Evidente privaatrechtelijke belemmering bij vergunningverlening als goedkeuring VVE is vereist, maar niet wordt gegeven?

Uit een uitspraak (ECLI:NL:RVS:2017:1997) van 26 juli 2017 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) blijkt nogmaals dat er nagenoeg nooit sprake is van een ‘evidente privaatrechtelijke belemmering’ die moet leiden tot het weigeren van een vergunningsaanvraag. Uit deze uitspraak lijkt te volgen dat zelfs als duidelijk is dat een vereiste privaatrechtelijke instemming niet wordt gegeven, dit nog steeds niet mag leiden tot

Datum:  26 juli 2017

Gewijzigd  14 november 2023

Leestijd:  +/- 2 minuten

Uit een uitspraak (ECLI:NL:RVS:2017:1997) van 26 juli 2017 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) blijkt nogmaals dat er nagenoeg nooit sprake is van een ‘evidente privaatrechtelijke belemmering’ die moet leiden tot het weigeren van een vergunningsaanvraag.

Uit deze uitspraak lijkt te volgen dat zelfs als duidelijk is dat een vereiste privaatrechtelijke instemming niet wordt gegeven, dit nog steeds niet mag leiden tot het aannemen van een evidente privaatrechtelijke belemmering, zolang een civiele rechter zich daar nog niet over heeft uitgelaten.

Wat was er aan de hand?

Deze procedure betreft een verleende omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een tandartsenpraktijk in Arnhem. Een aangrenzende kinderopvang is tegen deze vergunning in het verweer gekomen. Beide panden maken deel uit van één Vereniging Van Eigenaren (VVE).

Op grond van een splitsingsakte van deze vereniging is iedere op- aan-, of onderbouw zonder toestemming van tweederde meerderheid van de vergadering verboden. De kinderopvang heeft een meerderheidsbelang in deze vergadering en heeft van meet af aan kenbaar gemaakt niet te kunnen instemmen met de uitbreiding van de tandartsenpraktijk. In een vergadering van de VVE is ook besloten dat geen toestemming wordt verleend voor de uitbreiding. De vergunning was op het moment van het VVE-besluit echter al verleend en ook de bezwaarprocedure was al afgerond.

Bij de rechtbank en de Afdeling was de vraag of het college, vanwege de wetenschap dat de VVE niet zou instemming met de uitbreiding, de vergunning had moeten weigeren.

(Evidente) privaatrechtelijke belemmering: had de vergunning geweigerd moeten worden?

De rechtbank vond dat de vergunning moest worden geweigerd en is daar ook – zelfvoorzienend – toe overgegaan. Naar het oordeel van de rechtbank bestond er een privaatrechtelijke belemmering voor verlening van de omgevingsvergunning, nu op dat moment volledig duidelijk was dat de benodigde toestemming van de vergadering, gelet op het meerderheidsbelang van de kinderopvang in de vergadering, niet zou worden verleend. Dat het daadwerkelijke besluit tot het weigeren van instemming pas na de bezwaarprocedure door de VVE is genomen doet daar volgens de rechtbank niet aan af.

De Afdeling denkt daar anders over. Zij wijst daarbij op haar vaste rechtspraak. Die houdt in dat een privaatrechtelijke belemmering slechts aan de verlening van een omgevingsvergunning in de weg staat, wanneer deze belemmering een evident karakter heeft. De burgerlijke rechter is volgens de Afdeling immers de eerst aangewezene om de vraag te beantwoorden of een privaatrechtelijke belemmering aan een activiteit in de weg staat.

De Afdeling vindt – anders dan de rechtbank – dat geen sprake is van voldoende ‘evidentie’. Bijzonder daarbij is dat zij het met rechtbank eens is dat ten tijde van de vergunningverlening voldoende duidelijk was dat de VVE niet zou instemmen. Maar dat is volgens de Afdeling onvoldoende om tot weigering over te mogen gaan. De Afdeling stelt namelijk dat de tandartsenpraktijk bij de civiele rechter de weigering van de VVE tot toestemming aan de orde kan stellen en eventueel een vervangende instemming van de civiele rechter had kunnen krijgen.

Uit deze uitspraak lijkt dus te volgen dat de Afdeling van oordeel is dat er nooit sprake kan zijn van een ‘evidente privaatrechtelijke belemmering’ als privaatrechtelijke instemming is vereist, zolang een civiele rechter zich daar nog niet over heeft uitgelaten.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.