Datum: 08 maart 2021
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Valerie Lipman
Leestijd: +/- 2 minuten
Smartwatches zijn de afgelopen jaren flink in populariteit toegenomen. Tegenwoordig kunnen horloges nauwkeurig onze stappen tellen, hartslag meten en berichten ontvangen en versturen. Inherent aan al deze functies is dat allerlei (persoons-)gegevens worden verwerkt. Het gaat om gevoelige (persoons-)gegevens, waardoor producenten van deze horloges maatregelen moeten treffen om te voldoen aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Stel echter dat een producent het niet zo nauw neemt met deze privacyregels en de AVG overtreedt, waarmee deze producent een concurrentievoorsprong krijgt op de betreffende markt. Kunnen andere producenten hem dan daarop aanspreken?
Recent heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een dergelijke situatie. LCT, LifeWatcher en Avium zijn concurrerende producenten van GPS-horloges voor ouderen en hulpbehoevenden. Deze horloges kunnen in geval van nood contact opnemen met familieleden of hulpverleners, privéberichten versturen, medicijnmomenten agenderen en dienen als hartslagmeter en/of stappenteller. De GPS-horloges zijn voorzien van een software en een app om de software te bedienen.
De horloges moeten veel gegevens verwerken om genoemde functies mogelijk te maken en de door de software en app verkregen data worden ten behoeve van het gebruik opgeslagen. Op deze verwerkingen is de AVG van toepassing. Volgens LCT en LifeWatcher houdt Avium zich echter niet aan de AVG. Avium zou haar klanten namelijk onjuist en onvolledig informeren in haar privacyverklaring. Daarnaast zou Avium oneerlijke handelspraktijken hanteren, doordat zij haar klanten misleidt door onjuiste en onvolledige informatie te verstrekken op haar website.
Door het schenden van de AVG en het hanteren van oneerlijke handelspraktijken handelt Avium volgens LCT en LifeWatcher onrechtmatig jegens haar klanten én jegens hen. Avium kan haar horloges volgens hen door de schendingen namelijk veel goedkoper aanbieden, doordat de horloges van Avium ingekocht worden bij een Chinees bedrijf en gebruik maken van een gratis te downloaden app.
LCT en LifeWatcher zijn van mening dat dit leidt tot oneerlijke concurrentie en schade voor hen als gevolg van een lagere verkoop. Zij stelden daarom een vordering tegen Avium in op grond van onrechtmatige daad.
In de eerste plaats overweegt de rechtbank dat voor een onrechtmatige daad vereist is, dat de AVG tot doel heeft de belangen van LCT en LifeWatcher, als concurrent, te beschermen. Uit de AVG blijkt dat doel echter niet. De AVG beoogt namelijk grondrechten en fundamentele vrijheden van natuurlijke personen te beschermen.
Daarnaast is in de AVG ook geen bepaling opgenomen die private handhaving mogelijk maakt. Dit betekent dat de AVG niet de bevoegdheid toekent aan ondernemers om concurrerende ondernemingen aan te spreken op een schending van de AVG. De bevoegdheid tot handhaving is zelfs expliciet toegekend aan de toezichthoudende autoriteiten. Hoewel de handhaving door concurrenten zou bijdragen aan de bescherming van natuurlijke personen, ziet de rechtbank geen aanleiding om dit mogelijk te maken. LCT en LifeWatcher kunnen daarom geen beroep doen op schending van de AVG door Avium.
De uitspraak van de rechtbank had kunnen zorgen voor een extra waarborg van de rechten van burgers. Wanneer ondernemingen elkaar kunnen aanspreken op schendingen van de AVG, leidt dit namelijk ertoe dat ondernemingen de AVG beter in acht nemen. Als zij dat niet doen, lopen ze namelijk het risico op een schadeclaim door concurrenten. Dat betekent dat de rechten van burgers indirect beter gewaarborgd worden door de mogelijkheid van private handhaving. Dat zien we bijvoorbeeld terug bij de Wet oneerlijke handelspraktijken.
Door te overwegen dat de AVG niet strekt ter bescherming van de belangen van concurrenten, wordt deze kans vooralsnog niet gegrepen. Dit is zonde in het licht van de bescherming die het had kunnen bieden.
Aan de andere kant is het de vraag of de rechtbank anders had kunnen overwegen. Bij oneerlijke handelspraktijken volgt uit de considerans – de overwegingen bij die wet – dat de Wet oneerlijke handelspraktijken indirect ook strekt ter bescherming van concurrenten. In de AVG is geen bepaling of overweging opgenomen waaruit blijkt dat de AVG strekt tot bescherming van concurrenten. Om deze reden concludeert de rechtbank dat de AVG niet tot doel heeft de belangen van concurrenten te beschermen. De rechtbank constateert dat de mogelijkheid van private handhaving de bescherming van persoonsgegevens kan versterken, maar oordeelt dat dit onvoldoende is om aan te nemen dat dit een doelstelling van de AVG is.
De Europese wetgever had de bescherming van persoonsgegevens kunnen versterken door in de overwegingen bij de AVG op te nemen dat de AVG indirect tot doel heeft concurrenten te beschermen. In dat geval had de rechtbank namelijk private handhaving kunnen toestaan. Het is een gemiste kans dat dit nu (nog) niet mogelijk is. Wellicht komt daar ooit verandering in.
De bescherming van persoonsgegevens is niet versterkt door private handhaving toe te staan. Dit levert voor ondernemers zowel goed als slecht nieuws op. Het goede nieuws is dat u (vooralsnog) niet kunt worden aangesproken voor oneerlijke concurrentie als gevolg van een schending van de AVG. Het slechte nieuws is dat u ook niet andere ondernemingen daarop kunt aanspreken.
U bent overigens niet van alle gevaar geweken bij schending van de AVG. Een boete door de Autoriteit Persoonsgegevens en een beroep op schadevergoeding door betrokkenen behoren namelijk wél tot de mogelijkheden. Zorg daarom altijd dat u de AVG naleeft. Wij horen het graag als we u daarbij kunnen helpen.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.