Eens een bordeel, altijd een bordeel?

Uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 januari 2018 blijkt nog eens duidelijk dat een gemeente bestaande (vergunde) rechten dient te respecteren. Het uitgangspunt is namelijk dat een gemeenteraad bestaand legaal gebruik als zodanig in een bestemmingsplan dient te bestemmen. Toch gebeurt dat lang niet altijd.

Datum:  24 januari 2018

Gewijzigd  14 november 2023

Leestijd:  +/- 2 minuten

Uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 januari 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:203) blijkt nog eens duidelijk dat een gemeente bestaande (vergunde) rechten dient te respecteren. Het uitgangspunt is namelijk dat een gemeenteraad bestaand legaal gebruik als zodanig in een bestemmingsplan dient te bestemmen. Toch gebeurt dat lang niet altijd.

Wat was er aan de hand?

Deze uitspraak gaat over een bestemmingsplan in Den Haag, voor een gebied waar de activiteit (raam)prostitutie leidend is. Een exploitant van een prostitutie-inrichting komt tegen dit bestemmingsplan op, omdat hij van mening is dat ten onrechte vijf werkkamers in zijn panden niet als zodanig in het bestemmingsplan zijn bestemd.

De gemeenteraad stelt daartegenover dat ten behoeve van een al in 2000 vastgesteld bestemmingsplan onderzoek is gedaan naar activiteiten ter plaatse. Daartoe is een inventarisatiestaat opgesteld, die is gebaseerd op de feitelijke situatie op dat moment en waarin staat vermeld hoeveel vitrines en werkkamers binnen het plangebied aanwezig zijn. Die lijst maakte onderdeel uit van het oude bestemmingsplan en daarop werden de werkkamers van de exploitant niet vermeld. In het oude bestemmingsplan was een verbod opgenomen op verdere uitbreiding van prostitutieactiviteiten.

De gemeenteraad stelt in deze procedure dat de inventarisatielijst als uitgangspunt moet worden genomen voor de beoordeling van het nieuwe bestemmingsplan en de daarin opgenomen mogelijkheden. Eventuele gebeurtenissen en verleende vergunningen van voor 2000 zijn volgens de gemeenteraad niet langer van betekenis.

Oude vergunningen nog van betekenis?

De Afdeling is het niet eens met het standpunt van de gemeenteraad. Er blijken namelijk al in 1985 en 1987 vergunningen te zijn verleend voor deze panden, die nooit zijn ingetrokken. Op grond van die vergunningen heeft de exploitant in 2004 nog een vergunning voor de verbouwing van de panden – die tevens zag op de vijf werkkamers – verkregen. Die verbouwing is daarna afgerond en de werkkamers zijn in gebruik genomen. Dat betekent volgens de Afdeling dat de werkkamers legaal zijn gerealiseerd.

De gemeenteraad stelt daar vervolgens tegenover dat de in 2004 verleende vergunning alleen zag op het verbouwen van de panden tot bordeel en niet op het gebruik  van de gerealiseerde werkkamers. Dat gebruik blijft volgens de gemeenteraad dan ook verboden.

Bestaand legaal gebruik in beginsel positief bestemmen

De Afdeling is het ook met dit standpunt van de gemeenteraad niet eens en wijst daarbij op haar vaste jurisprudentie. Het gebruiksverbod dat in het bestemmingsplan van 2000 was opgenomen kan niet aan de exploitant worden tegengeworpen. De exploitant heeft immers een onherroepelijke omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen, die uitdrukkelijk het beoogde gebruik – ook al is dat in strijd met de gebruiksregel – omvat. Deze vergunning levert een aanspraak op om het vergunde bouwwerk te gebruiken overeenkomstig het doel waarvoor het is opgericht. De gemeenteraad had dit gebruik dan ook moeten toestaan.

Let wel: ‘in beginsel’ positief bestemmen

De Afdeling wijst (terecht) wel op het feit dat bestaand legaal gebruik ‘in beginsel’ als zodanig moet worden bestemd. Indien nieuwe planologische inzichten daartoe aanleiding geven en het belang bij de beoogde nieuwe bestemming zwaarder weegt dan de gevestigde rechten en belangen, kan uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening daarvan worden afgezien. In dat geval kan het bestaande legale gebruik onder het overgangsrecht worden gebracht, mits de raad aannemelijk maakt dat het gebruik binnen de planperiode wordt beëindigd. Met het overgangsrecht wordt immers beoogd een tijdelijke situatie te overbruggen.

In dit geval heeft de gemeenteraad volgens de Afdeling echter geen deugdelijke afweging gemaakt waarom het legale bestaande gebruik niet als zodanig is bestemd, noch een onderbouwing gegeven op grond waarvan aannemelijk moet worden geacht dat dit gebruik binnen de planperiode van tien jaar zal worden beëindigd. Dit brengt de Afdeling tot een vernietiging van de regeling in het bestemmingsplan, zoals die voor de panden van de exploitant is opgenomen.

Conclusie

Uit deze uitspraak blijkt nog maar eens dat een gemeenteraad het toegestane gebruik lang niet altijd op een juiste manier in een bestemmingsplan doorvertaalt. Wees daarom altijd scherp of uw (vergunde) rechten wel op een correcte manier in een bestemmingsplan worden opgenomen.

Quickscan bestemmingsplan

Wilt u zelf duidelijkheid of uw bouwplan past binnen het bestemmingsplan? Voor een vaste prijs onderzoeken onze specialisten de mogelijkheden. Klik hier voor meer informatie over onze Quickscan bestemmingsplan.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.