Onbetaalde facturen tijdens COVID-19
Langzaam maar zeker druppelen COVID-19 gerelateerde uitspraken binnen. Daarmee wordt steeds duidelijker hoe rechters de risico’s verdelen van de COVID-19 uitbraak. Met andere woorden: wie feitelijk de rekening betaalt. Een tekenende uitspraak werd eerder deze maand gewezen tussen een schoonmaakbedrijf en een hotel.
COVID-19 en onbetaalde facturen
Partijen waren een overeenkomst aangegaan uit hoofde waarvan het schoonmaakbedrijf gedurende een zekere periode schoonmaakwerkzaamheden zou verrichten voor het hotel. Na de COVID-19 uitbraak en in verband met de intelligente lockdown heeft het hotel in het voorjaar van 2020 tijdelijk haar deuren noodgedwongen moeten sluiten. Zij liet het schoonmaakbedrijf weten dat de schoonmaakdiensten gedurende de sluiting niet meer nodig waren. Het schoonmaakbedrijf maakt vervolgens aanspraak op ruim EUR 212.000,00 aan openstaande facturen voor tijdens de sluiting verrichte schoonmaakwerkzaamheden.
Wie betaalt de rekening?
Partijen steggelen over de vraag of zij zijn overeengekomen dat het hotel een vast bedrag per maand zou betalen voor de schoonmaakwerkzaamheden, ongeacht de hoeveelheid verrichtte schoonmaakwerkzaamheden. Het schoonmaakbedrijf meent van wel, terwijl het hotel meent dat partijen zijn overeengekomen dat enkel voor de werkelijk verrichtte schoonmaakwerkzaamheden zou worden betaald. Onder meer aan de hand van de bewoordingen van de overeenkomst oordeelt de rechtbank dat het hotel niet gehouden is tot betaling van de openstaande facturen. Tot zover lijkt de zaak in de kern een gevoerde discussie over uitleg van een contractbepaling. Die discussies zijn aan de orde van de dag. Interessanter is dat de rechter een overweging ‘ten overvloede’ toevoegt.
Onvoorziene omstandigheden
De rechter oordeelt dat, zelfs in het geval partijen een vast bedrag per maand zouden zijn overeengekomen, het hotel waarschijnlijk een geslaagd beroep zou kunnen doen op artikel 6:258 BW. Anders gezegd: zelfs al zouden partijen een harde betalingsverplichting zijn overeengekomen, dan nog staat het hotel niet met lege handen. Zij kan, aldus de rechter in deze zaak, de rechter waarschijnlijk met succes vragen de gevolgen van een overeenkomst te wijzigen of geheel of gedeeltelijk te ontbinden.
Omzetdaling
De rechter komt in dit geval tot dit oordeel, onder meer aan de hand van de omzetdaling die het hotel voor haar kiezen heeft gekregen (maar liefst een verwachte omzetdaling van 86 % versus 9 % van het schoonmaakbedrijf). Deze zaak toont aan dat rechters een helpende hand bieden aan partijen die in de knel zijn gekomen als gevolg van de COVID-19 uitbraak.
Meer weten over de gevolgen van de COVID-19 uitbraak voor contracten? Bekijk dan onze Infographic of neem contact op met Emile Sahhar of Valerie Lipman.
Lees ook
- Grensarbeiders in dienst? Let op, de tijdelijke thuiswerkregeling vervalt!
- Werkgever aansprakelijk voor schade ten gevolge van long covid?
- De rekenmethode voor huurkorting bij verplichte sluiting van bedrijfsruimte lijkt te werken. Met een paar open eindjes…
- Steunmaatregelen voor ondernemers worden verruimd
- Kabinet komt met uitbreiding steun na nieuwe coronamaatregelen
- Het coronabewijs: kun je die als werkgever nu al controleren?
Stuur Emile uw reactie of vraag:
Actueel.
Cursussen & webinars.
-
20
Jun
2023 -
28
Jun
2023 -
29
Jun
2023 -
KIJK
NUWebinarGratisEnergietransitie deel 2: file op het elektriciteitsnet
Als professional blijft u met onze nieuwsbrief altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.