Datum: 09 januari 2020
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Valerie Lipman
Leestijd: +/- 2 minuten
Op het moment dat een architect een gebouw ontwerpt, ontstaan auteursrechten. Deze rechten zijn onder te verdelen in exploitatierechten en persoonlijkheidsrechten. Opdrachtgevers en vastgoedeigenaren dienen zich goed te realiseren welke gevolgen de auteursrechten van de architect kunnen hebben. Zeker nu de persoonlijkheidsrechten aan de verbouwing van een gebouw in de weg kunnen staan.
De exploitatierechten van de architect zorgen er onder meer voor dat hetgeen de architect heeft ontworpen, niet zonder toestemming van de architect openbaar mag worden gemaakt of mag worden verveelvoudigd. Deze rechten zorgen er bijvoorbeeld voor dat indien een architect in opdracht van zijn opdrachtgever een gebouw ontwerpt, de opdrachtgever slechts één versie van het gebouw mag bouwen en dat alleen de opdrachtgever dat mag doen. Wat wel en niet is toegestaan, hangt steeds af van de licentie die door de architect is verleend. Overigens is het ook mogelijk dat de architect zijn exploitatierechten aan de opdrachtgever overdraagt met behulp van een schriftelijke akte. De exploitatierechten rusten dan niet langer bij de architect, maar bij de opdrachtgever.
Persoonlijkheidsrechten (ook wel morele rechten genoemd) zijn in tegenstelling tot exploitatierechten niet overdraagbaar. Met een beroep op zijn persoonlijkheidsrechten kan de architect optreden tegen onder meer:
1) Een misvorming, verminking of aantasting van het door hem ontworpen gebouw, indien dit tot reputatieschade van de architect kan leiden.
2) Iedere andere wijziging van het door hem ontworpen gebouw, tenzij deze wijziging van zodanige aard is, dat het verzet van de architect in strijd zou zijn met de redelijkheid.
Of een beroep van de architect op zijn persoonlijkheidsrechten succesvol is, hangt steeds af van de omstandigheden van het geval. Zo zal de architect eerder een beroep kunnen doen op zijn persoonlijkheidsrechten bij een grote ingrijpende verbouwing, dan bij een wijziging die op het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw weinig effect heeft. Ook speelt mee of de pandeigenaar de mogelijkheid had om het gebouw te verbouwen met behoud van de essentie van het ontwerp van de architect. Het slopen van een gebouw valt overigens niet onder de bescherming van de persoonlijkheidsrechten. Desondanks kunnen zich situaties voordoen waarin ook de sloop van een gebouw niet zonder meer is toegestaan.
Geschillen tussen een architect en gebouweigenaar zijn zeker niet uitzonderlijk. Zo zijn in de afgelopen jaren onder meer gerechtelijke procedures gevoerd door de architect van het Naturalis in Leiden, de architect van het voormalig pand van KMPG in Amstelveen en de architect van het voormalig Ministerie van Economische Zaken in Den Haag. In deze procedures stond steeds de vraag centraal of de architect zich tegen een verbouwing van het door hem ontworpen pand kon verzetten. In de procedure die door de architect van het pand van Naturalis was aangespannen, is een schikking getroffen van € 1,5 miljoen (door Naturalis over te maken naar een goed doel). Partijen gingen daartoe over nadat de rechtbank een tussenuitspraak had gedaan waarin zij de architect grotendeels in het gelijk stelde. In de andere twee (kort geding) procedures werd de architect in het ongelijk gesteld.
Gerechtelijke procedures zijn in veel gevallen te voorkomen. De architect kan namelijk afstand doen van onder meer het hierboven onder 2) genoemde persoonlijkheidsrecht (van het onder 1 genoemde persoonlijkheidsrecht kan geen afstand worden gedaan). Wanneer aan een architect een opdracht wordt verleend, is het dan ook raadzaam om van die mogelijkheid tot het doen van afstand gebruik te maken. Voorts is het raadzaam de exploitatierechten te laten overgedragen.
Indien op enig moment plannen ontstaan voor een verbouwing, is het altijd raadzaam om in kaart te brengen of, en zo ja welke, persoonlijkheidsrechten zijn overgedragen. Zeker wanneer blijkt dat de architect van geen van zijn persoonlijkheidsrechten afstand heeft gedaan, dient goed in kaart te worden gebracht welke gevolgen een verbouwing heeft op het oorspronkelijke ontwerp. Soms is het zelfs raadzaam de architect te benaderen, teneinde hem te laten instemmen met de verbouwing.
Zoals hierboven opgemerkt, zijn persoonlijkheidsrechten niet overdraagbaar. In beginsel verliezen de persoonlijkheidsrechten hun werking na het overlijden van de architect, maar soms ook pas op een later moment. Gelet op deze lange duur, zullen de persoonlijkheidsrechten vaak nog van kracht zijn wanneer een gebouw wordt verbouwd. Hier dient rekening mee te worden gehouden. Een vroegtijdige signalering van de persoonlijkheidsrechten en goede contractuele afspraken kunnen een hoop (financiële) ellende voorkomen.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.