Zijn malafide pandeigenaren wel aan te pakken met een bestuurlijke boete?

Per 1 januari 2015 wordt de Woningwet gewijzigd en wordt de bestuurlijke boete in deze wet geïntroduceerd. Het doel van de bestuurlijke boete is om het voor gemeenten gemakkelijker te maken om tegen ‘malafide pandeigenaren’ op te treden. Maar is dit daadwerkelijk een noodzakelijke aanvulling op de bestaande handhavingsmogelijkheden of zal de praktijk uitwijzen dat de boete voornamelijk (te snel) zal worden ingezet

Datum:  21 november 2016

Gewijzigd  14 november 2023

Leestijd:  +/- 2 minuten

Per 1 januari 2015 wordt de Woningwet gewijzigd en wordt de bestuurlijke boete in deze wet geïntroduceerd. Het doel van de bestuurlijke boete is om het voor gemeenten gemakkelijker te maken om tegen ‘malafide pandeigenaren’ op te treden. Maar is dit daadwerkelijk een noodzakelijke aanvulling op de bestaande handhavingsmogelijkheden of zal de praktijk uitwijzen dat de boete voornamelijk (te snel) zal worden ingezet?

Huidige handhavingsmogelijkheden

Voor onder meer de bouw, het gebruik en de staat van bouwwerken gelden in Nederland regels en voorschriften. In de praktijk betekent dit kort gezegd dat het verboden is om te handelen in strijd met voorschriften en (minimum)vereisten uit het Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit 2012. Te denken valt bijvoorbeeld aan (minimum)vereisten ten aanzien van de staat van een bouwwerk, zoals de sterkte van de constructie, de brandwerendheid, vluchtroutes, luchtverversing, aanwezigheid van brandblussers en rookmelders, overbewoning, etc. Op grond van artikel 1b van de Woningwet is het verboden in strijd met deze (minimum)vereisten te handelen.

Als een bouwwerk niet aan de gestelde (minimum)vereisten voldoet is het bevoegd gezag, veelal het college van burgemeester en wethouders, bevoegd om handhavend op te treden. De huidige wetgeving biedt de mogelijkheid om een overtreder een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang op te leggen om alsnog de maatregelen te treffen die nodig zijn om aan de gestelde (minimum)vereisten te voldoen. Indien er sprake is van een bedreiging van de leefbaarheid of een gevaar voor de gezondheid en veiligheid heeft het bevoegd gezag onder omstandigheden, afhankelijk van de mate van de bedreiging of het gevaar, de bevoegdheid om het betreffende gebouw te sluiten en zelf in beheer te nemen.

Praktische bezwaren van de huidige handhavingsmogelijkheden: malafide pandeigenaren kunnen niet (toereikend) worden aangepakt

Het initiatief tot de introductie van de bestuurlijke boete is gekomen van de gemeente Rotterdam. De gemeente Rotterdam kampt namelijk met ernstige overlast van (malafide) pandeigenaren. Volgens de gemeente Rotterdam is er een bepaalde groep (malafide) pandeigenaren die voortdurend voorschriften van de Woningwet, de Huisvestingswet en de Opiumwet bewust lijkt te overtreden. De gemeente Rotterdam geeft aan dat de brandveiligheid en het leefklimaat (gezondheid) in die betreffende panden continue onder druk staan. Schimmelvorming, het ontbreken van brandmelders, vuil dat dagelijks in tuinen wordt gestort zijn hier voorbeelden van.

Het bestaande instrumentarium in de Woningwet biedt volgens de gemeente onvoldoende mogelijkheden om tegen deze pandeigenaren op te treden. Het instrument beheerovername kan namelijk alleen worden ingezet in combinatie met het instrument sluiting. Daarnaast hebben de huidige instrumenten in principe betrekking op gebouwen en niet zozeer op het gedrag van de eigenaren als zodanig, terwijl zij degene zijn die (consequente) overtredingen kunnen voorkomen.

Op dit moment kan het bevoegd gezag niet zelf bestraffend optreden. Gemeenten zijn in de huidige regeling gehouden, behoudens de bevoegdheid om het betreffende gebouw te sluiten en zelf in beheer te nemen, om de pandeigenaar altijd een herstelmogelijkheid te bieden, ook al is het al de 10e keer dat dezelfde voorschriften overtreden worden.

De introductie van de bestuurlijke boete per 1 januari 2015

De wetgever is van mening dat, in aanvulling op het huidige handhavingsinstrumentarium, een bestuurlijke boete uitkomst kan bieden om gebouweigenaren die steeds opnieuw bewust hun panden laten verkrotten effectief aan te pakken. In die gevallen is de bestuurlijke boete een snel en slagvaardig middel, waarvan bovendien een preventieve werking uitgaat.

De boete kan worden opgelegd voor alle overtredingen waar artikel 1b van de Woningwet op ziet, voornamelijk dus de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit 2012. In principe kan iedereen als overtreder worden aangemerkt, zowel eigenaren, bewoners/gebruikers of aannemers/bouwende partijen. Aan elk van hen kan een bestuurlijke boete worden opgelegd.

Er is echter wel een (enkele) beperking gesteld aan het kunnen opleggen van een bestuurlijke boete. Herstel blijft namelijk het uitgangspunt. Het opleggen van een bestuurlijke boete is pas mogelijk als eerder eenzelfde overtreding of een vergelijkbare overtreding heeft plaatsgevonden.

De gemeente zal dus ook altijd bij een eerste overtreding een eigenaar, gebruiker of bouwer de kans moeten geven op herstel van de aangerichte of ontstane schade, door middel van een waarschuwing of een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom.

Vanaf een tweede (dezelfde of vergelijkbare) overtreding kan dan een bestuurlijke boete, die per geconstateerde overtreding maximaal € 8.100,00 kan bedragen, worden opgelegd.

Vanzelfsprekend is de gedachte achter het introduceren van de bestuurlijk boete te begrijpen, toch zal de praktijk moeten uitwijzen of het opleggen van deze sanctie zich enkel tot de ‘malafide pandeigenaren’ zal beperken. Ook ‘goedwillende recidivisten’ kunnen bij een onachtzaamheid onaangenaam met deze sanctie worden verrast. De toekomst zal dan ook moeten uitwijzen of niet (te) snel naar dit instrument wordt gegrepen.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.