Op 13 november 2023 is er een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer voor aanpassing van enkele bepalingen omtrent de geschillenregeling alsmede ter verduidelijking van de ontvankelijkheidseisen voor de enquêteprocedure voor aandeelhouders en certificaathouders van beursvennootschappen (Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure (‘Wagevoe’)). Op 4 juni 2024 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen en het treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De inhoud van het wetsvoorstel staat hiermee vast. Kimo van Dijck en Emile Sahhar lichten toe wat deze wet voor wijzigingen met zich brengt.
Datum: 12 juni 2024
Gewijzigd 12 juni 2024
Geschreven door: Kimo van Dijck en Emile Sahhar
Leestijd: +/- 5 minuten
De Wagevoe is tot stand gekomen om de effectiviteit van de geschillenregeling te verbeteren. Dit is ingegeven vanuit de gedachte dat de geschillenregelingsprocedures niet van wezenlijke waarde zijn voor de praktijk, terwijl zowel de aandeelhouders als de vennootschap zelf en haar werknemers profiteren van een effectieve geschillenregelingsprocedure. De vennootschap en de daarbij betrokken belangen zijn over het algemeen niet gebaat bij ruziënde aandeelhouders.
Daarnaast is de Wagevoe er gekomen om de ontvankelijkheidseisen voor een enquêteprocedure te verduidelijken, aangezien uit onderzoek is gebleken dat beursvennootschappen met een hoge beurswaarde de toegang tot de enquêteprocedure kunnen bemoeilijken door een lage nominale waarde toe te kennen aan de geplaatste aandelen. Dit strookt met de doelen van de Wet aanpassing enquêterecht uit 2012 en wordt middels de Wagevoe weer rechtgetrokken.
Wanneer er binnen een vennootschap een conflict ontstaat tussen aandeelhouders, hebben de aandeelhouders de mogelijkheid om via de geschillenregelingsprocedures een gedwongen overdracht van aandelen of stemrecht te bewerkstelligen. Een andere mogelijkheid is om de rechter de prijs te laten bepalen waartegen de aandelen moeten worden overgedragen.
De geschillenregeling voorziet in vier procedures, namelijk de 1) uitstoting (artikel 2:336 Burgerlijk Wetboek (‘BW’)), 2) overdracht van stemrecht voor het geval het stemrecht berust bij een vruchtgebruiker of pandhouder van aandelen (artikel 2:342 BW), 3) uittreding (artikel 2:343 BW) en 4) de vriendelijke uittreding (artikel 2:343c BW). De meest voorkomende zijn uitstoting en uittreding.
In de kern door (I) een aanpassing in het toepassingsgebied; (II) een aanpassing van enkele procedurele aspecten; en (III) verruiming van de gronden voor toewijzing van de uitstoting. Verder wordt in de Wagevoe de (vriendelijke) uittreedvordering opengesteld voor bewilligde en vergadergerechtigde certificaathouders.
Als aandeelhouder kun je een verzoek bij de Ondernemingskamer indienen om een onderzoek te gelasten naar het beleid en de gang van zaken van een vennootschap en eveneens verzoeken om onmiddellijke voorzieningen te treffen. Om een dergelijk verzoek in te kunnen dienen, gelden er ontvankelijkheidseisen.
De Wagevoe past alleen de ontvankelijkheidseisen voor beursgenoteerde vennootschappen aan. In het huidige recht wordt er een onderscheid gemaakt tussen beursvennootschappen met een geplaatst kapitaal van onder de €22,5 miljoen en een geplaatst kapitaal van meer dan €22,5 miljoen. Nu bepaalt de hoogte van het geplaatste kapitaal nog wat de ontvankelijkheidseisen zijn.
Uit onderzoek is gebleken dat de ontvankelijkheidseis voor beursvennootschappen met een geplaatst kapitaal van maximaal €22,5 miljoen een ongewenst negatief effect kan hebben op de toegang voor kapitaalverschaffers tot de Ondernemingskamer om een enquête te gelasten. Dit is het geval wanneer een beursvennootschap een lage nominale waarde heeft toegekend aan de aandelen in de statuten, maar de beurswaarde in de realiteit veel hoger ligt.
Bij invoering van de Wagevoe verdwijnt dit onderscheid en zal voor iedere beursgenoteerde vennootschap dezelfde ontvankelijkheidseis gelden, namelijk: kapitaalverschaffers die ten minste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, zijn ontvankelijk in hun verzoek alsmede kapitaalverschaffers die ten minste een beurswaarde van €20 miljoen vertegenwoordigen. Dit zijn alternatieve criteria. Dat houdt in dat er minimaal aan één van de twee voldaan moet zijn om ontvankelijk te zijn bij de Ondernemingskamer.
Kortom: zodra de Wagevoe in werking treedt, zal er in de ondernemingsrechtelijke praktijk het een en ander gaan veranderen op het gebied van het enquêterecht en de geschillenregeling.
Heeft u vragen over de wijzigingen die met de inwerkingtreding van de Wagevoe gepaard gaan? Of wilt u geadviseerd worden in het kader van een bepaalde aandelenoverdracht? Neem dan contact op met onze specialisten.