In het pak genaaid

De rechter wordt wel eens te moeilijk en te formeel taalgebruik verweten. Dat kan van de rechter in deze zaak echter niet gezegd worden. Wat was er aan de hand. De opdrachtgever liet een dakopbouw met dakterras realiseren. Blijkens de aanneemovereenkomst was hij een aanneemsom van 15.000 euro inclusief btw overeengekomen. Vervolgens kregen partijen ruzie over onder andere het meerwerk. De partijen stonden twee jaar na oplevering voor de rechter

Datum:  21 november 2016

Geschreven door:  Koen Roordink

Leestijd:  +/- 2 minuten

De rechter wordt wel eens te moeilijk en te formeel taalgebruik verweten. Dat kan van de rechter in deze zaak echter niet gezegd worden.

Wat was er aan de hand. De opdrachtgever liet een dakopbouw met dakterras realiseren. Blijkens de aanneemovereenkomst was hij een aanneemsom van 15.000 euro inclusief btw overeengekomen. Vervolgens kregen partijen ruzie over onder andere het meerwerk. De partijen stonden twee jaar na oplevering voor de rechter.

Daar vorderde de opdrachtgever opeens iets meer dan 12.000 euro terug aan volgens hem te veel betaalde termijnen. Wat was er namelijk volgens hem aan de hand: behalve dat hij de termijnen giraal had betaald, had hij elke termijn nog eens contant betaald als voorschot. Dat voorschot was echter nog nooit verrekend. Dus had hij in totaal veel meer betaald dan de aanneemsom.

De aannemer erkende die contante betalingen. Maar, en u voelt hem al aankomen, dat was onderdeel van de afspraak dat de opdrachtgever de andere helft van de (werkelijke) aanneemsom contant maar dan zonder de btw zou voldoen. Wat we van deze gang van zaken ook vinden, de aannemer had toen natuurlijk wel een probleem. Die afspraak was logischerwijs niet op papier gezet en dus was het zijn woord tegen dat van de opdrachtgever.

De rechter achtte het echter onwaarschijnlijk dat de opdrachtgever, die zijn zaken tijdens de rechtszaak goed voor elkaar had, pas na twee jaar tot de ontdekking zou zijn gekomen dat hij de aanneemsom dubbel had betaald. Kortom, de rechter geloofde niets van dat voorschotverhaal van de opdrachtgever.

Dat de rechter weinig gecharmeerd was van deze opdrachtgever blijkt uit het vervolg van het vonnis. De rechter constateerde dat de opdrachtgever had geprobeerd de aannemer “in het pak te naaien” en wees de vordering van de opdrachtgever dan ook af.

Wat de aannemer en opdrachtgever hebben gedaan mag natuurlijk niet. De opdrachtgever probeerde daar vervolgens nog een slaatje uit te slaan. Dat ging deze rechter echter te ver. Om dat te verwoorden had hij geen moeilijk of formeel taalgebruik nodig.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.