Datum: 15 september 2021
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Annemarie van Woudenberg
Leestijd: +/- 2 minuten
Volgens Uber wordt via haar platform alleen samengewerkt met zelfstandige chauffeurs (en dus geen werknemers) waar alleen klanten en chauffeurs (vraag en aanbod) worden samengebracht. De FNV was het daar niet mee eens en stapte naar de rechter. De betrokkenheid van Uber zou veel groter zijn dan alleen het beschikbaar stellen van een platform, omdat Uber de vervoersdiensten tot in detail zou regelen. De rechtbank Amsterdam stelde FNV afgelopen maandag in het gelijk: de rechtsverhouding tussen Uber en de chauffeurs voldoet aan alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst. Voor Uber is dit een grote financiële klap. Niet alleen moet de cao Taxivervoer direct worden toegepast en moet Uber een schadevergoeding betalen van € 50.000,00, het risico bestaat ook dat chauffeurs nabetaling van loon vorderen (op basis van de cao) over reeds gewerkte periodes.
(Digitale) Platformarbeid maakt al jaren een explosieve groei door. Bij deze vorm van arbeid is er volgens partijen geen sprake van een arbeidsovereenkomst, maar werkt degene die de arbeid verricht als zzp’er. Het platform verbindt klanten met de zzp’er. Het bedrijf dat het platform ter beschikking stelt, betaalt de zzp’er na het voltooien van de opdracht uit - met aftrek van de servicekosten. Zo brengt het platform vraag en aanbod bij elkaar. Bekende voorbeelden van dergelijke platforms zijn Uber (taxiservice) en Deliveroo (maaltijdbezorging).
Voor de zelfstandige brengt de platformarbeid voordelen met zich. Zo is hij vrij om te kiezen welke opdrachten hij (wanneer en hoe) wel en niet wil aannemen. Het bedrijf dat het platform ter beschikking stelt hoeft zich aan de andere kant niet bezig te houden met allerhande personeelszaken en -kosten. Ook bestaat geen verplichting tot naleving van de (voor de werknemer beschermende bepalingen in de) wet of een cao. Denk hierbij aan minimumlonen, doorbetaling bij ziekte, vakantiedagen, ontslagbescherming etc.
Als partijen ervoor kiezen om zich op deze wijze aan elkaar te verbinden, waarom zou dat dan niet kunnen?
In november 2020 oordeelde de Hoge Raad dat de bedoeling van partijen (wel of geen arbeidsovereenkomst) voor het beoordelen van de arbeidsrelatie niet zo relevant is. Waar het om gaat, is of de tussen partijen overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. In diezelfde lijn werd in februari van dit jaar door het hof Amsterdam bevestigd dat tussen Deliveroo en zijn maaltijdbezorgers arbeidsovereenkomsten bestaan, ondanks wat partijen zelf voor ogen hadden. Die zaak was overigens ook aanhangig gemaakt door de FNV.
Gezien deze uitspraken, is de uitkomst van de zaak tegen Uber dus niet heel verrassend. Volgens de rechtbank Amsterdam voldoen de tussen Uber en de chauffeurs overeengekomen rechten en verplichtingen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. In de eerste plaats is er sprake van loon. De chauffeurs ontvangen immers een bepaalde vergoeding per rit. Daarnaast wordt de arbeid (de ritten) persoonlijk door de chauffeurs verricht. De chauffeurs hebben een eigen profiel (met selfie) op het platform waarmee Uber kan controleren welke ritten door een bepaalde chauffeur zijn gereden.
Een derde kenmerk van een arbeidsovereenkomst is het bestaan van een gezagsverhouding tussen Uber en de chauffeurs. Uber voerde aan dat die er niet is, doordat de chauffeur vrij is om ritten aan te nemen en te annuleren. De rechtbank maakt met dit verweer echter korte metten. Doordat de werknemer in het algemeen meer zelfstandig is geworden, moet er gekeken worden of er sprake is van zogenaamd ‘modern werkgeversgezag’. De invulling van het gezag is hier wat meer indirect (vaak digitaal) en controlerend van aard. Zowel het annuleren en het weigeren van een aangeboden rit heeft bij Uber disciplinaire gevolgen. Daarnaast bepaalt en wijzigt Uber eenzijdig de (arbeids)voorwaarden, de routes en beslist Uber eenzijdig over wat zij doen met klachten van klanten (kortingen etc.). Dat chauffeurs zelf hun uren mogen bepalen en tegelijkertijd met hun werk voor Uber vergelijkbare apps mogen gebruiken, doet niet af aan het feit dat hier toch sprake is van een gezagsverhouding. Daarmee is aan de criteria van een arbeidsovereenkomst – loon, persoonlijke arbeid en een gezagsverhouding – voldaan, ondanks dat partijen dat niet hadden beoogd.
Deze uitspraak doet dus weer in duit in het ‘jurisprudentie’-zakje: van belang is of de tussen partijen overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. Dat partijen in de overeenkomst andere afspraken hadden gemaakt, doet daar niet aan af. De feitelijke uitvoering van de overeenkomst was simpelweg niet in lijn met de inhoud daarvan.
Binnen de FNV zal het in ieder geval gezien worden als een tweede overwinning in hun strijd voor de bescherming van de werknemer. Mogelijk doet ‘goed voorbeeld volgen’ en zijn er meer rechtszaken te verwachten. Ik ben benieuwd. We houden u uiteraard op de hoogte.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.