Datum: 29 januari 2020
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Tom Teggelaar
Leestijd: +/- 2 minuten
Het was ooit zo mooi bedacht. Een impasse tussen aandeelhouders kon vanaf 1989 worden opgelost via de wettelijke geschillenregeling. Een aandeelhouder zou hiermee eenvoudig zijn aandelen kunnen laten overnemen, of een andere aandeelhouder dwingen zijn aandelen over te dragen.
In de praktijk bleek deze geschillenregeling helaas wat minder bruikbaar. Ondanks een vereenvoudigingsronde in 2012, bleef de doorlooptijd lang (en eenvoudig verder te vertragen), ligt de norm voor toewijzing vrij hoog en is er weinig ruimte voor vergoeding van schade. Als je dan na lang procederen de rechter eindelijk zo ver had dat de aandelen zouden worden overgedragen, dan wachtte bovendien het volgende geschil: de bepaling van de koopprijs. En was ook die knoop eindelijk doorgehakt, dan trof men doorgaans een onderneming die al lang aan het geschil te gronde was gegaan. De toenmalige voorzitter van de Ondernemingskamer stelde het als volgt: “(…) de koe als aanvankelijke inzet van de procedure op het moment van verdeling is verschrompeld tot haar geraamte, zonder vlees op de botten dus.” Dat werkte dus niet. In de praktijk werd de procedure dan ook weinig gebruikt.
We zijn nu 30 jaar verder en de wetgever heeft de bezwaren gehoord. In 2019 is de consultatie afgerond van een nieuwe geschillenregeling. Deze nieuwe regeling voorziet in verruiming van de gronden voor uitstoting en uittreding én in een bekorting van de doorlooptijd.
Onder de oude geschillenregeling kon men bijvoorbeeld nog het enigszins schizofrene verweer voeren dat overdracht van aandelen niet toewijsbaar is indien iemand zich had misdragen, doch niet in hoedanigheid van aandeelhouder. Het klinkt misschien als een open deur, maar dat verweer gaat straks niet zo eenvoudig meer op. Een vordering tot uittreding kan dan worden ingesteld tegen één of meer medeaandeelhouders, die zich zodanig in strijd gedragen met hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd dat het voortduren van het aandeelhouderschap van de aandeelhouder in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd. Los daarvan wordt ook de procedure vereenvoudigd. Zo zoekt de geschillenregeling straks aansluiting bij de (relatief snelle) enquêteprocedure en kan onder omstandigheden de discussie worden overgeslagen over de vraag óf uittreding moet worden toegewezen, zodat men eerder toekomt aan vaststelling van een geschikte koopsom.
Is deze nieuwe geschillenregeling straks wel bruikbaar? Persoonlijk vraag ik mij af of zij meerwaarde heeft ten opzichte van de bestaande alternatieven (zoals kort geding en enquête). Niettemin juich ik toe dat er een middel wordt toegevoegd aan het instrumentarium om een teleurstellende samenwerking tussen aandeelhouders te beëindigen.
[campagnes]
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.