeel) vergunningvrije onderdelen in de aanvraag op te nemen moet uit de aanvraag om omgevingsvergunning onmiskenbaar blijken voor welke onderdelen van het bouwplan wel en waarvoor geen omgevingsvergunning wordt aangevraagd en wat de oppervlakte is van het bouwplan waarvoor vergunning wordt gevraagd. Het is aan de aanvrager om dat onderscheid te maken.

Als het oordeel vervolgens is dat de opgenomen vergunningvrije delen inderdaad vergunningvrij zijn, is geen afwijking van het bestemmingsplan nodig. Als dan ook aan overige toetsingscriteria (Bouwbesluit 2012, de bouwverordening en welstand), voor zover het de vergunningplichtige delen betreft, wordt voldaan kan een aanvraag niet worden geweigerd en moet een vergunning worden verleend.

In deze zaak heeft de aanvrager naar het oordeel van de Afdeling – die daarmee overigens afwijkt van het eerdere oordeel van de rechtbank – voldoende duidelijk aangegeven welke onderdelen volgens hem vergunningvrij kunnen worden gerealiseerd en zijn beoogd buiten de aanvraag te laten. De op de bouwtekening opgenomen arcering is voldoende nauwkeurig en is niet voor meerdere uitleg vatbaar.

Eis: bouwplan moet wel functioneel en bouwkundig te splitsen zijn

De Afdeling merkt vervolgens op dat er wel een vereiste geldt voor het kunnen toepassen van de ‘krijtstreepmethode’. Het is namelijk vaste jurisprudentie (onder meer ECLI:NL:RVS:2017:1770) dat splitsing van een bouwplan dat uit verschillende onderdelen bestaat in beginsel niet mogelijk is. Een bouwplan kan alleen worden gesplitst indien het bestaat uit onderdelen die in functioneel en bouwkundig opzicht van elkaar kunnen worden onderscheiden.

En daar voldeed het bouwplan van de aanvrager niet aan. Op de bouwtekening liep de grens tussen het als vergunningplichtig aangeduide hoofdgebouw en de door arcering als vergunningvrij aangeduide aanbouw namelijk dwars door de ruimte heen die op de bouwtekening als keuken is aangeduid. Blijkens de bouwtekening vormt de keuken echter één ruimte, die niet op enige wijze functioneel en bouwkundig is te onderscheiden in twee afzonderlijke onderdelen. De keuken kan volgens de Afdeling dan ook niet functioneel en bouwkundig worden onderscheiden in twee afzonderlijke onderdelen. Daardoor moet de keuken in zijn geheel worden meegenomen in de beoordeling.

Daarmee is er volgens de Afdeling sprake van een aanvraag die in strijd is met de bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan en is een vergunning om af te wijken van het bestemmingsplan vereist. Of er bereidheid bestaat tot het afwijken van het bestemmingsplan is vervolgens aan het college.

Conclusie

De les die uit deze uitspraak kan worden getrokken is dat creatief kan worden omgegaan met het indienen van een bouwaanvraag om te blijven binnen de bouwmogelijkheden van een bestemmingsplan. Er kan namelijk al bij de aanvraag gebruik gemaakt worden van vergunningvrije mogelijkheden. De eis die daarbij geldt is dat het wel altijd moet gaan om onderdelen die bouwkundig en functioneel van elkaar te onderscheiden zijn.

Het college heeft in deze procedure de geconstateerde afwijking overigens aanvaardbaar geoordeeld en de gevraagde vergunning verleend. De Afdeling heeft die vergunning ook in stand gelaten.

Quickscan bestemmingsplan

Wilt u zelf duidelijkheid of uw bouwplan past binnen het bestemmingsplan? Voor een vaste prijs onderzoeken onze specialisten de mogelijkheden. Klik hier voor meer informatie over onze Quickscan bestemmingsplan.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.