Datum: 23 december 2016
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Reinier Pijls
Leestijd: +/- 2 minuten
De meeste ondernemingen houden zich bezig met de levering van goederen en/of diensten waarvoor door hun afnemers betaald moet worden. Waarschijnlijk geldt dit ook voor uw onderneming. De kans is dan erg groot dat de financier van uw onderneming – een bank of een investeerder – tot zekerheid van terugbetaling van de door hem verstrekte kredieten een pandrecht heeft op de vorderingen die u hebt op uw debiteuren (waaronder uw afnemers). Op het moment dat u uw verplichtingen jegens de financier niet nakomt, mag de financier tot uitwinning van zijn pandrecht overgaan.
Concreet betekent dit dat hij dan de vorderingen die u hebt op uw debiteuren mag innen nadat hij van zijn pandrecht mededeling heeft gedaan aan hen. De debiteuren mogen vanaf dat moment niet meer aan u betalen, maar alleen aan uw financier: de financier is zo gezegd inningsbevoegd.
De Hoge Raad heeft in het verleden geoordeeld dat de financier – na mededeling van zijn pandrecht – weliswaar bevoegd werd om de vordering op de debiteur te innen, maar dat andere bevoegdheden bij de pandgever (u dus) blijven rusten (HR 21 februari 2014, NJ 2015/82). Hierbij moet u denken aan het treffen van een afbetalingsregeling met uw debiteur, het akkoord gaan met (gedeeltelijke) kwijtschelding of ontbinding van de overeenkomst.
De Hoge Raad heeft recent een arrest gewezen (HR 9 december 2016 ECLI:NL:HR:2016:2833) waarin bepaald is dat uw financier niet alleen de vorderingen op uw debiteuren mag innen, maar ook hun faillissement mag aanvragen indien de debiteuren – na daartoe gesommeerd te zijn – niet betalen aan de financier.
De reden hiervan is – kort gezegd – dat de Hoge Raad van mening is dat aan de financier alle middelen ter beschikking staan ter incasso van de vordering die vóór de mededeling van het pandrecht aan u toekwamen. Hieronder valt dus ook een faillissementsaanvraag. Dit kan vervelend zijn voor u omdat u de goede relatie met uw debiteuren wilt behouden en u wellicht forse schade lijdt door een eventueel faillissement van uw debiteur.
De eenvoudigste manier om te voorkomen dat uw financier het faillissement van uw debiteur aanvraagt, is om de financier steeds conform de met hem overeengekomen voorwaarden te betalen. In dat geval mag hij namelijk niet mededeling van zijn pandrecht doen aan de debiteuren en kan hij ook niet hun faillissement aanvragen als zij niet aan hem betalen.
Mocht u vanwege liquiditeitsproblemen tijdelijk niet aan uw verplichtingen jegens uw financier kunnen voldoen, dan kunt het beste tijdig contact opnemen met uw financier. Op die manier kunnen eventuele nieuwe betalingsafspraken gemaakt worden. Ook op deze wijze voorkomt u dat uw financier mededeling van zijn pandrecht doet aan uw debiteuren en hun faillissement aanvraagt als zij niet tot betaling overgaan.
Een laatste manier om mogelijk te voorkomen dat uw financier het faillissement van uw debiteur aanvraagt, is deze bevoegdheid contractueel uit te sluiten in de financieringsovereenkomst. Of dit verbod tot gevolg heeft dat uw financier dit ook niet doet c.q. de rechtbank het faillissementsverzoek afwijst, valt niet met zekerheid te zeggen, maar het werpt in ieder geval een (forse) drempel voor de financier op. Uw financier is namelijk naar alle waarschijnlijkheid schadeplichtig jegens u indien hij ertoe besluit het faillissement van uw debiteur aan te vragen.
De Hoge Raad heeft recent geoordeeld dat uw financier onder omstandigheden het faillissement van uw debiteur mag aanvragen. Dit kan voor u erg vervelend zijn. In dit artikel zijn enkele mogelijke tips gegeven om dit te voorkomen.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.