Fusion: is een franchisegever verplicht omzetprognoses te verstrekken aan een franchisenemer?

Het kort(st)e antwoord luidt: nee. Een algemene verplichting tot het kenbaar maken van omzetprognoses is er niet. Maar áls een franchisegever omzetprognoses verstrekt, dan moeten deze wel kloppen! Dat bevestigde de Hoge Raad recent nog in een zaak tussen een franchisegever en een franchisenemer. Wat was er aan de hand?

Datum:  27 augustus 2019

Geschreven door:  Emile Sahhar

Leestijd:  +/- 2 minuten

Het kort(st)e antwoord luidt: nee. Een algemene verplichting tot het kenbaar maken van omzetprognoses is er niet. Maar áls een franchisegever omzetprognoses verstrekt, dan moeten deze wel kloppen! Dat bevestigde de Hoge Raad recent nog in een zaak tussen een franchisegever en een franchisenemer. Wat was er aan de hand?

Voordat een franchiseovereenkomst wordt aangegaan, willen zowel de (aspirant-)franchisegever als de (aspirant-)franchisenemer weten wat zij kunnen verwachten. In dat verband worden door de franchisegever nogal eens omzet– en/of winstprognoses opgesteld. Veelal worden deze gedeeld met de franchisenemer. Zo ook in deze zaak, waarin de exploitant van een C-1000 supermarkt overwoog zijn supermarkt verder te laten varen onder de vlag van Albert Heijn. In de onderhandelingen heeft Albert Heijn aan de exploitant een weekomzetprognose kenbaar gemaakt van circa EUR 300.000,00. Korte tijd later gaat men een franchiseovereenkomst aan. In de eerste twee jaar valt de omzet fors tegen. De exploitant start een procedure tegen Albert Heijn. Zijn punt is dat Albert Heijn een initiële omzetprognose had achtergehouden. Daarin was een beduidend lagere weekomzet geprognotiseerd van circa EUR 250.000,00. De exploitant vond dat ook deze initiële prognose met hem had moeten worden gedeeld. Hij stelt dat Albert Heijn beschikte over informatie, op basis waarvan zij de latere (hogere) prognose diende te betwijfelen. Hij vordert een verklaring voor recht dat hij heeft gedwaald bij het aangaan van de franchiseovereenkomst.

Hoewel de rechtbank de vorderingen van de exploitant toewees, vangt hij uiteindelijk bot bij het gerechtshof en de Hoge Raad. Zij oordelen dat er voor een franchisegever in algemene zin geen verplichting bestaat om in de precontractuele fase een omzetprognose te verstrekken aan een franchisenemer. Bovendien was de initiële prognose nog niet nauwkeurig genoeg om de latere (hogere) prognose te moeten betwijfelen. Dit oordeel past in de lijn die de Hoge Raad al in 2002 heeft ingezet.

Een algemene verplichting tot het kenbaar maken van omzetprognoses voorafgaand aan een franchiseovereenkomst is er dus niet. Maar áls een franchisegever besluit omzetprognoses te verstrekken, is het dus zaak hier zorgvuldig mee om te springen. Gebeurt dat niet en bevatten de omzetprognoses fouten, dan brengt dat mogelijk aansprakelijkheid van de franchisegever met zich. Daarover oordeelde de Hoge Raad twee jaar geleden al dat een onderscheid moet worden gemaakt in door de franchisegever opgestelde omzetprognoses enerzijds en omzetprognoses die zijn opgesteld door een door de franchisegever ingeschakelde derde partij anderzijds. Kort gezegd komt het erop neer dat de franchisegever eerder aansprakelijk is als hij een omzetprognose verstrekt die door hemzelf, of door iemand voor wie hij aansprakelijk is, is opgesteld. Bij een door een derde opgestelde onjuiste omzetprognose geldt namelijk dat de franchisegever pas aansprakelijk is indien hij op de hoogte was van de onjuistheid daarvan.
[campagnes]


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.