Datum: 18 augustus 2022
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Erik Jansen
Leestijd: +/- 2 minuten
Wanneer een vennootschap in financieel zwaar weer verkeert, maar de onderneming nog wel levensvatbaar is, kan er een akkoord worden aangeboden aan de schuldeisers teneinde een faillissement te voorkomen. De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (hierna: “WHOA”) voorziet in een regeling voor een dwangakkoord buiten surseance en faillissement.
Het bijzondere aan het dwangakkoord is dat niet iedere schuldeiser die in zijn rechten wordt gekort het akkoord hoeft te aanvaarden. Een meerderheid kan een tegenstemmende minderheid binden, zij het dat het akkoord dan wel gehomologeerd (lees: goedgekeurd) moet worden door de rechter.
Op grond van artikel 379 Fw kan de rechter tijdens de totstandkoming van een WHOA-akkoord op verzoek van de schuldenaar zodanige bepalingen maken en voorzieningen treffen als zij ter beveiliging van de belangen van de schuldeisers of de aandeelhouders nodig oordeelt. De open formulering van deze bepaling biedt de rechter de ruimte om voorzieningen op maat te treffen. Deze voorzieningen worden daarom ook wel aangeduid als “maatwerkvoorzieningen”.
De rechter kan ook ambtshalve dan wel op verzoek van de herstructureringsdeskundige voorzieningen treffen. Een herstructureringsdeskundige is een functionaris die tijdens een WHOA-traject benoemd kan worden om een akkoord tot stand te brengen tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers. Lees daarover meer in dit artikel.
De wetgever heeft bij deze maatwerkvoorzieningen het oog gehad op voorzieningen die in de eerste plaats dienen om de belangen van de betrokken schuldeisers of aandeelhouders te waarborgen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het stellen van de voorwaarde dat binnen een bepaalde termijn over het akkoord moet worden gestemd. Ook is het denkbaar dat de rechter bepaalt dat de schuldenaar de schuldeisers en de rechtbank regelmatig moet informeren over hoe het proces vordert.
Recent wees de rechtbank Gelderland een interessant vonnis waaruit bleek dat de maatwerkbepaling van artikel 379 Fw een beperkte reikwijdte heeft.
In deze zaak verzocht de schuldenaar aan de rechtbank om maatwerkvoorzieningen te treffen zoals bedoeld in artikel 379 Fw. De verzoekster was een vennootschap die zich onder meer richtte op de handel in en distributie van bananen op de Russische (spot)markt.
Bij deze zogenoemde spotmarkthandel komen de distributeur en de afnemer de prijs niet vooraf overeen, zoals dat gebruikelijk is in de reguliere handel, maar juist na aflevering van de bananen in Rusland. De schuldenaar had hierdoor aanzienlijke verliezen geleden en was vervolgens in financiële moeilijkheden geraakt. Dit had tot gevolg dat zij haar betalingsverplichting jegens verschillende leveranciers niet langer kon nakomen. Nadat de bananenhandelaar er niet in was geslaagd om de betrokken leveranciers een buitengerechtelijk akkoord aan te bieden, startte zij met de voorbereiding van een gerechtelijk WHOA-akkoord.
Drie leveranciers waren daarvoor al een dagvaardingsprocedure gestart tegen de schuldenaar waarin zij – kort gezegd – betaling van hun facturen vorderden. In één van die procedures was de schuldenaar inmiddels veroordeeld tot betaling van bijna een half miljoen dollar, maar daartegen had zij hoger beroep ingesteld.
De schuldenaar verzocht de rechtbank vervolgens de lopende procedures te schorsen bij wijze van maatwerkvoorziening als bedoeld in artikel 379 Fw. Daarbij stelde zij zich daarbij op het standpunt dat de procedures, gezien het internationale karakter en de complexiteit van de geschillen, omvangrijke kosten meebrachten die zij niet kon dragen. Bovendien zouden deze kosten tevergeefs worden gemaakt, nu de lopende procedures onder het akkoord zullen worden beëindigd en doorgehaald, aldus de schuldenaar.
De leveranciers waren als belanghebbende in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze naar voren te brengen en concludeerden tot afwijzing van het verzoek. Zij wezen daarbij onder andere op de limitatieve schorsingsgronden van artikel 225 en 226 Rv en de beperkte mogelijkheid om op grond van artikel 225 Fw in dagvaardingsprocedures voorzieningen te vragen.
De rechtbank stelt voorop dat de maatwerkvoorzieningen in de eerste plaats dient om de belangen van de betrokken schuldeisers of aandeelhouders te waarborgen. Een maatwerkvoorziening heeft in die zin eenzelfde doel als de andere voorzieningen die gedurende het WHOA-traject verzocht kunnen worden. Denk aan het het verzoek om een afkoelingsperiode af te kondigen (artikel 376 Fw) of het verzoek om rechtshandelingen te mogen verrichten (artikel 42a Fw). Net als de maatwerkvoorzieningen dienen die voorzieningen ertoe om de schuldenaar in staat te stellen een akkoord tot stand te brengen.
De rechtbank overwoog daarnaast dat de wetgever bij de totstandkoming van artikel 379 Fw aansluiting heeft gezocht bij de bestaande maatwerkbepaling voor surseance van artikel 225 Fw. Deze bepaling heeft een beperkte reikwijdte en biedt de rechtbank slechts de bevoegdheid om gedurende de surseance van betaling ten behoeve van alle schuldeisers een ordemaatregel te nemen. Die maatregel heeft als doel om de belangen van de gezamenlijke schuldeisers te beschermen. Schorsing van lopende procedures is daarmee een te vergaande voorziening die niet past in het kader van artikel 379 Fw.
De rechtbank concludeert dus dat lopende rechtszaken niet onder de WHOA kunnen worden geschorst. Ondanks een WHOA-verzoek, moet er dus “gewoon” doorgeprocedeerd worden.
Al met al kan worden geconcludeerd dat de maatwerkbepaling van artikel 379 Fw een beperkte strekking heeft. Bij de invoering van de WHOA heeft de wetgever geen aanleiding gezien tot uitbreiding van de wettelijke schorsingsgronden van lopende procedures. Het voornemen om een akkoord aan te bieden en/of de onmogelijkheid de proceskosten te kunnen dragen vormen dan ook geen grond voor schorsing van lopende procedures tegen schuldeisers.
De advocaten in ons team kunnen u begeleiden tijdens een WHOA-traject. Ook wanneer u als schuldeiser of andere stakeholder wordt geconfronteerd met een WHOA-traject van uw debiteur of contractspartij kunnen wij u van advies voorzien. Neem bij vragen hierover gerust contact met ons op.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.