Datum: 20 juli 2017
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Rudi Minkhorst
Leestijd: +/- 2 minuten
Alle provincies hebben met het oog op een goede ruimtelijke ordening in provinciale verordeningen regels opgenomen waar bestemmingsplannen en vaak ook afwijkingen van bestemmingsplannen aan moeten worden getoetst. In de regel heten deze verordeningen: Verordening ruimte (hierna: verordening) . In de meeste verordeningen zijn ten aanzien van verschillende functies beperkende regels opgenomen. Hierdoor ontstaat bij veel ontwikkelingen discussie over de vraag of het plan wel past in de verordening.
Indien een plan niet past binnen de verordening zijn er verschillende mogelijkheden.
In de eerste plaats kan gekeken worden naar de ontheffingsmogelijkheden die in de verordening zijn opgenomen.
Een andere mogelijkheid is om in overleg met de provincie te bezien of de verordening aangepast kan worden. Dit klinkt wellicht vreemd, maar verordeningen worden al met grote regelmaat aangepast en ook uit de jurisprudentie blijkt dat dit niet zelden tot de mogelijkheden behoort.
Een mooi voorbeeld is de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (ECLI:NL:RVS:2017:1948), waarin een bestemmingsplan een recreatiebedrijf mogelijk maakte. Het grootste gedeelte van dat recreatiebedrijf was voorzien buiten het agrarisch bouwvlak van een bestaand bouwperceel. Dat was in strijd met de Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant. Die verordening liet immers slechts een nieuw recreatiebedrijf binnen een bestaand bouwperceel toe.
Bij een tussenuitspraak had de Afdeling de gemeenteraad opgedragen om met het provinciebestuur in overleg te treden over een mogelijke oplossing voor het opheffen van de strijdigheid met de Verordening ruimte 2014. Dat overleg leidde ertoe dat de provincie aangaf de verordening aan te zullen passen. De gemeenteraad heeft vervolgens het bestemmingsplan opnieuw vastgesteld, maar deed dat al voordat de verordening daadwerkelijk was gewijzigd.
De Raad van State oordeelt in de uitspraak van vandaag dat het eerste vaststellingsbesluit in strijd was met de Verordening Ruimte 2014. Ook het tweede vaststellingsbesluit is in strijd met de verordening, omdat die toen nog niet was aangepast. Omdat echter ten tijde van de uitspraak de verordening inmiddels wel was aangepast, liet de Raad van State de rechtsgevolgen in stand en kan het recreatiebedrijf zich dus alsnog vestigen buiten het agrarisch bouwvlak van het bestaande bouwperceel.
Indien een ontwikkeling niet past in de verordening kan het zinvol zijn om met een goed onderbouwd verhaal overleg met de provincie te voeren. Uit de uitspraak van vandaag blijkt bovendien dat het zelfs mogelijk is om met de vaststelling van het bestemmingsplan alvast vooruit te lopen op een voor dat bestemmingsplan benodigde wijziging van de verordening.
Wilt u zelf duidelijkheid of uw bouwplan past binnen het bestemmingsplan? Voor een vaste prijs onderzoeken onze specialisten de mogelijkheden. Klik hier voor meer informatie over onze Quickscan bestemmingsplan.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.