Datum: 24 september 2019
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Ruud Olde
Leestijd: +/- 2 minuten
Vorige week adviseerde de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad ons hoogste rechtscollege om werkgevers te dwingen slapende dienstverbanden (na twee jaar ziekte van de werknemer) te beëindigen, als de werknemer daarom vraagt (zie de blog van Nieske Nijkamp van afgelopen woensdag). Als gevolg daarvan moet ook de transitievergoeding aan die werknemers worden betaald.
Een van de argumenten van de A-G om dit advies te geven, is dat werkgevers vanaf 1 april volgend jaar de betaalde transitievergoeding gecompenseerd kunnen krijgen van het UWV. Die compensatie is echter aan regels gebonden én kent ook bepaalde grenzen. Zo zal het UWV nooit meer compensatie betalen dan de hoogte van de transitievergoeding op het moment dat de werknemer twee jaar ziek is. In veel gevallen vindt de beëindiging veel later plaats, waardoor de transitievergoeding hoger is. De werkgever mist dan een stuk compensatie.
Los daarvan moeten de afspraken rondom de beëindiging goed zijn vastgelegd, zodat duidelijk is dat voldaan wordt aan de voorwaarden voor compensatie. Met name voor een vaststellingsovereenkomst gelden specifieke eisen. Het is zaak nu al te controleren of reeds gesloten of nog te sluiten vaststellingsovereenkomsten ‘compensatie proof’ zijn, zodat u na 1 april a.s. niet met een afwijzing van de aanvraag voor compensatie wordt geconfronteerd! Nu bestaat nog de mogelijkheid eventuele omissies te herstellen. Wij adviseren u er graag over.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.