Vervroegde IVA-uitkering: praktische tips voor werkgevers

Arbeidsongeschikte werknemers kunnen na twee jaar ziekte bij het UWV een uitkering aanvragen op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Vaak is al snel duidelijk dat een werknemer nooit meer zal kunnen werken. In die gevallen kan een werknemer vervroegd een WIA-uitkering (IVA-uitkering genoemd) aanvragen. Toekenning van deze uitkering heeft ook gevolgen voor de werkgever bij wie de betreffende werknemer in dienst is. Lonneke Nouwen en Bas Blaauwhof staan in deze blog stil bij enkele aandachtspunten en praktische tips voor werkgevers bij de vervroegde IVA-uitkering.

Datum:  26 oktober 2022

Gewijzigd  14 november 2023

Leestijd:  +/- 2 minuten

Arbeidsongeschikte werknemers kunnen na twee jaar ziekte bij het UWV een uitkering aanvragen op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Vaak is al snel duidelijk dat een werknemer nooit meer zal kunnen werken. In die gevallen kan een werknemer vervroegd een WIA-uitkering (IVA-uitkering genoemd) aanvragen. Toekenning van deze uitkering heeft ook gevolgen voor de werkgever bij wie de betreffende werknemer in dienst is. Lonneke Nouwen en Bas Blaauwhof staan in deze blog stil bij enkele aandachtspunten en praktische tips voor werkgevers bij de vervroegde IVA-uitkering.

Uitkering op grond van de WIA

Een werknemer heeft alleen recht op een WIA-uitkering, wanneer diegene door ziekte niet of minder kan werken dan voorheen. Daarnaast geldt een aanvullende eis, die inhoudt dat de werknemer door de ziekte zijn oude loon niet meer kan verdienen. Een aanspraak op een WIA-uitkering ontstaat normaal pas na de volledige wachttijd van minimaal 104 weken arbeidsongeschiktheid.

WGA en IVA

De WIA kent twee uitkeringen: de WGA en de IVA. De WGA-uitkering is bedoeld voor werknemers die weer aan het werk zijn, maar door gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid maximaal 65% van het oude loon kunnen verdienen. De IVA-uitkering is bedoeld voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Dat houdt in dat zij 20% of minder van het loon vóór arbeidsongeschiktheid kunnen verdienen en dat weinig tot geen kans op herstel bestaat.

Werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, hebben mogelijk eerder aanspraak op een IVA-uitkering. Het is in die gevallen voor zowel de werkgever als de werknemer namelijk overbodig om inspanningen te leveren voor re-integratie, terwijl de kans op herstel heel klein is. Zij hoeven niet de volledige wachttijd van 104 weken uit te zitten en mogen al na drie weken arbeidsongeschiktheid een aanvraag indienen voor toekenning van de uitkering. Vervolgens ontstaat de aanspraak op de IVA-uitkering op zijn vroegst tien weken na het indienen van de aanvraag.

Loondoorbetalingsplicht bij de vervroegde IVA-uitkering

Indien een werknemer een IVA-uitkering ontvangt, heeft de werkgever alsnog een wettelijke loondoorbetalingsplicht. De werkgever moet het loon van de werknemer gedurende 104 weken doorbetalen, conform de wet, cao of individueel gemaakte afspraken. De werkgever mag de uitkering wel in mindering brengen op het bedrag dat hij normaal gesproken zou moeten uitkeren aan de arbeidsongeschikte werknemer. Dat geldt ook voor de vakantiebijslag. Het UWV betaalt 8% vakantiebijslag over de bruto uitkering die de werknemer ontvangt. De werkgever is verplicht de vakantiebijslag over het resterende bedrag uit te keren.

Opzegverbod en compensatie transitievergoeding bij de vervroegde IVA-uitkering

Ondanks de aanspraak van de werknemer op een vervroegde IVA-uitkering, geldt gedurende de periode van 104 weken het opzegverbod wegens ziekte. De werkgever mag de arbeidsovereenkomst dus niet beëindigen tijdens deze periode.

Wordt de arbeidsovereenkomst toch eerder beëindigd, bijvoorbeeld door het sluiten van vaststellingsovereenkomst, dan kan de werkgever geen aanspraak maken op de regeling ter compensatie van de transitievergoeding van het UWV. De werkgever moet de transitievergoeding in dat geval volledig zelf dragen. De hoogte van de transitievergoeding wordt berekend aan de hand van het bruto loon van de werknemer, waar hij recht op had vóórdat hij ziek werd.

Opbouw vakantie-uren bij de vervroegde IVA-uitkering

De werknemer die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, bouwt nog steeds vakantie-uren op bij zijn werkgever. Het aantal wettelijke vakantiedagen, moet daarbij gewaarborgd blijven. Werkgevers mogen de opbouw van vakantie-uren dus niet stopzetten. De individuele arbeidsovereenkomst of de cao kunnen wel afwijkende afspraken bevatten over de opbouw van bovenwettelijke vakantie-uren gedurende arbeidsongeschiktheid.

Praktische tips bij de vervroegde IVA-uitkering

  1. Adviseer uw volledig en duurzaam arbeidsongeschikte werknemer tijdig om een uitkering aan te vragen op grond van de WIA. Zo voorkomt u uitzichtloze re-integratie-inspanningen en vangt het UWV (een deel van) de kosten van de verplichte loondoorbetaling.
  2. Houd rekening met het opzegverbod wegens ziekte. U mag het dienstverband van uw werknemer niet beëindigen gedurende de eerste 104 weken arbeidsongeschiktheid. Doet u dit toch, dan wordt de transitievergoeding niet gecompenseerd door het UWV.
  3. Maak afspraken over de vakantieopbouw bij (langdurige) arbeidsongeschiktheid.

Heeft u hulp nodig bij het vaststellen of uw werknemer aanspraak maakt op de vervroegde IVA-uitkering? Bel een van onze advocaten arbeidsrecht of neem contact op via onderstaand formulier.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.