Ruimtelijke ordening niet geschikt voor handhaving overlast flitsbezorgers

Flitsbezorgers van boodschappen en andere (snelle) bezorgdiensten schieten als paddenstoelen uit de grond en daarmee ontstaan kennelijk ook juridische discussies. Zo zouden gemeenten op basis van het bestemmingsplan optreden tegen de aanwezigheid van flitsbezorgers van boodschappen. Het is zeer de vraag of dergelijke handhavingskwesties moeten (of kunnen) worden opgelost via de ruimtelijke ordening.

Datum:  25 januari 2022

Gewijzigd  14 november 2023

Leestijd:  +/- 2 minuten

Flitsbezorgers van boodschappen en andere (snelle) bezorgdiensten schieten als paddenstoelen uit de grond en daarmee ontstaan kennelijk ook juridische discussies. Zo zouden gemeenten op basis van het bestemmingsplan optreden tegen de aanwezigheid van flitsbezorgers van boodschappen. Het is zeer de vraag of dergelijke handhavingskwesties moeten (of kunnen) worden opgelost via de ruimtelijke ordening.

Besteed aandacht aan de planologische situatie

Als exploitant van een bezorgdienst, verhuurder of projectontwikkelaar is het belangrijk goed te inventariseren waar het vestigen en uitbaten van dergelijke diensten aan moeten voldoen.

Daarvoor is onder meer van belang hoe flitsbezorgdiensten of bezorghubs in planologische zin kwalificeren. Daarbij liggen twee bestemmingen voor de hand, ‘detailhandel’ of ‘bedrijven’. Gemeenten zijn (tot op bepaalde hoogte, onder meer vanwege rechtszekerheid) vrij die bestemmingen te definiëren. De reikwijdte van die bestemmingen kan dus per gemeente en zelfs per bestemmingsplan verschillen.

Bezorgdiensten op bedrijventerreinen

Hoewel de discussie over flitsbezorgers en bezorghubs nieuw is, zijn de discussies over de planologische kwalificatie van webshops of afhaaldiensten op bijvoorbeeld bedrijventerreinen zeker niet nieuw.

Zo oordeelde de rechtbank over een online drankenhandel die vanaf een bedrijfslocatie online drank aanbood, betalingen accepteerde en goederen inpakte en ter verzending aanbood dat dit viel onder de definitie van detailhandel. De kwalificatie van de drankenhandel als detailhandel leverde strijd op met de geldende bedrijfsbestemming.[1]

Een heel andere uitkomst was er in een zaak waarin een webshop tevens een afhaalbalie had. Ook deze webshop had zich gevestigd op een locatie waarop een bedrijfsbestemming rustte. De rechtbank kwalificeerde de (feitelijke) levering via de afhaalbalie als detailhandel. Levering door middel van een bezorgdienst bij consumenten thuis is naar het oordeel van de rechter daarentegen géén detailhandel in de zin van de planvoorschriften.[2]  De rechtbank achtte het daarbij relevant dat ter plaatse ook een postorderbedrijf toegelaten was.

Zijn bezorgdiensten detailhandel?

Bezorgdiensten kunnen ook kwalificeren als detailhandel. Een vestiging van een webwinkel met daarbij ook uitgestalde producten en toegang voor bezoekers is al snel aan te merken als detailhandel.[3] Een webwinkel met afhaalbalie kwalificeert ook al snel als detailhandel. Er is in het verleden ook regelmatig geprocedeerd over afhaal- en bezorgservices voor pizza’s en daarover is al eens geoordeeld dat dit kwalificeerde als detailhandel.[4] Voor flitsbezorgers en bezorghubs geldt echter dat er over het algemeen in het geheel geen afhalen of uitstalling van producten plaatsvindt. In de eerder genoemde zaak van de online drankenhandel was er echter ook geen uitstalling of aflevering van producten en was desalniettemin sprake van detailhandel in de zin van dat bestemmingsplan.

Van geval tot geval beoordelen

Kortom: het zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld of sprake is van detailhandel of een bedrijf (niet zijnde detailhandel) in de zin van het bestemmingsplan. Het is daarom ook zeker niet per definitie zo dat flitsbezorgers en bezorghubs niet zijn toegestaan binnen een bedrijfsbestemming en juist wel binnen een detailhandelsbestemming of vice versa. Het is zelfs wel denkbaar dat zij in sommige bestemmingsplannen onder beide bestemmingen zijn toegestaan.

Openbare orde

Het is ook zeer de vraag of de ruimtelijke ordening, zoals bestemmingsplannen, moet worden ingezet voor handhaving op overlast van flitsbezorgdiensten. De in de media geuite klachten over overlast zien toch vaak op (asociaal) gedrag van specifieke personen en niet per se op ruimtelijke aspecten die inherent zijn aan de bedrijfsvoering van de bezorgdiensten. Als we het hebben over asociaal weggedrag, intimidatie of geluidsoverlast door excessief gedrag van personen is er meer sprake van een openbare orde-kwestie dan van aspecten die zouden moeten worden gereguleerd middels de ruimtelijke ordening.

Het ligt dan wat ons betreft meer voor de hand om op basis van het strafrecht of de openbare orde (APV) te handhaven tegen die specifieke personen.

Afronding

Al met al geldt dat niet in algemene zin kan worden gezegd dat flitsbezorgdiensten of bezorghubs onder een bepaalde bestemming vallen. Wat ons betreft is dat ook helemaal niet zo relevant om op te kunnen treden. De APV biedt volgens ons meer passende handhavingsmogelijkheden.


[1] Rechtbank ’s-Hertogenbosch 27 december 2011, ECLI:NL:RBSHE:2011:BV0158.

[2] Rechtbank Oost-Brabant 14 maart 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:1154.

[3] ABRvS 14 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1546.

[4] ABRvS 22 maart 2001, ECLI:NL:RVS:2001:AB1871.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.