CSRD-richtlijn in de praktijk: duurzaamheidsrapportage voor bouwbedrijven

In verband met de Europese duurzaamheidsambities worden bedrijven de komende jaren verplicht om te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Aangezien een aanzienlijk deel van de totale CO2-uitstoot kan worden gelinkt aan gebouwen en de bouwsector, is het voor veel bedrijven in de bouwketen relevant om de hoogte te zijn van de aankomende rapportageverplichtingen.

Actuele zaken
#vastgoed

Geschreven door:  Layla Verhagen en Marloes Beeren

Leestijd:  +/- 4 minuten

Waarom de CSRD-richtlijn?

De lidstaten van de Europese Unie hebben zich ten doel gesteld om Europa in 2050 klimaatneutraal te maken in de zogenaamde “Green Deal” die op 11 december 2019 is gepresenteerd. Als uitwerking van deze Green Deal wordt momenteel wetgeving ontwikkeld en ingevoerd. Op 28  november 2022 heeft het Europees Parlement ingestemd met invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive richtlijn (CSRD-richtlijn).

Wat houdt de CSRD-richtlijn in?

De CSRD-richtlijn is bedoeld om inzichtelijk te krijgen wat de impact van de activiteiten van ondernemingen is op mens en milieu. Het wordt ondernemers verplicht om hierover te rapporteren in een zogenaamde “duurzaamheidsrapportage”. Op basis hiervan kunnen onder meer banken en investeerders beter beoordelen welke ondernemingen duurzame economische activiteiten ontplooien en welke niet of in minder mate.

De verwachting is dat banken en investeerders hun beleid en voorwaarden voor het verstrekken van krediet daarop gaan afstemmen. Hierdoor wordt bevorderd dat geldstromen gaan naar duurzame ondernemingen. hetgeen bijdraagt aan de doelstellingen uit de Green Deal.

Duurzaamheidsverslaglegging

De CSRD-richtlijn verplicht ondernemingen om in het jaarverslag naast de financiële verslaggeving ook duurzaamheidsverslaggeving op te nemen. Ondernemers moeten dan in hun jaarverslag gaan rapporteren over thema’s als milieu, HR en sociale- en governancekwesties binnen het bedrijf.

De verplichte onderwerpen worden bepaald aan de hand van standaarden, de zogenaamde “European Sustainability Reporting Standards” (ESRS). Er zijn standaarden die gelden voor alle ondernemingen en de overige standaarden worden per sector bepaald.

Het is nog niet volledig uitgewerkt waaraan bouwbedrijven moeten voldoen, maar het is wel raadzaam om bedrijf- en productieprocessen alvast goed in kaart te (laten) brengen met het oog op deze nieuwe wetgeving.

Wanneer geldt deze CSRD-richtlijn?

De CSRD-richtlijn wordt gefaseerd voor bedrijven ingevoerd:

  • Vanaf boekjaar 2024: grote ondernemingen die nu al verplicht rapporteren op basis van het Besluit Bekenmaking Niet-Financiële informatie;
  • Vanaf boekjaar 2025: alle grote ondernemingen;
  • Vanaf boekjaar 2026: beursgenoteerde mkb-ondernemingen;
  • Vanaf boekjaar 2028: niet-EU bedrijven.

Grote ondernemingen

De grootste groep die straks duurzaamheidsverslaggeving moet publiceren zal bestaan uit de grote ondernemingen. Voor deze ondernemingen geldt dat er in 2026 duurzaamheidsverslaggeving gepubliceerd moet worden over het boekjaar 2025. Een onderneming kwalificeert als groot indien er aan twee van de drie onderstaande eisen is voldaan:

  • Meer dan 250 werknemers;
  • Meer dan 40 miljoen euro omzet per jaar;
  • Meer dan 20 miljoen euro op de balans.

Beursgenoteerde ondernemingen (met meer dan 500 medewerkers) zijn al vanaf boekjaar 2024 verplicht om over duurzaamheid te rapporteren.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Naar verwachting zal deze nieuwe wetgeving voor ondernemers weer veel extra administratie en vastlegging met zich meebrengen om ervoor te zorgen dat er gerapporteerd kan worden over de impact van bedrijfsprocessen en bedrijfsactiviteiten op mens en milieu. Daar komt nog bij dat hierdoor wordt bevorderd dat banken, investeerders, klanten etc. in de toekomst transparant een keuze kunnen maken of zij met een onderneming in zee willen gaan op basis van de resultaten uit de duurzaamheidsrapportage.

Concurrentie

Nu duurzaamheid een steeds belangrijker thema wordt, is het dus met het oog op de concurrentie raadzaam om zo hoog mogelijk op het thema duurzaamheid te scoren. Dit vergt voor bouwbedrijven wellicht meer investering in verschillende aspecten van de bedrijfsvoering, zoals risicomanagement, governance, strategie en de interne- en externe verslaggeving. Bouwbedrijven dienen – voor zover dat nog niet is gebeurd – derhalve een duurzaamheidsstrategie op te stellen met duidelijke doelen daarin.

Ook zal er naar verwachting organisatorisch binnen een bouwbedrijf ook het een en ander moeten worden aangepast om inzicht te krijgen in de impact van de bedrijfsactiviteiten.

Druppeleffect

Ook wanneer een onderneming zelf geen duurzaamheidsverslaggeving hoeft te publiceren kan het gevolgen ondervinden van de CSRD-richtlijn. Dit zogenaamde ‘druppeleffect’ kan aan de orde zijn als bouwbedrijven bouwen voor bedrijven die al wel verplicht zijn om te rapporteren. In dat geval zullen er gegevens moeten worden aangeleverd zodat het rapportage plichtige bedrijf aan haar verplichtingen kan voldoen.

Gevolgen van het niet voldoen aan de duurzaamheidsverslaggeving

Concurrentiepositie

Als een bouwbedrijf onvoldoende transparant is voor wat betreft de duurzaamheidsverslaggeving of blootstaat aan grote risico’s door duurzaamheidsaspecten, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de concurrentiepositie van dat bouwbedrijf. Een onderneming die goed scoort op het thema duurzaamheid zal immers aantrekkelijker zijn voor investeerders, banken en klanten.

Aansprakelijkheid bestuur

Verder is het voor een bestuurder van een bouwbedrijf ook van groot belang dat er wordt voldaan aan de verplichtingen uit de CSRD-richtlijn. Het bestuur van een onderneming moet zich bij de vervulling van zijn taak immers richten op het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Als een bestuurder hierbij zijn taak niet goed vervuld, dan kan hij aansprakelijk zijn voor de gevolgen daarvan.

Met de invoering van de CSRD-richtlijn en de daarmee gepaard gaande toenemende invloed van duurzaam ondernemen wordt het belang van de vennootschap mede ingekleurd door duurzaamheidsvoorschriften en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wanneer het vennootschappelijk belang niet wordt gediend, waarbij dus ook aspecten als duurzaamheidsvoorschriften en maatschappelijk verantwoord ondernemen om de hoek komen kijken, loopt een bestuurder mogelijk een risico om aansprakelijk gesteld te worden.

Op dit moment is nog niet duidelijk in hoeverre het niet meewegen van duurzaamheidsvoorschriften bij besluitvorming door het bestuur leidt tot bestuurdersaansprakelijkheid. Wél is de verwachting dat het bestuur verantwoordelijk gehouden kan worden voor het invoeren van en het toezichthouden op het beleid van het nemen van maatregelen inzake passende zorgvuldigheid voor mens en milieu.


Blijf scherp

Al met al genoeg redenen voor bouwbedrijven om bedrijfsprocessen en bedrijfsactiviteiten goed in kaart te (laten) brengen met het oog op de in de toekomst verplichte duurzaamheidsrapportage!

Meer over dit onderwerp: