Datum: 09 januari 2019
Gewijzigd 14 november 2023
Leestijd: +/- 2 minuten
Het herbestemmen van een productielocatie kan grote gevolgen hebben voor de eigenaar en gebruiker van die gronden. Het komt met enige regelmaat voor dat de herbestemming niet overeenkomt met de bestaande bedrijvigheid of dat de toegestane bedrijvigheid wordt beperkt. Dit heeft gevolgen voor de verkoopbaarheid van de gronden. Het is daarom als grondeigenaar of gebruiker van een productielocatie van groot belang scherp te zijn op bestemmingsplanherzieningen.
Bestemmingsplannen worden over het algemeen eens in de zoveel jaar herzien. Er kan ook sprake zijn van nabijgelegen ontwikkelingen, zoals woningbouwplannen, die nopen tot een planherziening.
Bij industrie- en bedrijventerreinen speelt dan vaak dat in de meeste bestemmingsplannen een scala aan bedrijvigheid is toegestaan. De toegestane bedrijvigheid wordt dan slechts beperkt door het toestaan van bepaalde milieucategorieën. Het is in dat geval bij de planherziening moeilijk om alle potentiële milieugevolgen in kaart te kunnen brengen, er is immers een groot aantal bedrijven mogelijk en al die bedrijven hebben hun eigen gevolgen voor het milieu.
Bij de herziening van bestemmingsplannen wordt daarom met enige regelmaat alleen uitgegaan van de bestaande bedrijfsvoering, in plaats van alle bedrijvigheid die ter plaatse in eerste instantie was toegestaan. Zeker als in de nabijheid van het industrieterrein ook andere ontwikkelingen, zoals woningbouw, zijn voorzien.
Uitgangspunt is dat er aan een bestemmingsplan geen blijvende rechten kunnen worden ontleend. Dat bedrijvigheid in meer milieucategorieën is toegestaan, is op zichzelf dus geen reden om dat bij een herziening zo te laten. Er moet uiteraard wel een belangenafweging plaatsvinden als een toegestaan gebruik wordt wegbestemd.
Als er voor wordt gekozen alleen de bestaande bedrijvigheid te bestemmen, dan moet dat uiteraard wel zorgvuldig gebeuren. Dat gaat helaas echter nogal eens fout.
In een zaak (ECLI:NL:RVS:2018:2081) over een asfaltfabriek in Koudekerk aan de Rijn ging het ook mis. De gemeenteraad had beoogd de bestaande bedrijfsvoering van de asfaltfabriek te bestemmen. De raad had echter een milieucategorie vastgesteld die niet overeen kwam met de daadwerkelijke productie(capaciteit) van de asfaltfabriek en dus werd het bestemmingsplan deels vernietigd.
Dit bedrijf had de fout gelukkig opgemerkt. Als dat niet zo was geweest, was de bestaande bedrijfsvoering onder het overgangsrecht gebracht en had iedere wijziging van de bedrijfsvoering problemen op kunnen leveren.
Maar ook als wel de bestaande bedrijfsvoering wordt bestemd, is het oppassen. Het bestemmen van de bestaande bedrijfsvoering is op het eerste oog niet per se een probleem voor de eigenaar of gebruiker van de gronden. De bestaande productieprocessen en bedrijfsvoering worden er niet door geraakt.
Een maatbestemming kan in de weg gaan zitten als het aldaar gevestigde bedrijf haar bedrijfsvoering wil wijzigen of uitbreiden. Daar is in een maatbestemming vaak niet in voorzien.
Bovendien zijn gronden met een maatbestemming aanzienlijk moeilijker te verkopen dan gronden met een algemenere bedrijfsbestemming. Gezien de beleidsruimte van de gemeenteraad heeft dat argument in de bestemmingsplanprocedure over het algemeen geen kans van slagen (zie daarover bijvoorbeeld: ECLI:NL:RVS:2016:2689), maar dit neemt niet weg dat het opleggen van een maatbestemming kan leiden tot flinke planschade.
Daar weten ze bij de gemeente Maasdriel inmiddels alles van. In mijn blog van 4 mei 2018 beschreef ik een zaak waarin het met een maatbestemming herbestemmen van een productielocatie voor kunststofverpakkingsmaterialen de gemeente Maasdriel ongeveer € 570.000,- aan planschade heeft gekost.
Het is niet ondenkbaar dat productiebedrijven zo’n planschadeclaim mislopen. Als de eigen bedrijfsvoering netjes is bestemd, is er voor de dagelijkse gang van zaken niets aan de hand. Zeker niet als er geen concrete plannen voor verkoop zijn.
De planschadeclaim verjaart echter vijf jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan. Als men er na meer dan vijf jaar, bijvoorbeeld bij verkoop van de gronden, achter komt dat de mogelijkheden toch niet meer zo ruim zijn als ze ooit waren, dan kan er geen planschade meer worden verhaald bij de gemeente. Een groot sluimerend risico dus. Het is dus van belang hier altijd goed op te blijven letten, ook als er op het eerste oog niets aan de hand lijkt.
Wilt u zelf duidelijkheid of uw bouwplan past binnen het bestemmingsplan? Voor een vaste prijs onderzoeken onze specialisten de mogelijkheden. Klik hier voor meer informatie over onze Quickscan bestemmingsplan.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.