Datum: 17 januari 2018
Gewijzigd 14 november 2023
Leestijd: +/- 2 minuten
Een project dat in eerste instantie in strijd lijkt met het bestemmingsplan, hoeft dat toch niet te zijn indien het onder het overgangsrecht valt. Een omgevingsvergunning om af te wijken is dan niet nodig. Dit blijkt nog eens duidelijk uit een uitspraak van de Afdeling van 17 januari 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:146).
In deze zaak deelt het college aan appellant mee dat toezichthouders hebben geconstateerd dat zijn bedrijfsgebouw wordt gebruikt voor bewoning en dat dit volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet is toegestaan. Het college is daarom voornemens hiertegen handhavend op te treden.
Kort na deze mededeling van het college besluit appellant om een omgevingsvergunning aan te vragen zodat het gebouw wél gebruikt kan worden voor bewoning. Het college besluit deze aanvraag echter af te wijzen, vanwege strijd met het geldende bestemmingsplan. Op het perceel rust namelijk de bestemming “Bedrijf”, waardoor bewoning niet is toegestaan. Het college weigert om een vergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan, omdat wonen in het bedrijfsgebouw volgens het college in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Appellant laat het hier niet bij zitten en gaat in beroep tegen de afwijzing.
De rechtbank komt tot de conclusie dat bewoning van het bedrijfsgebouw onder het overgangsrecht valt en dat daarom geen sprake is van strijd met het bestemmingsplan. Vervolgens oordeelt de rechtbank echter dat de omgevingsvergunning van appellant terecht is geweigerd, omdat ‘het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat vanuit ruimtelijk oogpunt de bewoning van de drie woningen onwenselijk is en het college dit belang zwaarder heeft kunnen laten wegen dan de belangen van appellant’. Daarom besluit de rechtbank om de rechtsgevolgen van het besluit tot afwijzing van de aanvraag in stand te laten.
Appellant heeft nu dus het goede nieuws gekregen dat de bewoning niet in strijd is met het bestemmingsplan, maar mag het bedrijfsgebouw desondanks niet gebruiken om in te wonen. Daarom besluit appellant in hoger beroep te gaan.
In hoger beroep oordeelt de Afdeling evenals de rechtbank dat het bedrijfsgebouw onder het overgangsrecht valt, waardoor geen sprake is van strijd met het bestemmingsplan. Dit betekent volgens de Afdeling echter dat voor het gebruik van het bedrijfsgebouw voor bewoning in het geheel geen omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan is vereist. Aan een verdere inhoudelijke beoordeling wordt dan simpelweg niet (meer) toegekomen.
Het college had daarom de aanvraag niet op inhoudelijke gronden kunnen en mogen afwijzen, maar had volgens de Afdeling in plaats daarvan de aanvraag moeten afwijzen met de motivering dat een vergunning in dit geval niet is vereist.
Voor de vraag of er sprake is van strijd met het bestemmingsplan zijn niet alleen de bestemmingsregels van belang, maar ook het overgangsrecht. Er moet dus altijd verder worden gekeken dan alleen naar de planregels met betrekking tot de bestemming. Als de conclusie is dat een bepaalde activiteit volledig valt onder het overgangsrecht is geen omgevingsvergunning vereist.
Wilt u zelf duidelijkheid of uw bouwplan past binnen het bestemmingsplan? Voor een vaste prijs onderzoeken onze specialisten de mogelijkheden. Klik hier voor meer informatie over onze Quickscan bestemmingsplan.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.