Opstellen van een pandakte: het blijft zaak dit zorgvuldig te doen.

In een recente uitspraak van de Hoge Raad inzake Holding/Heijmans Infra is bepaald dat een niet op de pandlijst opgenomen vordering onvoldoende bepaald is en daardoor niet verpand. Het blijft dus zaak om bij het opstellen van een pandakte steeds goed naar de formulering te kijken en ervoor te zorgen dat deze zo ruim mogelijk is.

Datum:  07 januari 2020

Leestijd:  +/- 2 minuten

In een recente uitspraak van de Hoge Raad inzake Holding/Heijmans Infra is bepaald dat een niet op de pandlijst opgenomen vordering onvoldoende bepaald is en daardoor niet verpand. Het blijft dus zaak om bij het opstellen van een pandakte steeds goed naar de formulering te kijken en ervoor te zorgen dat deze zo ruim mogelijk is.

Wat was er aan de hand?

Een bedrijf heeft zich verplicht om een pandrecht op al haar vorderingen op derden te verstrekken. Die verpanding, zo spraken partijen af, zou gebeuren door vastgestelde formulieren of door andere documenten waaruit de verpanding blijkt. Enkele jaren later is een (vervolg)pandakte geregistreerd met de openstaande vorderingen op dat moment, waarbij de vorderingen zijn vermeld op bijgevoegde computerlijst(en)/specificaties. De vordering waar het in deze procedure over gaat, van het bedrijf op Heijmans, stond niet op de lijst met vorderingen.

Een dag na de registratie van de vervolgpandakte gaat het bedrijf failliet. Heijmans stelt dat de vordering niet is verpand omdat deze niet is vermeld in de pandakte.

De rechtbank wijst dit verweer af en veroordeelt Heijmans tot betaling van de vordering omdat de pandgever en pandhouder bedoeld zouden hebben ook deze vordering te verpanden. Het Gerechtshof en de Hoge Raad zijn het hier niet mee eens. Partijen zijn specifiek overeengekomen dat de te verpanden vorderingen expliciet worden vermeld op een lijst bij de pandakte. De vordering staat niet op die lijst en is derhalve niet verpand. Ook zijn er geen aanknopingspunten op grond waarvan achteraf aan de hand van de pandakte kan worden vastgesteld of deze vordering op Heijmans was verpand. Uitleg van de pandakte helpt de pandhouder niet.

Vestiging van een stil pandrecht

Het vestigen van een stil pandrecht op naam gebeurt bij een authentiek of geregistreerde onderhandse akte, zonder dat dit pandrecht aan de schuldenaar van de verpande vordering wordt medegedeeld. Voor deze verpanding is het van belang dat de te verpanden vordering in voldoende mate in de pandakte is bepaald. Aan dit bepaalbaarheidsvereiste is volgens vaste rechtspraak voldaan als in de pandakte zodanige gegevens staan dat, zo nodig achteraf, aan de hand van die gegevens kan worden vastgesteld welke vordering is verpand. Dit laatste vereiste geeft pandhouders, zoals financiers en banken, vaak een ruime mogelijkheid om zelfs achteraf nog, te construeren dat/welke vorderingen zijn verpand.

Een andere vraag dan de vraag of is voldaan aan het bepaaldheidsvereiste, is de vraag hoe de pandakte moet worden uitgelegd en wat partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (Haviltex-maatstaf). In deze procedure is nl. gesteld dat het de bedoeling van pandgever en pandhouder zou zijn geweest om ook de vordering op Heijmans te verpanden.

Zowel Hof als Hoge Raad oordelen dat uitleg van pandakte zelf niet relevant is voor de vraag of is voldaan aan het bepaaldheidsvereiste. Omdat in deze zaak specifiek was opgenomen hoe de verpanding diende plaats te vinden en welke vorderingen waren verpand, terwijl de vordering op Heijmans niet in de pandakte stond, helpt uitleg van de pandakte hier niet. Er waren nl. ook geen aanknopingspunten (zoals een zinssnede: … “alle op dit moment bestaande vorderingen op derden worden verpand ..”) die achteraf konden leiden tot de conclusie dat deze vordering ook was verpand.

Conclusie

Op het eerste gezicht lijkt het of Hof en Hoge Raad in deze uitspraak een strengere norm toepassen door te oordelen dat nu een vordering niet op de pandakte staat, deze niet is verpand. Echter, omdat in de pandakte geen gegevens stonden aan de hand waarvan achteraf nog kon worden vastgesteld dat ook deze vordering was verpand, ging het hier fout.

Het blijft dus van groot belang om de pandakte zorgvuldig op te stellen om te voorkomen dat een vordering toch niet rechtsgeldig is verpand.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.