Datum: 03 november 2020
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Antoinette Niebeek
Leestijd: +/- 2 minuten
Na twee jaar ziekte beoordeelt het UWV of werkgever en werknemer hebben voldaan aan hun re-integratieverplichtingen. Dit oordeel wordt de RIV-toets (re-integratie-verslag-toets) genoemd. Op 1 oktober 2020 heeft Minister Koolmees een wetsvoorstel ingediend dat ervoor moet zorgen dat voortaan niet het oordeel van de verzekeringsarts, maar het advies van de bedrijfsarts leidend is bij die RIV-toets. De wetswijziging moet per 1 september 2021 ingaan. Wat verandert precies?
Werkgevers moeten gedurende 104 weken het loon van hun zieke werknemer doorbetalen. Tijdens die periode rusten daarnaast op zowel de werkgever als de werknemer re-integratieverplichtingen. De werkgever is verplicht zich daarbij te laten begeleiden door de bedrijfsarts. Na die 104 weken beoordeelt het UWV of aan de re-integratieverplichtingen zijn voldaan (de RIV-toets). Als de inspanningen volgens het UWV onvoldoende zijn, dan kan het UWV de werkgever een loonsanctie opleggen van maximaal 52 weken. De werkgever moet dan dus nog langer het loon van de werknemer doorbetalen.
Het UWV laat zich bij de RIV-toets leiden door het rapport van de arbeidsdeskundige. Als de arbeidsdeskundige medische vragen heeft of als er onduidelijkheden bestaan over het dossier, dan schakelt de arbeidsdeskundige de verzekeringsarts in. De verzekeringsarts wordt in ieder geval ingeschakeld als de bedrijfsarts een medische urenbeperking heeft gesteld, als de bedrijfsarts (perioden) van geen of weinig re-integratiemogelijkheden aanwezig achtte en als de bedrijfsarts heeft geoordeeld dat er in het geheel géén re-integratiemogelijkheden zijn (zogenoemd re-integratiebelemmerend advies).
Het oordeel van de verzekeringsarts kan afwijken van dat van de bedrijfsarts. Daarbij is dan sprake van een ‘medisch verschil van inzicht’. Die grond kan ertoe leiden dat het UWV een loonsanctie oplegt, terwijl de werkgever juist het advies van de bedrijfsarts heeft opgevolgd. Het enige middel waarover de werkgever in zo’n geval nu beschikt is het aansprakelijk stellen van de bedrijfsarts, een lastige route om te bewandelen.
De regering wil de onzekerheid over het al dan niet krijgen van een loonsanctie op grond van een medisch verschil van inzicht wegnemen. Het voorstel is dat het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend wordt. De arbeidsdeskundige beoordeelt of de werkgever en werknemer de re-integratie-inspanningen hebben verricht die de bedrijfsarts heeft geadviseerd. Op basis van dat oordeel concludeert het UWV of een loonsanctie moet worden opgelegd. De verzekeringsarts beoordeelt dus niet langer het advies van de bedrijfsarts.
Het blijft nog steeds mogelijk om een loonsanctie op te leggen, maar een loonsanctie vanwege een medisch verschil van inzicht zal na inwerkingtreding van de wet niet meer voorkomen.
De verwachting is dat het wetsvoorstel per 1 september 2021 in werking treedt. Dat betekent dat het UWV tot dat moment nog wél een loonsanctie kan opleggen op grond van een medisch verschil van inzicht. Bij twijfel over het advies van de bedrijfsarts kan het daarom raadzaam zijn het UWV om een deskundigenoordeel te vragen.
Wat ons betreft is de wijziging van de RIV-toets een welkome aanpassing die bijdraagt aan meer zekerheid en duidelijkheid voor werkgevers gedurende de re-integratieperiode.
De wijziging maakt deel uit van een groter pakket aan maatregelen dat de minister al in 2018 aankondigde en dat knelpunten voor werkgevers bij loondoorbetaling bij ziekte moet wegnemen. Zo is per 1 januari 2020 de MKB verzuim-ontzorgverzekering ingegaan. Ook voegt het UWV sinds medio 2020 een samenvatting toe aan de argumentatie van de arbeidsdeskundige over de RIV-toets, zodat die transparanter wordt. Daarnaast moet er nog een premiekorting voor werkgevers komen voor het tweede ziektejaar en wil de minister experimenten in het tweede spoor gaan starten die kunnen leiden tot meer re-integratie bij een andere werkgever.
We houden u van de ontwikkelingen op de hoogte!
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.