Op de valreep van het oude jaar…

Op de valreep van het oude jaar publiceerde de minister twee Kamerbrieven die wij u niet willen onthouden. Eén daarvan ziet op de voorwaarden voor de lage ww-premie onder de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) en de ander ziet op de Compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. 

Datum:  17 december 2019

Geschreven door:  Antoinette Niebeek

Leestijd:  +/- 2 minuten

Op de valreep van het oude jaar publiceerde de minister twee Kamerbrieven die wij u niet willen onthouden. Eén daarvan ziet op de voorwaarden voor de lage ww-premie onder de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) en de ander ziet op de Compensatieregeling transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. 

Kamerbrief d.d. 9 december 2019: voorwaarden voor de lage premie

U kunt het niet gemist hebben: op 1 januari 2020 treedt de WAB in werking. Onderdeel daarvan is de WW-premiedifferentiatie naar de aard van het contract. Er komt onderscheid tussen een lage en een hoge ww-premie. Om het aanbieden van een vast contract aantrekkelijker te maken voor werkgevers, betaalt een werkgever vanaf 1 januari 2020 een lage WW-premie over het loon van een werknemers met een vast contract en een hoge WW-premie over het loon van een werknemer met een flexibel contract.

Om in aanmerking te komen voor de lage premie gelden wel voorwaarden: de lage WW-premie
mag worden afgedragen voor werknemers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor een  onbepaalde tijd, mits er geen sprake is van een oproepovereenkomst. In andere gevallen – behalve enkele specifieke uitzonderingen – geldt de hoge WW-premie.

Let op: arbeidsovereenkomsten die door tijdsverloop zijn geconverteerd van bepaalde naar onbepaalde tijd voldoen niet aan die voorwaarden! De werkgever moet een schriftelijke overeenkomst met de werknemer hebben gesloten waaruit blijkt dat sprake is van ‘onbepaalde tijd’. Ook moet het op de salarisstrook van de werknemer staan. Met de Kamerbrief heeft de minister bekend gemaakt werkgevers nog wat meer tijd, namelijk tot 1 april 2020, te gunnen om dit administratief in orde te maken.

Concreet betekent dit dat u tot 1 april 2020 de tijd hebt om een nieuwe overeenkomst óf een addendum bij de bestaande arbeidsovereenkomst met de werknemer overeen te komen waaruit volgt dat inderdaad sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Als dat niet vóór 1 april 2020 is geregeld, is met terugwerkende kracht per 1 januari 2020 alsnog de hoge premie verschuldigd.

Deze maatregel kan aanleiding zijn om de arbeidsovereenkomsten nog eens onder de loep te nemen en aan te passen waar nodig. Maar een addendum verdient wat ons betreft de voorkeur omdat dat minder voeten in de aarde heeft. Mocht u hulp kunnen gebruiken bij het opstellen van zo’n addendum dan helpen wij u daar graag bij.

Kamerbrief d.d. 12 december 2019: compensatieregeling transitievergoeding

U kunt óók niet gemist hebben dat de Hoge Raad op 8 november 2019 arrest gewezen in de kwestie rondom slapende dienstverbanden. Voor de volledigheid wijs ik u op mijn eerdere artikel hieromtrent, zie hier.

Met de Kamerbrief heeft de minister willen toelichten hoe het arrest zich verhoudt tot de compensatieregeling, maar ook andere onduidelijkheden willen adresseren. Uit de brief vat ik voor u belangrijkste punten als volgt samen:

Die datum ligt – in het geval van slapende dienstverbanden – voor 1 januari 2020. Na 1 januari 2020 wijzigt de opbouw van de transitievergoeding. Het overgangsrecht bepaalt dat wanneer het einde van de 104 weken ziekte vóór 1 januari 2020 ligt, maar de procedure tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst na 1 januari 2020 start, de compensatie ook berekend wordt volgens de nieuwe berekening. Dat kan leiden tot een ‘compensatiegat’. In geval van beëindiging met wederzijds goedvinden, dient de werkgever voor 1-1-2020 met de werknemer tot overeenstemming te zijn gekomen. De daadwerkelijke beëindigingsdatum kan dan overigens wel na 1 januari 2020 liggen.

Als de werknemer tijdens de wachttijd van twee jaar een uitkering ontving, bijvoorbeeld een vervroegde IVA- of een ziektewetuitkering (op grond van de no-riskregeling) dan heeft de werknemer waarschijnlijk minder ‘loon tijdens ziekte’ ontvangen. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat het tijdens ziekte doorbetaalde loon lager is dan de betaalde transitievergoeding waardoor ook een lager bedrag gecompenseerd wordt.

Die consequentie zou ertoe kunnen leiden dat bij werkgevers de prikkel om werknemers met een ziekte(verleden) of handicap in dienst te nemen weggenomen wordt, aldus de minister. De minister gaat dat nader onderzoeken en heeft besloten dit tweede maximum niet in werking te laten treden per 1 april 2020 waardoor ‘gewoon’ de volledige transitievergoeding voor compensatie in aanmerking komt.

Hebt u nog werknemers met slapende dienstverbanden? Het advies is zonder meer om dan nog in 2019 tot overeenstemming te komen met uw werknemer. Wij helpen u ook daar graag bij.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.