Datum: 21 november 2016
Gewijzigd 14 november 2023
Leestijd: +/- 2 minuten
Tegenwoordig ontkomt u er niet aan. In bijna elke werksituatie hebben werknemers toegang tot internet. Hetzij via apparaten van de werkgever, hetzij via eigen apparaten. De werkgever mag erop toezien dat de werknemers hun taken goed uitvoeren. Maar betekent dit dat hij ook het internetgebruik mag controleren? Hoe zit het dan met de privacy van de werknemers?
Als arboprofessional houdt u zich bezig met het welzijn van uw medewerkers. De privacy is in dit verband van groot belang. Het recht op privacy wordt beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Volgens het EVRM moet de overheid ervoor zorgen dat de mensenrechten voldoende zijn beschermd, door onder andere Europese wetgeving in de nationale wetgeving te incorporeren. De werknemer moet daarbij eerst tegenover de nationale rechter (onderdeel van de overheid) deze bescherming inroepen. Pas als de nationale rechter de werknemer in het ongelijk stelt, kan de werknemer naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) stappen. Voor het EHRM moet hij vervolgens niet de werkgever, maar de overheid aanklagen en stellen dat deze voorziet in wetgeving en regels die in strijd zijn met de mensenrechten.
De bescherming van het ERVM is echter niet zwart of wit. Zo maakt de wet in veel gevallen een inbreuk op het recht op privacy, zoals bij opsporingsbevoegdheden van de politie. Zelfs zonder duidelijke wettelijke grondslag kan een privacyinbreuk gerechtvaardigd zijn. Op de werkvloer geldt dat een werknemer zich als ‘goed werknemer’ moet gedragen en de werkgever als ‘goed werkgever’. Dit zijn algemene en vrij vage normen die van geval tot geval anders kunnen worden uitgelegd. Zo mag van een goed werknemer worden verwacht dat hij zich tijdens werktijd bezighoudt met het verrichten van zijn werkzaamheden. De werkgever mag dit controleren, maar moet, als goed werkgever, tot op zekere hoogte de privacy van zijn werknemers respecteren. De manier waarop de werkgever mag toezien op (bijvoorbeeld) het internetgebruik van zijn werknemers wordt nader ingevuld door de jurisprudentie. Het EHRM heeft zich hierover uitgelaten in een recente uitspraak (EHRM 12 januari 2016, 61496/08, Barbulescu vs. Roemenië). Deze zaak betrof een Roemeense werknemer die werd ontslagen nadat zijn werkgever twee weken lang het internetgebruik via de berichtendienst Yahoo Messenger had gemonitord. De werknemer vocht zijn ontslag aan omdat hij van mening was dat zijn recht op bescherming van de privésfeer was geschonden. De Roemeense werknemer was in dienst als technicus, verantwoordelijk voor de afdeling Sales. Op verzoek van de werkgever had hij een Yahoo Messengeraccount aangemaakt om vragen van klanten te beantwoorden. De werkgever hanteerde een bedrijfsreglement waarin duidelijk vermeld was dat werknemers internet en andere door de werkgever beschikbaar gestelde middelen niet voor persoonlijke doeleinden mochten gebruiken. Ook het Yahoo Messengeraccount was alleen bedoeld voor zakelijke berichten.
De werkgever vermoedde echter dat de werknemer het account ook privé gebruikte. Toen de werkgever hier naar vroeg, gaf de werknemer aan dat dit niet het geval was. De werkgever besloot vervolgens van 5 juli 2007 tot en met 13 juli 2007 zijn activiteiten via het Yahoo Messengeraccount te monitoren. Uit dit onderzoek bleek dat de werknemer vele berichten met gevoelige persoonlijke informatie naar zijn broer en zijn verloofde had gestuurd. Aangezien de werknemer het Yahoo Messengeraccount in strijd met de bedrijfsreglementen veelvuldig voor persoonlijke doeleinden had gebruikt, volgde op 1 augustus 2007 ontslag. De werknemer liet het hier niet bij zitten en stapte naar de rechter. De nationale rechters van Roemenië stelden de werknemer in het ongelijk. De werkgever had op grond van het Roemeense arbeidsrecht de bevoegdheid de naleving van de werkzaamheden te controleren. Hier moest de privacy in sommige gevallen voor wijken. In dit geval wist de werknemer dat de werkgever het internetgedrag had kunnen controleren, want de werkgever had hier van tevoren voor gewaarschuwd.
Volgens de rechter hoefde de werkgever niet te verwachten dat hij privacygevoelige correspondentie zou tegenkomen, juist omdat de werknemer aangaf het Yahoo Messengeraccount alleen zakelijk te hebben gebruikt. De rechters benadrukten verder dat enige controle noodzakelijk is om de bedrijfsbelangen te beschermen. Tegenover het EHRM klaagde de werknemer Roemenië aan wegens een schending van zijn recht op privacy. Hij verweet de overheid wetgeving in stand te houden die de privacy van werknemers onvoldoende beschermt. Op de staat rust immers de verplichting in actie te komen als situaties ontstaan waardoor mensenrechten worden geschonden. De staat stelde dat het toezicht op het internetgebruik betrekking had op een beperkte periode. De werknemer was verder vooraf gewaarschuwd en hij had een eerlijke kans om zijn ontslag voor de Roemeense rechter aan te vechten. Het EHRM gaf de staat uiteindelijk gelijk. Het Hof wees erop dat de werknemer in strijd met de voor hem bekende bedrijfsreglementen had gehandeld. De werkgever had volgens het EHRM een redelijk belang om toezicht uit te oefenen op de werkzaamheden van de werknemers. Daar kwam bij dat deze controle in tijd beperkt was en alleen betrekking had op het internetgebruik via het Yahoo Messengeraccount.
Deze uitspraak sluit aan bij de eerdere rechtspraak van de Nederlandse rechter over dit onderwerp. Hieruit blijkt dat controles op internetgebruik een gerechtvaardigd doel moeten dienen én proportioneel moeten zijn. Zo moet de werknemer vooraf bekend zijn met de mogelijkheid dat het internetgebruik wordt gecontroleerd, bijvoorbeeld via een personeelsreglement of op grond van de arbeidsovereenkomst. Op grond van Nederlandse rechtspraak is controle zelfs mogelijk als de werknemer niet van deze mogelijkheid op de hoogte is. Hier gelden wel zwaardere eisen voor. Zo moet sprake zijn van concrete feiten en omstandigheden op grond waarvan de werkgever de controle noodzakelijk acht. Hij moet in dat geval dus kunnen bewijzen dat er een aanleiding is om te veronderstellen dat iets niet deugt. U ziet dat zelfs als de werknemer een controle niet hoefde te verwachten, het recht op privacy soms toch moet wijken. Daarnaast is een personeelsregelement van belang met duidelijke regels over het gebruik van internet voor privédoeleinden. Als arboprofessional doet u er goed aan om werknemers hier ook uitdrukkelijk op te wijzen. Daarnaast kunt u bepaalde websites blokkeren. Op deze manier komen werknemers niet in de verleiding het internet op een verkeerde manier te gebruiken.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.