Kredietopzegging en bancaire zorgplicht: er is een grens aan het doorbelasten van kosten aan de klant

Op grond van de algemene (bank)voorwaarden (hierna: de ABV) kan de bank kosten, die zij maakt in het kader van een kredietrelatie, doorbelasten aan de klant. Zo heeft de bank het recht om de advocaat- en executiekosten volledig door te berekenen aan de klant. Een dergelijke situatie deed zich voor in een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2023:1650). Daarin wordt dit recht op doorbelasting door het hof beperkt op grond van de bancaire zorgplicht en de redelijkheid en billijkheids-maatstaf.

Datum:  23 januari 2024

Geschreven door:  Heleen Wessel- Krijger en Jelle Alkema

Leestijd:  +/- 4 minuten

Waarover moest het hof oordelen?

Kort gezegd, was er sprake van de volgende situatie. Een aantal hoofdelijk verbonden (vastgoed)kredietnemers had een financieringsrelatie met ING bank. Deze relatie is door de bank beëindigd vanwege het onvoldoende informatie verschaffen over de eigendoms- en zeggenschapsstructuur binnen de groep.

De kredietnemers hebben in twee kort gedingen een langere opzegtermijn gevorderd en het beschikbaar blijven stellen van de zakelijke bankrekeningen. Beide vorderingen zijn zowel in eerste aanleg als in hoger beroep afgewezen. Vervolgens is de bank overgegaan tot executie van haar zekerheden. De executieveilig is uiteindelijk afgewend door een onderhandse verkoop van de registergoederen door de kredietnemers zelf. Met de opbrengst daarvan is de bank volledig voldaan.

De bank heeft in haar aflosnota’s aan de notaris als kosten onder meer opgenomen de proceskosten (waarvan voor nu relevant de advocaatkosten), de kosten ter voorbereiding van de executieveiling en een vergoeding voor vervroegd aflossing (hierna: VVA).

De kredietnemers zijn het oneens met deze afrekennota’s en starten een procedure. De rechtbank wijst hun vorderingen af. De kredietnemers gaan tegen dit vonnis in hoger beroep bij het hof Amsterdam. Daar vinden zij meer gehoor.

Tot welk oordeel kwam het hof?

1. Proceskosten

Op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden en de Algemene Bankvoorwaarden (ABV) komen alle (buiten)gerechtelijke kosten voor rekening van de kredietnemers. Dit geldt dus ook voor de proceskosten van de twee kort gedingen tegen de opzegging, die door de kredietnemers zijn verloren.

Het hof erkent dit met zoveel worden, maar voegt daar een extra voorwaarde aan toe: van de bank ‘mag worden verwacht dat zij, wanneer de klant daarom verzoekt, een nauwkeurige specificatie van de betreffende kosten verstrekt, waarbij het voor de klant duidelijk is hoeveel tijd er is besteed aan welke werkzaamheden’.

Het is volgens het hof onvoldoende wanneer in de declaraties de namen van de personen staan die de werkzaamheden hebben verricht, wat hun uurtarief is, hoeveel tijd zij in totaal hebben besteed en met een algemene omschrijving van hun werkzaamheden. Het hof verlangt een nog verdergaande specificatie. Daarbij komt dat het hof het gereduceerde uurtarief van € 400,00 euro onredelijk hoog vindt, in het licht van het feit dat de klant geen invloed heeft op de keuze voor de advocaat en zijn tarief.

Op grond hiervan en in het licht van de bancaire zorgplicht om rekening te houden met de belangen van de cliënt (art. 2 ABV), beslist het hof dat slechts de helft van de berekende kosten aan de cliënt doorberekend kunnen worden op grond van de redelijkheid en billijkheid.

Onduidelijk is waar het hof de zeer vergaande specificatie eis vandaan haalt, nu dit niet in de ABV of de overeenkomst tussen partijen staat. Alleen wanneer een kostenbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, kan een rechter deze kosten matigen. Zeker tegen de achtergrond dat de bank de executie heeft gestaakt onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de rente en kosten door de kredietnemers worden voldaan, had de rechter zich terughoudender kunnen opstellen.

2. Veilingkosten

Hetzelfde oordeel wordt toegepast op de kosten ter voorbereiding van de executieveiling. De door de bank ingeschakelde veilingnotaris was reeds begonnen aan de voorbereidingen van de veiling. Hier waren kosten mee gemoeid.

Dat er executiekosten in rekening werden gebracht, vindt het hof niet onredelijk. De hoogte acht het hof daarentegen wel onredelijk. Ook deze kostenpost wordt gehalveerd. De executiekosten zouden onvoldoende zijn gespecificeerd en het honorarium van de veilingnotaris staat in de visie van het hof niet in verhouding tot de verrichtte ‘standaard werkzaamheden’.

Ook deze beslissing en motivering laat te wensen over. Het zijn de kredietnemers die de bank verzoeken de executie te staken en in te stemmen met een onderhandse verkoop. De bank gaat hiermee akkoord als zij volledig wordt voldaan, inclusief rente en kosten.

Bovendien brengt art. 3:269 BW met zich dat de veilingverkoop voorkomen kan worden door voldoening van de bankschuld waarvoor het hypotheekrecht tot waarborg strekt, te vermeerderen met de reeds gemaakte kosten van de executieverkoop.

3. Vergoeding voor Vervroegd Aflossen (VVA)

De kosten voor de vervroegde aflossing van de financiering laat het gerechtshof in stand. Deze kosten (schade) zien op de misgelopen rente vanwege de vervroegde aflossing. Het feit dat de bank zelf de beëindiging heeft geïnitieerd, acht het hof niet voldoende om deze kosten niet in rekening te brengen. Partijen zijn overeengekomen dat de cliënt steeds een VVA moet betalen, ongeacht de reden van de vervroegde aflossing. Dit beding laat het hof terecht onverkort in stand.

Conclusie

Het hof gaat vrij ver in de redelijkheid en billijkheid-correctie van de gemaakte proces- en veilingkosten. De rechter kan pas ingrijpen als een en ander naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het feit dat het hof de specificatie-eis op die grond invoert en daarbij de uurtarieven onredelijk hoog acht, waarbij meespeelt dat bepaalde werkzaamheden naar het oordeel van de rechter slechts ‘standaard werkzaamheden’ zijn, is niet in lijn met de terughoudendheid die een rechter dient te laten zien bij de toetsing van de redelijkheid en billijkheid. De bancaire zorgplicht maakt die terughoudendheid niet anders.

Het wordt voor banken en financiers niet duidelijker in hoeverre zij hun proces- en executiekosten aan de klant kunnen doorbelasten. Het is raadzaam dat zij voorzichtigheid in acht nemen als zij deze kosten volledig doorbelasten en deze in ieder geval zo goed als mogelijk specificeren. Voor kredietnemers is van belang dat zij de in rekening gebrachte proces- en executiekosten nauwkeurig tegen het licht houden en daar, zo nodig, bezwaar tegen maken.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.