Datum: 21 december 2020
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Mink Oude Breuil
Leestijd: +/- 2 minuten
Bij vrijwel iedere vergunningaanvraag voor een bouwproject moet tegenwoordig een Aerius-berekening worden gevoegd. Op die wijze is namelijk inzichtelijk of het bouwproject geen nadelige (stikstof)gevolgen veroorzaakt op Natura 2000-gebieden.
Maar wat is zo’n Aerius-berekening nu precies in juridische zin?
Allereerst het goede nieuws. In de tweede helft van 2020 hebben de provincies en het Rijk met elkaar afgesproken dat bouwprojecten die maximaal 0,05 mol/h/jaar aan stikstofdepositie veroorzaken tijdens de bouwfase niet langer als vergunningplichtig zullen worden aangemerkt. Blijkt uit de Aerius-berekening dat je onder de 0,05 mol/h/jaar blijft, dan ben je dus over de eerste juridische stikstofhobbel en kan de schop misschien de grond in.
Voor de gebruiksfase van het project is dat een ander verhaal en blijft het voorlopig ingewikkeld, maar is het niet onmogelijk een vergunning te krijgen. Sommige habitattypen in Natura 2000-gebieden zijn gevoeliger voor stikstofdepositie dan anderen, en sommige gebieden zijn minder zwaar overbelast dan andere gebieden – of zelfs niet overbelast. Wanneer uit een Aerius-berekening volgt dat een project in de gebruiksfase leidt tot een geringe toename aan stikstofdepositie op niet al te gevoelige habitattypen in niet te zwaar overbelaste Natura 2000-gebieden dan kan een ecoloog in een voortoets (of passende beoordeling) concluderen dat significant negatieve gevolgen door dat project zijn uitgesloten. De vergunning (met betrekking tot het aspect stikstof) kan dan worden verleend.
Maar wat nu als je een jaar na oplevering iets wil veranderen aan het gebruik? Misschien ben je de kuren van die nieuwe warmtepomp helemaal zat en wil je wel gewoon weer een betrouwbare ouderwetse cv-ketel. Kan dat dan zomaar of heb je dan weer een nieuwe natuurvergunning nodig?
Het uitgangspunt is dat een vergunning wordt verleend voor een project dat bestaat uit bepaalde activiteiten die verboden zijn om uit te voeren zonder die vergunning. Uit zowel de vergunningen en de bijbehorende aanvragen kan worden afgeleid uit welke activiteiten een bepaald project bestaat. Anders dan wellicht gedacht bestaat er voor het bevoegd gezag geen verplichting om in de vergunning een bepaalde stikstofdepositie of stikstofemissie vast te leggen. Een vergunning geeft dus niet zozeer een zelfstandig recht op een bepaalde stikstofdepositie, maar een zelfstandig recht om activiteiten die stikstofdepositie tot gevolg hebben te mogen uitvoeren.
Of je die warmtepomp kan vervangen voor een cv-ketel hangt dus af van wat er in de vergunning staat en hoe die vergunning is aangevraagd. Dan blijkt de Aerius-berekening ineens erg belangrijk. Als in de vergunning staat dat deze is verleend conform de aanvraag, dan behandelt de Raad van State die Aerius-berekening namelijk als een vergunningvoorschrift dat geldt als een emissieplafond (ABRvS 1 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1528, r.o. 5-5.2). Dat betekent dat je voor het plaatsen van die cv-ketel intern moet salderen binnen de ruimte die je volgens de Aerius-berekening hebt. Wanneer je bij de aanvraag de activiteiten zo vormgeeft dat er een zo laag mogelijke stikstofdepositie uit de Aerius-berekening rolt, kan je daar bij een latere wijziging van je bedrijfsvoering dus nadeel van ondervinden.
Om dit risico af te dekken kun je bij je aanvraag verzoeken aan het bevoegd gezag om de Aerius-berekening geen deel uit te laten maken van de vergunning en in de vergunning geen emissie-eisen op te nemen. Het bevoegd gezag hoeft dit juridisch namelijk niet in de vergunning op te nemen (maar mag dat wel). Wij verwachten dat het niet opnemen van emissie-eisen uiteindelijk leidt tot meer rechtszekerheid. De manier waarop de stikstofemissies en stikstofdeposities berekend worden, wordt namelijk periodiek gewijzigd om aan te sluiten bij de meest recente wetenschappelijke inzichten, zoals ook op 15 oktober van dit jaar is gebeurd met de update van de Aerius-Calculator. Doordat de manier van rekenen verandert kan het zomaar zijn dat een project nu meer stikstofdepositie tot gevolg heeft dan ten tijde van de aanvraag, terwijl dat project zelf niet is gewijzigd. Het opnemen van emissie-eisen in een vergunning kan daardoor ieder jaar opnieuw tot onzekerheid en juridische rompslomp leiden zonder dat er echt iets is veranderd. Wij gaan ervan uit dat het bevoegd gezag daar ook niet op zit te wachten.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.