Kolom-arrest: Bij minder uren werken, recht op transitievergoeding

Vorig jaar (op 14 september 2018) gaf de Hoge Raad antwoord op de vraag of een werknemer, die als gevolg van langdurige arbeidsongeschiktheid (of door bedrijfseconomische redenen) voortaan met een kortere arbeidsduur genoegen moet nemen, recht heeft op een transitievergoeding over dat deel waarvoor hij/zij wordt ‘ontslagen’. Het antwoord van de Hoge Raad was: ja, dat recht is er bij een ingrijpende aanpassing, waarbij het bovendien niet uitmaakt hoe de arbeidsduurvermindering precies is vormgegeven (bv. door gedeeltelijk ontslag of een partijafspraak).

Datum:  04 december 2019

Geschreven door:  Ruud Olde

Leestijd:  +/- 2 minuten

Vorig jaar (op 14 september 2018) gaf de Hoge Raad antwoord op de vraag of een werknemer, die als gevolg van langdurige arbeidsongeschiktheid (of door bedrijfseconomische redenen) voortaan met een kortere arbeidsduur genoegen moet nemen, recht heeft op een transitievergoeding over dat deel waarvoor hij/zij wordt ‘ontslagen’. Het antwoord van de Hoge Raad was: ja, dat recht is er bij een ingrijpende aanpassing, waarbij het bovendien niet uitmaakt hoe de arbeidsduurvermindering precies is vormgegeven (bv. door gedeeltelijk ontslag of een partijafspraak).

Transitievergoeding bij vermindering van salaris?

Dit – verregaande – oordeel van ons hoogste rechtscollege riep veel nieuwe vragen op, waaronder de vraag hoe het dan zit als iemand geen arbeidsuren, maar salaris inlevert als gevolg van de hiervoor genoemde oorzaken. En hoe zit het met het recht op een gedeeltelijke transitievergoeding als door andere redenen de arbeidsduur of het salaris wordt verminderd, bijvoorbeeld in geval van demotie?

Het Hof Amsterdam heeft recent aan de Hoge Raad de (prejudiciële) vraag gesteld, in hoeverre een vermindering van salaris (en dus niet van arbeidsduur) als gevolg van herplaatsing in lager betaald, passend werk na langdurige arbeidsongeschiktheid, recht geeft op een navenant stukje transitievergoeding. Want weliswaar is er in die situatie geen sprake van een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar wél van een beëindiging van de tot dan toe geldende afspraken over de functie en het salaris van de werknemer. Dus waarom zou er dan geen recht op een vergoeding bestaan?

Waar is de Hoge Raad aan begonnen?

Mocht de Hoge Raad ook deze vraag bevestigend beantwoorden, dan lijkt het hek van de dam en kan goed verdedigd worden dat alle ingrijpende wijzigingen in arbeidsduur en in salaris in beginsel tot een recht op een transitievergoeding leiden. Is het antwoord ontkennend, dan is dat wel wat vreemd: de ene arbeidsongeschikte werknemer krijgt dan wel een vergoeding, maar de andere niet, terwijl beiden effectief salaris moeten inleveren.

Zou de Hoge Raad zich wel gerealiseerd hebben waaraan hij begon met zijn Kolom-uitspraak? In het voorjaar zullen we het weten. Wij houden u natuurlijk op de hoogte.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.