Datum: 07 november 2018
Gewijzigd 14 november 2023
Leestijd: +/- 2 minuten
Om een oordeel van een bestuursrechter te krijgen is vereist dat iemand belanghebbende is. Dat wil zeggen dat iemand een rechtstreeks belang bij een besluit heeft. Anders gezegd: alleen als iemand rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die een besluit toestaat, kan diegene bij de bestuursrechter terecht.
Op 7 november 2018 heeft de Afdeling een enigszins opvallende uitspraak (ECLI:NL:RVS:2018:3614) gedaan over de vraag of een groep bewoners met rechtstreeks zicht op een lange rij vlaggenmasten wel belanghebbende is bij een besluit over die vlaggenmasten.
Deze zaak gaat over een al jarenlang lopend conflict over twintig vlaggenmasten op het terrein van watersportvereniging Aegir in Rotterdam. In 2014 is op het terrein van Aegir een vlaggenrij van 20 vlaggenmasten over een lengte van 200 meter en met een hoogte van 6 meter geplaatst. Deze vlaggen zijn neergezet om sponsoren van de watersportvereniging de gelegenheid te geven om reclame te maken. Aegir verdient jaarlijks € 10.000,00 aan de vlaggenmasten.
Het terrein van Aegir ligt aan de Bergse Voorplas. Buurtbewoners die aan de overzijde van de Bergse Voorplas wonen, vinden dat de rij vlaggenmasten hun uitzicht verpest en hebben de gemeente gevraagd om de vergunning in te trekken. De gemeente weigert dit en ook een gang naar de rechtbank heeft geen succes. De buurtbewoners stappen vervolgens naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De Afdeling komt in de uitspraak van 7 november niet aan een inhoudelijk oordeel toe, omdat de Afdeling van mening is dat geen van de buurtbewoners een persoonlijk belang bij een inhoudelijk oordeel heeft. Weliswaar ondervinden alle buurtbewoners feitelijke gevolgen van de aanwezigheid van de vlaggenmasten, maar deze gevolgen zijn volgens de Afdeling niet ‘serieus genoeg’.
Daarbij verwijst de Afdeling naar een eerdere uitspraak van 16 maart 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:737). In die uitspraak heeft de Afdeling een correctie op het ‘belanghebbende-begrip’ aangebracht. De Afdeling vindt dat het enkele ondervinden van feitelijke gevolgen niet voldoende is, het moet gaan om “gevolgen van enige betekenis”.
In de uitspraak van 7 november wonen de buurtbewoners aan de overzijde van de Bergse Voorplas met rechtstreeks zicht op het terrein en de vlaggenmasten van Aegir. Tussen de percelen ligt een afstand van (minimaal) 130 meter. Omdat er geen tussenliggende bebouwing is hebben alle buurtbewoners vrij zicht op de vlaggenmasten. Een gedeelte van de buurtbewoners heeft ‘slechts’ schuin zicht. Een ander gedeelte van de buurtbewoners kijkt frontaal op de vlaggenrij.
Het oordeel van de Afdeling luidt voor alle buurtbewoners hetzelfde: gevolgen van enige betekenis ontbreken, omdat de gevolgen van de vlaggenrij voor hun woon-, leef-, of bedrijfssituatie volgens de Afdeling dermate gering zijn dat een persoonlijk belang ontbreekt. De Afdeling betrekt daarbij de aard van de bebouwing - een vlaggenrij - en de omstandigheid dat het zicht van de buurtbewoners op de Bergse Voorplas niet is verstoord, omdat de vlaggenrij aan de overzijde van de plas is gelegen.
Dit oordeel wekt enige verbazing, omdat de Afdeling hier wel een erg subjectief oordeel lijkt te geven over wat zij als ‘persoonlijk’ belang ziet. Een vrij (frontaal) zicht op een 200 meter lange rij van 20 vlaggenmasten met een hoogte van 6 meter is toch vrij serieus te noemen. Wat daar ook van zij: de Afdeling heeft blijkbaar een andere mening.
Uit deze uitspraak kan worden afgeleid dat als u geconfronteerd wordt met weerstand tegen een bouwplan, het altijd aan te raden is om te kijken of er wel sprake is van ‘serieuze gevolgen’, die een belang rechtvaardigen. Als dat namelijk niet het geval is zal iemand niet bij de bestuursrechter, maar ook niet bij de gemeente worden ontvangen.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.