Datum: 04 januari 2022
Gewijzigd 14 november 2023
Leestijd: +/- 2 minuten
Verschillende algemene voorwaarden in de bouw kennen een grotendeels vergelijkbare verborgen-gebrekenregeling. Op grond daarvan is een dakdekker aansprakelijk voor verborgen gebreken in het werk voor een periode van vijf jaren na oplevering of na einde onderhoudstermijn. Een verborgen gebrek is een gebrek dat de opdrachtgever vóór de oplevering niet heeft opgemerkt en ook niet redelijkerwijs had moeten/kunnen ontdekken tijdens de oplevering. Als zich een verborgen gebrek voordoet in het werk moet de dakdekker in beginsel dit gebrek herstellen.
Een rechtsvordering op grond van een verborgen gebrek vervalt door verloop van vijf jaren. Dat wil zeggen: een opdrachtgever moet binnen vijf jaren na oplevering of einde onderhoudstermijn een procedure bij de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen of de rechter starten om zijn rechten op grond van een verborgen gebrek veilig te stellen. Wat betekent dit indien zich een gebrek voordoet na het einde van de verborgen-gebrekentermijn, maar de dakdekker binnen die verborgen-gebrekentermijn al eens herstel aan het werk heeft uitgevoerd? Staat de opdrachtgever dan met lege handen of is de aannemer toch aansprakelijk?
Het is inmiddels vaste rechtspraak van de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen dat een vervaltermijn van vijf jaar opnieuw aanvangt nadat de aannemer (zoals een dakdekker) een verborgen gebrek heeft hersteld, indien is voldaan aan drie voorwaarden:
Belangrijk is dat een eventuele nieuwe termijn van vijf jaar uitsluitend geldt voor een gebrek in het herstelde werk. Dit betekent dat er géén nieuwe verborgen-gebrekentermijn aanvangt voor andere gebreken aan het oorspronkelijke werk of voor nieuwe, soortgelijke gebreken die niet eerder zijn hersteld.
Wij leggen dit uit aan de hand van een voorbeeld. Stel een dakdekker levert een dak op in 2015. In 2018 meldt de opdrachtgever een klacht en voert de dakdekker herstel uit door het vervangen van EPDM-gootbekleding. Indien het gaat om een verborgen gebrek (en is voldaan aan de drie hiervoor genoemde voorwaarden), dan vangt in 2018 een nieuwe verborgen-gebrekentermijn aan van vijf jaren. Stel dat de opdrachtgever in 2022 opnieuw klaagt over het dak, maar dit keer niet over de EPDM-gootbekleding. De klacht gaat over de eindpannen die moeten worden vervangen. Indien deze klacht geen verband houdt met het herstel van de eerdere klacht over de EPDM-gootbekleding dan geldt hiervoor geen nieuwe vijfjaarstermijn. Voor een nieuw verborgen gebrek geldt de oorspronkelijke termijn van vijf jaren die aanving na de oplevering in 2015. Die termijn is op het moment van de klacht in 2022 al verstreken. De rechtsvordering van de opdrachtgever is dan ook in beginsel niet-ontvankelijk. Indien de klacht daarentegen wel een verborgen gebrek zou zijn aan de herstelde EPDM-gootbekleding, dan is daarvoor dus wel een nieuwe vervaltermijn aangevangen in 2018. In dat geval staat de opdrachtgever niet met lege handen.
Met deze vaste rechtspraak in het achterhoofd, geven wij een vijftal tips om zo goed mogelijk om te gaan met herstel van een verborgen gebrek en de aanvang van een nieuwe termijn zoveel mogelijk te voorkomen:
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.