Datum: 12 juni 2017
Gewijzigd 14 november 2023
Leestijd: +/- 2 minuten
De gemeenteraad heeft een grote vrijheid om een bestemmingsplan vast te stellen, maar ook om uiteindelijk te weigeren om een bestemmingsplan vast te stellen. Dat komt omdat de gemeenteraad bij een besluit over vaststelling van een bestemmingsplan beleidsruimte heeft.
Maar die keuzevrijheid is niet onbegrensd. Zeker wanneer er een overeenkomst tussen een initiatiefnemer en de gemeente over een ontwikkeling bestaat en er geen onoverkomelijke ruimtelijke bezwaren tegen die ontwikkeling bestaan laat de Afdeling bestuursrechtspraak contractueel overeengekomen afspraken zwaar wegen. In een recente uitspraak is dit opnieuw bevestigd.
In de praktijk wordt door ontwikkelaars vaak een (anterieure) overeenkomst met de gemeente gesloten, waarin door de gemeente de (inspannings)verplichting op zich wordt genomen om zich in te spannen om een ontwikkeling mogelijk te maken. Zo’n overeenkomst leidt echter niet per definitie tot gebondenheid van de gemeenteraad om een bestemmingsplan, dat de overeengekomen ontwikkeling mogelijk maakt, uiteindelijk ook vast te stellen.
Het is namelijk vaste rechtspraak van de Afdeling dat een dergelijke overeenkomst niet kan leiden tot ‘een verplichting van de raad aan gronden een bestemming te geven die de raad niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening acht’. Dat is volgens de Afdeling in strijd met het systeem van de Wet ruimtelijke ordening.
De gemeenteraad moet een dergelijke overeenkomst echter wel in zijn overwegingen over het al dan niet vaststellen van het bestemmingsplan betrekken. Daarbij zal de gemeenteraad duidelijk moeten laten zien op welke wijze de belangen van de initiatiefnemer bij het besluit zijn betrokken. Mocht de gemeenteraad geen medewerking willen verlenen is zij gehouden daar ruimtelijke motieven voor aan te voeren.
Drie voorbeelden illustreren dat de Afdeling bestuursrechtspraak kritisch toetst aan een inspanningsverplichting die een gemeente op zich neemt.
De Afdeling acht deze ruimtelijke argumenten (toch) onvoldoende om te kunnen weigeren om het plan vast te stellen. Ook in dit geval oordeelt de Afdeling dat onvoldoende gewicht aan de gesloten overeenkomst is toegekend. Het voorliggende plan paste in het gemeente beleid, stuitte niet op onoverkomelijke ruimtelijke bezwaren, de initiatiefnemer had al genoegen genomen met minder woningen dan bij eerdere plannen en heeft in de overeenkomst ook afstand gedaan van eventuele planschadevergoedingen. Onder die omstandigheden kon de gemeenteraad – ondanks dat er ook een aantal ruimtelijke argumenten tegenover stonden – niet overgaan tot het weigeren van vaststelling.
Ondanks dat de gemeenteraad bij besluiten omtrent het vaststellen bestemmingsplannen grote beleidsruimte heeft, kan er dus niet rauwelijks voorbij worden gaan aan een gesloten overeenkomst.
Uit de rechtspraak volgt dat als, zeker in situaties met een rijke voorgeschiedenis, het gemeentelijk beleid niet aan een ontwikkeling in de weg staat en er geen onoverkomelijke ruimtelijke bezwaren tegen een plan bestaan, de bestuursrechter contractueel overeengekomen afspraken zwaar zal laten wegen. Trouw aan het gegeven woord.
Wilt u zelf duidelijkheid of uw bouwplan past binnen het bestemmingsplan? Voor een vaste prijs onderzoeken onze specialisten de mogelijkheden. Klik hier voor meer informatie over onze Quickscan bestemmingsplan.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.