Datum: 22 oktober 2019
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Annemarie van Woudenberg
Leestijd: +/- 2 minuten
De bouwplaats is een komen en gaan van (buitenlandse) werknemers (ook van onderaannemers), uitzendkrachten en zzp’ers. Als (hoofd)aannemer wil je onbevoegden van de bouwplaats weren en weten wie er wanneer op de bouwplaats loopt. Dit onder meer om ervoor te zorgen dat de cao wordt nageleefd en illegale arbeid en schijnconstructies worden voorkomen. Om deze redenen hebben de cao-partijen in 2016 besloten om de Bouwplaats-ID in te voeren. De Bouwplaats-ID zou inzichtelijk moeten maken wie op de bouwplaats werkzaam zijn, omdat iedereen die op de bouwplaats werkt zich daarmee aan en af moet melden. Dat is belangrijk in verband met de Wet ketenaansprakelijkheid en de Wet aanpak schijnconstructies. Bovendien wordt daarmee de veiligheid op de bouwplaats bevorderd en zal diefstal (van waardevolle materialen) minder vaak voorkomen.
De daadwerkelijke invoering van de Bouwplaats-ID laat echter nog op zich wachten. De vraag is hoe een (hoofd)aannemer op een andere manier toch zicht kan houden op wie er rondlopen op de bouwplaats. Hiervoor zou gebruik gemaakt kunnen worden van toegangspoorten waarbij middels een toegangspas, badge, vingerafdruk of gezichtsherkenning toegang wordt verschaft tot de bouwplaats. Vooral ten aanzien van de laatste twee mogelijkheden - het gebruik van vingerafdrukken of gezichtsherkenning – heb ik al meerdere vragen van klanten ontvangen. Het gebruik van vingerafdrukken of gezichtsherkenning is echter niet zomaar toegestaan. Reden om over dat onderwerp wat meer duidelijkheid te geven in dit artikel.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van vingerafdrukken en gezichtsherkenning, worden biometrische gegevens verwerkt. Deze gegevens zijn volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) aan te merken als zogenaamde bijzondere persoonsgegevens. Ten aanzien van bijzondere persoonsgegevens geldt dat het in principe verboden is om deze gegevens te verwerken, tenzij er sprake is van een uitzondering in de AVG. Bijvoorbeeld wanneer de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft verleend voor de verwerking of de wet bepaalt dat een bepaalde verwerking is toegestaan met het oog op de uitvoering van verplichtingen en de uitoefening van specifieke rechten op het gebied van het arbeidsrecht. Toestemming vragen aan een werknemer is in de meeste gevallen niet mogelijk. De wetgever gaat er namelijk vanuit dat de verhouding tussen werkgevers en werknemers in een arbeidsrelatie ongelijk is, waardoor een werknemer zijn toestemming niet volledig ‘in vrijheid’ kan geven. Dat betekent dat geen toestemming aan de werknemer kan worden gevraagd voor het gebruik van vingerafdrukken of gezichtsherkenning op de bouwplaats. Daarnaast is er ook geen sprake van een andere (wettelijke) uitzondering in de bouwwereld op basis waarvan biometrische gegevens kunnen worden verwerkt.
In aanvulling op de AVG geldt in Nederland de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG). De UAVG bepaalt dat biometrische gegevens in Nederland ook nog mogen worden verwerkt als dat noodzakelijk is voor authenticatie of beveiligingsdoeleinden.
De rechtbank Amsterdam heeft zich recent gebogen over de vraag of het gebruik van een vingerscan om een kassasysteem te ontgrendelen is toegestaan. Volgens de rechtbank was dat niet het geval, onder meer omdat de verwerking niet noodzakelijk was voor authenticatie of beveiligingsdoeleinden (de uitzondering in de UAVG). De werkgever had in die situatie ook kunnen kiezen voor andere minder ingrijpende maatregelen om zijn kassasysteem te beveiligen, zoals een pas, badge – al dan niet op basis van een twee factor authenticatie – in combinatie met het gebruik van camera’s, kluisjes voor de werknemers of alarmpoortjes. De werkgever had echter überhaupt geen andere beveiligingsmaatregelen getroffen en maakte alleen gebruik van vingerafdrukken. De rechtbank vond het gebruik van de vingerafdrukken daarom niet proportioneel. Bovendien had de werkgever onvoldoende onderzoek gedaan naar alternatieven voor het gebruik van vingerafdrukken. Volgens de rechtbank was niet aangetoond dat de werkgever per se gebruik zou moeten maken van vingerafdrukken en dat andere maatregelen het kassasysteem onvoldoende zouden beveiligen.
Als je deze uitspraak toepast op de situatie op de bouwplaats, dan zou je kunnen stellen dat de uitzondering op het verwerken van biometrische gegevens mogelijk van toepassing kan zijn, wanneer je als (hoofd)aannemer de volgende voorwaarden in acht neemt:
Als vervolgens blijkt dat de verwerking echt noodzakelijk is – bijvoorbeeld bij het verwerken van gevaarlijke stoffen of wanneer zeer kostbare materialen op de bouwplaats aanwezig zijn - en de beveiliging niet op een andere manier kan plaatsvinden, dan is het gebruik van biometrische gegevens mogelijk toegestaan. Een (hoofd)aannemer kan er ook voor kiezen om slechts een gedeelte van de bouwplaats te beveiligen met biometrische gegevens, omdat slechts een beperkt aantal personen toegang daartoe heeft. Dat maakt de verwerking eerder proportioneel.
Al met al blijft het gebruik van biometrische gegevens op de bouwplaats dus lastig en zal het in de meeste gevallen niet zijn toegestaan. Laten we hopen dat het gebruik van de Bouwplaats-ID niet al te lang meer op zich laat wachten. Tot die tijd moet je als (hoofd)aannemer zelf nadenken over het beveiligen van de bouwplaats. Als wij daarbij kunnen helpen, neem dan gerust contact op met mij of mijn collega’s.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.