Factuurfraude: wie is aansprakelijk?

Factuurfraude is een aanzienlijk en zeer actueel probleem. In dit artikel zal ik eerst het algemene juridisch kader schetsen ten aanzien van de vraag wie de schade draagt (en of dus nogmaals betaald moet worden). Daarna zal ik ingaan op de twee hiervoor genoemde uitspraken. Ik zal afsluiten met een korte samenvatting.

Datum:  21 juni 2021

Geschreven door:  Reinier Pijls

Leestijd:  +/- 2 minuten

Factuurfraude is een aanzienlijk en zeer actueel probleem. In mijn praktijk zie ik het regelmatig voorbij komen. Bij factuurfraude onderschept een crimineel een factuur en wijzigt daarop het rekeningnummer waardoor de schuldenaar betaalt op het verkeerde (aan de fraudeur toebehorende) rekeningnummer in plaats van aan zijn schuldeiser.

Regelmatig gebeurt het ook dat de fraudeur zich uitgeeft voor de schuldeiser door een hack of via een vals e-mailadres en de schuldenaar op die manier verzoekt om op een ander rekeningnummer te betalen.

Er rijzen dan tal van vragen zoals wat te doen als je geconfronteerd wordt met fraude – hierover schreef ik eerder een artikel met concrete tips en wie onder de streep de schade draagt als het geld niet (volledig) bij de fraudeur teruggehaald kan worden. Dit laatste is helaas vaak het geval omdat de fraude vaak gepleegd wordt door criminele bendes uit het (verre) buitenland.

In mijn eerdere artikel over factuurfraude:

  1. Belichtte ik de meest voorkomende vormen van factuurfraude;
  2. Gaf ik concrete tips om factuurfraude te voorkomen;
  3. Gaf ik concrete tips wat te doen bij factuurfraude;
  4. Belichtte ik de juridische positie van de bij de factuurfraude betrokken partijen;
  5. Beantwoorde ik de vraag wie onder de streep de schade moet dragen.

Recent zijn er twee uitspraken gewezen – één van de rechtbank Midden-Nederland en één van de Hoge Raad – die illustreren dat het afhangt van de feiten en omstandigheden van het geval wie onder de streep de schade draagt als het geld niet teruggehaald kan worden bij de fraudeur.

In dit artikel zal ik eerst het algemene juridisch kader schetsen ten aanzien van de vraag wie de schade draagt (en of dus nogmaals betaald moet worden). Daarna zal ik ingaan op de twee hiervoor genoemde uitspraken. Ik zal afsluiten met een korte samenvatting.

Algemeen juridische kader

Hoofdregel is – zeker in Business-to-Business situaties – dat de schuldenaar (dus degene die op het verkeerde rekeningnummer betaalt – de schade draagt.

Een geldschuld is namelijk een brengschuld. Dat betekent dat de schuldenaar ervoor moet zorgen dat de betaling ook daadwerkelijk aankomt bij zijn schuldeiser en dat anders de betaling in beginsel niet als bevrijdend wordt aangemerkt. Concreet betekent dit dat de schuldenaar in de regel nogmaals de factuur zal moeten betalen bij factuurfraude.

Onder bijzondere omstandigheden kan dit onredelijk zijn en is een andere uitkomst mogelijk. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als duidelijk is dat binnen de organisatie van de schuldeiser een malverserende medewerker zit die de factuur vervalst heeft. Ook bij consumenten wordt soms een andere verdeling gehanteerd.

Als sprake is geweest van een hack of van een vals e-mailadres geldt bovendien dat de schuldeiser in beginsel aan de schuldenaar mag tegenwerpen dat de verklaring om te betalen op een ander rekeningnummer niet van hem afkomstig is geweest. Concreet betekent dit dat de schuldenaar ook dan in beginsel nogmaals moet betalen.

Ook hier geldt dat de bijzondere omstandigheden van het geval kunnen maken dat aan de schuldeiser toe te rekenen valt dat de schuldenaar de verklaring van de fraudeur voor echt gehouden heeft en ook voor echt mocht houden.

Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de schuldeiser aan de fraude heeft meegewerkt of door het nalaten van voorzorgsmaatregelen heeft toegelaten dat een fraudeur de mogelijkheid gekregen heeft om de fraude te plegen en zich voor de schuldeiser uit te geven.

Dit zal bij uitstek het geval zijn als de schuldeiser zijn ICT-beveiliging niet op orde had, hoewel ook dan gekeken zal moeten worden of de schuldenaar reden had om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van de fraudeur.

Uitspraak rechtbank Midden-Nederland

In een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland betaalde webwinkel Bol.com als gevolg van een hack bij leverancier van huishoudelijke producten Brabantia diverse facturen ter grootte van ongeveer € 750.000,00 aan een fraudeur in plaats van aan Brabantia.

Brabantia vordert in deze procedure betaling van € 750.000,00 voor door haar geleverde producten nu deze door de fraude nooit aan haar betaald zijn.

De rechtbank oordeelt dat Bol.com (nogmaals) moet betalen aan Brabantia, ook al staat vast dat de mailbox van Brabantia gehackt is.

De rechtbank overweegt (op grond van artikel 6:34 lid 1 BW) dat de hoofdregel is dat de betaling van Bol.com aan de fraudeur niet als bevrijdend (jegens Brabantia) wordt aangemerkt, maar dat bijzondere omstandigheden dit anders kunnen maken.

Van dergelijke bijzondere omstandigheden is in de ogen van de rechtbank geen sprake omdat – zeer kort gezegd – Bol.com over informatie beschikte aanleiding had moeten geven tot twijfel en dus nader onderzoek.

Doorslaggevend acht de rechtbank dat:

  1. Gezien de ingrijpende gevolgen van factuurfraude door middel van wijziging van een rekeningnummer en het feit dat Bol.com tegen geringe kosten had kunnen controleren of het verzoek van Brabantia afkomstig was – bijvoorbeeld door telefonisch navraag te doen – van Bol.com bovengemiddelde zorgvuldigheid verwacht had mogen worden;
  2. In de valse brief verzocht wordt om op een Spaans rekeningnummer te betalen, terwijl Brabantia een Nederlandse vennootschap betreft;
  3. In de valse brief allerlei taalfouten stonden.

Argumenten van Bol.com dat Brabantia onzorgvuldig geweest zou zijn door een gebrekkige beveiliging tegen hacks door hier volgens de rechtbank niet aan af (althans maken niet dat sprake is van een uitzondering op de hoofdregel). Bol.com moet dus nogmaals betalen.

Ik vraag mij af of in hoger beroep dit oordeel standhoudt. Niet zozeer vanwege de gemaakte afweging, maar meer omdat de rechtbank artikel 6:34 lid 1 BW toepast, terwijl de Hoge Raad een maand geleden een arrest gewezen heeft waaruit volgt dat de vraag of nogmaals betaald moet worden in factuurfraude zaken niet aan artikel 6:34 lid 1 BW, maar aan andere artikelen (3:35 BW, 3:36 BW, 3:61 lid 2 BW en 6:147 BW) getoetst moeten worden.

Uitspraak Hoge Raad

In deze zaak van de Hoge Raad betaalde handelsonderneming Hascor als gevolg van fraude een bedrag van € 363.394,13 aan een fraudeur in plaats van aan leverancier Devante (dochtermaatschappij van Yildrim Holding waarmee Hascor al jaren zaken deed).

Devante vordert in deze procedure betaling van € 363.394,13 voor door haar geleverde producten nu deze door de fraude nooit aan haar betaald zijn.

De rechtbank wijst de vordering van Devante toe waardoor Hascor (nogmaals) moet betalen. Hascor gaat in hoger beroep.

In hoger beroep wijst het hof de vordering af omdat volgens het hof sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat het aan Devante toe te rekenen valt dat Hascor de e-mail met vervalste factuur voor echt gehouden heeft en redelijkerwijs mocht houden.

Hiertoe acht het hof (onder andere) de volgende omstandigheden doorslaggevend:

  1. De aan Hascor gerichte e-mails waren daadwerkelijk afkomstig van het juiste e-mailadres van Yildrim Holding (de moedermaatschappij van Alcor);
  2. De e-mail bevatte – naast een gewijzigd rekeningnummer – de originele en juiste shipping documents als bijlage;
  3. Devante heeft de wijze van facturen voorgeschreven – waarbij steeds per e-mail gefactureerd werd en steeds een wisselend rekeningnummer gebruikt werd – welke procedure Hascor steeds gevolgd heeft;
  4. Hascor en Yildrim Holding deden jaren zaken met elkaar, waarbij Hascor de order plaatste bij Yildrim Holding en Yildrim Holding steeds andere dochtermaatschappijen – in dit geval Devante – aanwees die overeenkomst zou uitvoeren waardoor per bestelling de opmaak van de facturen verschilde.

Opvallend ten opzichte van de rechtbank Midden-Nederland is dat het hof niet toetst aan artikel 6:34 lid 1 BW – zoals de rechtbank in de Bol.com zaak wel deed – maar aan maar aan de artikelen 3:35 BW, 3:36 BW en 3:61 lid 2 BW en 6:147 BW.

De Hoge Raad laat het oordeel van het hof dat sprake is van bijzondere omstandigheden in stand waardoor Hascor niet (nogmaals) hoeft te betalen.

Bovendien bevestigt de Hoge Raad dat in factuurfraude zaken niet aan artikel 6:34 BW, maar aan de artikelen 3:35 BW, 3:36 BW en 3:61 lid 2 BW en 6:147 BW getoetst moet worden.

Hierbij lijkt ruimte te zijn voor een zeer gewogen oordeel, in die zin dat de schade gedeeltelijk voor rekening van de schuldeiser en gedeeltelijk voor rekening van de schuldenaar kan komen (afhankelijk dus van de omstandigheden van het geval). In de zaak van de rechtbank Midden-Nederland werd nog uitgegaan van een zwart-wit oordeel (namelijk óf wel betalen óf niet betalen).

Voorkomen is beter dan genezen!

Hoofdregel bij factuurfraude is (en blijft) dat de schuldeiser zich jegens de schuldenaar erop mag beroepen dat dat verklaring niet van hem, maar van een fraudeur afkomstig was, ook wanneer de schuldenaar heeft aangenomen en redelijkerwijs mocht aannemen dat de verklaring van de schuldeiser afkomstig was. In dat geval moet de schuldenaar dus (nogmaals) betalen.

Onder bijzondere omstandigheden kan dit anders zijn en hoeft de schuldenaar niet nogmaals te betalen.

Deze omstandigheden moeten wel dusdanig zijn dat zij rechtvaardigen dat aan de schuldeiser geheel of gedeeltelijk wordt toegerekend dat de schuldenaar de verklaring van de fraudeur voor echt gehouden heeft en redelijkerwijs ook mocht houden.

Hierbij kan een rol spelen in hoeverre partijen adequate voorzorgmaatregelen hebben genomen om te voorkomen dat de fraudeur in staat is geweest zich voor de schuldeiser uit te geven. ICT-beveiliging speelt hierbij een belangrijke rol.

Hoe dan ook geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Zorg er dus ervoor dat de kans dat u dit overkomt zo klein mogelijk is. Zie voor concrete tips mijn eerdere artikel.

Als u onverwachts toch geconfronteerd met factuurfraude, onderneem dan direct actie en schakel een advocaat in. Dan heeft u de grootste kans dat u (nog iets van) het betaalde bedrag terugziet.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.