Hoge drempels voor branchering in een bestemmingsplan

De uitspraak van het Hof van Justitie over de Europese Dienstenrichtlijn (ECLI:EU:C:2018:44) heeft blijkens de vervolguitspraak van de Raad van State in de zaak Appingedam van vandaag ingrijpende consequenties.

Datum:  20 juni 2018

Geschreven door:  David Nas

Leestijd:  +/- 2 minuten

De uitspraak van het Hof van Justitie over de Europese Dienstenrichtlijn (ECLI:EU:C:2018:44) heeft blijkens de vervolguitspraak van de Raad van State in de zaak Appingedam van vandaag ingrijpende consequenties.

De casus

Een vastgoedeigenaar op het Woonplein in Appingedam wil ook een winkel kunnen verhuren aan een schoenenzaak (Bristol), maar stuit op het bestemmingplan dat brancheringsregels kent en alleen detailhandel in omvangrijke artikelen toestaat, zoals meubelen, keukens en bouwmaterialen. De vastgoedeigenaar vindt dat de brancheringsregels in strijd met de Europese Dienstenrichtlijn zijn en de gemeente vindt de brancheringsregeling noodzakelijk om de leefbaarheid van het stadscentrum te behouden en leegstand te voorkomen.

Uitspraak Hof van Justitie

Naar aanleiding van door de Raad van State gestelde prejudiciële vragen bevestigde het Hof van Justitie in het arrest van 30 januari 2018 dat (1) detailhandel in goederen onder de Europese Dienstenrichtlijn valt, (2) het streven naar behoud van de leefbaarheid van een stadscentrum en het voorkomen van leegstand in binnenstedelijk gebied, alles in het belang van een goede ruimtelijke ordening, een dwingende reden van algemeen belang vormt die een brancheringsregeling kan rechtvaardigen en (3) die brancheringsregeling dan wel aan de eisen van artikel 15, lid 3 van de Dienstenrichtlijn moet voldoen.

Toetsing aan criteria van artikel 15 lid 3 Dienstenrichtlijn

Die eisen houden in dat de regeling (1) niet mag discrimineren, (2) noodzakelijk moet zijn ter verwezenlijking van het doel en (3) de evenredigheidstoets moet doorstaan.

De discriminatietoets is in deze zaak niet aan de orde en de noodzakelijkheidstoets wordt eenvoudig doorstaan. De Advocaat-Generaal had daarvoor in zijn conclusie die aan het arrest van het Hof van Justitie voorafging al een duidelijke vingerwijzing gegeven. De verhoudingsgewijs hoge leegstand, alsmede de wens om een leefbaar stadscentrum, afgestemd op de behoefte en het koopgedrag van de consument te behouden, vormen een dwingende reden van algemeen belang die branchering in winkelgebieden elders buiten het centrum rechtvaardigt als noodzakelijk voor de bescherming van het stedelijk milieu.

Op de evenredigheidstoets gaat het echter mis. De Raad van State begint met een analyse van de eisen die moeten worden gesteld aan de beoordeling in het kader van de evenredigheidstoets. De vraag daarbij is of de brancheringsregeling geschikt is om het nagestreefde doel te bereiken en ook niet verder gaat dan nodig is om het doel te bereiken. Om te bepalen hoe de Raad van State op dit criterium toetst, wordt de nodige jurisprudentie van het Hof van Justitie aangehaald. Met als uitkomst dat het aan de gemeente is om de stellingen over de geschiktheid van de brancheringsregeling om het nagestreefde doel te bereiken met een specifiek daarop gericht onderzoek te onderbouwen. De gemeente had zich enkel op algemene ervaringsregels beroepen, zoals de ervaringsregel dat wanneer detailhandel zich buiten het centrum mag vestigen – waar de huren lager zijn en de parkeermogelijkheden ruimer – dat een zichzelf versterkend effect heeft en een steeds groter wordende aantrekkingskracht op winkels uit het centrum heeft, waardoor aldaar de leegstand toeneemt. Zo'n algemene ervaringsregel is niet voldoende, maar vormt juist de stelling die voor het specifieke geval moet worden onderbouwd met onderzoeksgegevens.

De Raad van State geeft wel wat vingerwijzingen voor het onderzoek dat de gemeente nu moet instellen. Onderzoek naar de effectiviteit van ruimtelijk detailhandelsbeleid op landelijk, provinciaal of lokaal niveau en gegevens ontleend aan koopstromenonderzoek, voor zover toepasbaar op de specifieke situatie in Appingedam, kunnen in ogenschouw worden genomen. Ook zijn mogelijk onderzoeksgegevens beschikbaar van de effecten van branchering in de regio of regio's vergelijkbaar met de regio waarin Appingedam is gelegen.

De gemeente krijgt een half jaar om het onderzoek alsnog uit te voeren en aan te tonen dat haar brancheringsregels evenredig zijn.

Slotopmerking

Een beetje ruimte geeft de Raad van State de gemeente nog wel. De uitkomst van het onderzoek zal niet ‘vol’ worden getoetst, maar marginaal. De Raad van State geeft immers aan te willen beoordelen "of de raad redelijkerwijs heeft kunnen concluderen dat de in het plan opgenomen brancheringsregeling geschikt is om de leefbaarheid van het stadscentrum te behouden en verdere leegstand in het binnenstedelijk gebied van Appingedam te voorkomen." De woorden "redelijkerwijs heeft kunnen concluderen" geven de gemeente die ruimte. Dat neemt niet weg dat de onderzoekslast niet gering is en bij de gemeente ligt. Wordt vervolgd…

Quickscan bestemmingsplan

Wilt u zelf duidelijkheid of uw bouwplan past binnen het bestemmingsplan? Voor een vaste prijs onderzoeken onze specialisten de mogelijkheden. Klik hier voor meer informatie over onze Quickscan bestemmingsplan.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.