Maatregelen tegen WW-fraude: vermeld de ontslagreden in de loonaangifte

Met alle aandacht voor de Wet Arbeidsmarkt in Balans die per 1 januari 2020 in werking trad, zijn andere belangrijke wijzigingen binnen het arbeidsrecht wellicht een beetje ondergesneeuwd geraakt. Zo ook het feit dat werkgevers sinds 1 januari 2020 de reden voor beëindiging van het dienstverband in de loonaangifte moeten vermelden.

Datum:  25 februari 2020

Geschreven door:  Antoinette Niebeek

Leestijd:  +/- 2 minuten

Met alle aandacht voor de Wet Arbeidsmarkt in Balans die per 1 januari 2020 in werking trad, zijn andere belangrijke wijzigingen binnen het arbeidsrecht wellicht een beetje ondergesneeuwd geraakt. Zo ook het feit dat werkgevers sinds 1 januari 2020 de reden voor beëindiging van het dienstverband in de loonaangifte moeten vermelden.

Die wijziging maakt onderdeel uit van een pakket maatregelen dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met het UWV heeft opgesteld om fraude met WW-uitkeringen te voorkomen.

Verwijtbaar werkloos?

Heeft een werkgever een werknemer op staande voet ontslagen, dan kan hij strikt genomen geen aanspraak maken op een WW-uitkering. In zo’n situatie komt het echter vaak voor dat partijen later alsnog een einde met wederzijds goedvinden afspreken, om zo allerlei gerechtelijke procedures te voorkomen. Met de vaststellingsovereenkomst die dan wordt gesloten kan de werknemer alsnog aankloppen bij het UWV om een WW-uitkering aan te vragen. Tot nu toe toetste het UWV zeer beperkt bij de werknemer of sprake was van verwijtbare werkloosheid. Meestal lukte het de werknemer daarom wel om - ondanks de aanwezigheid van een dringende reden - toch aanspraak te maken op een WW-uitkering.

Dat wordt wellicht anders. Sinds 1 januari 2020 moet de werkgever namelijk ook iets over verklaren over de wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst en wel in de loonaangifte.

Juiste codes gebruiken

Per 1 januari 2020 zijn de codes in de aangifte loonheffingen gewijzigd. Zo moet de werkgever nu een keuze maken tussen (o.a.):

‘04: Beëindiging arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden op initiatief van de werkgever.’

21: Opzegging door werkgever om dringende reden (ontslag op staande voet).’

Als de daadwerkelijke reden voor de beëindiging is gelegen in een dringende reden moet strikt genomen dus code 21 worden gebruikt. De informatie uit de loonaangifte ontvangt het UWV dan overigens pas nadat de WW-uitkering is toegekend maar biedt de instanties wel een aanvullende controlemogelijkheid.

Blijkt dat de werknemer onterecht een WW-uitkering heeft ontvangen, dan moet hij het gehele bedrag terugbetalen onder eventuele vermeerdering van een boete. Als blijkt dat de werkgever een onjuiste code heeft gebruikt in de loonaangifte riskeert ook hij een boete van de Belastingdienst.

Het risico bestaat ook dat de Belastingdienst uitgebreider onderzoek gaat doen binnen de organisatie.

Oppassen geblazen

Bij het meewerken aan een beëindiging met wederzijds goedvinden is het altijd van belang de werknemer erop te wijzen dat de werkgever hem geen aanspraak kan garanderen op een WW-uitkering. Het UWV past immers een eigen toets toe.

Dit lijkt na 1 januari 2020 nog meer van belang. De werkgever moet nu zelf immers ook iets actief verklaren over de wijze van beëindiging, wat ertoe kan leiden dat de eventueel toegekende WW-uitkering van de werknemer achteraf wordt teruggedraaid.

Daar komt bij dat de minister ook heeft aangekondigd dat medewerkers van het UWV vanaf 1 januari 2020 aanvragen met een verhoogd risico op verwijtbare werkloosheid nader gaan onderzoeken. Dat zullen zij gaan doen door aanvullende informatie bij de werknemer op te vragen over de reden van werkloosheid. Ook dat is één van de maatregelen in het kader van het voorkomen van WW-fraude.

Om te voorkomen dat de werkgever medeplichtig wordt aan uitkeringsfraude lijkt het dus in ieder geval raadzaam om de juiste code voor de juiste omstandigheid bij ontslag te gebruiken. Bij een daadwerkelijke dringende reden moet in dat kader dan ‘code 04’ worden gebruikt. Bij een zogenoemd ‘strategisch ontslag op staande voet’ is dat wat mij betreft wellicht anders. Daarbij is het de vraag of de werkgever het ontslag op staande voet droog had gehouden bij de rechter en of de werknemer daadwerkelijk verwijtbaar werkloos is. Die situatie is wellicht eerder een ‘code 21’. Hier ontstaat dus een grijs gebied.

Hoe dan ook: het is voortaan (nog meer) oppassen geblazen bij het sluiten van vaststellingsovereenkomsten na een ontslag op staande voet! Wij helpen u er uiteraard graag bij.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.