Pandrecht: het belang van een goede pandakte en correcte registratie daarvan bij de belastingdienst

Als u geld leent aan iemand of als u een vordering heeft op iemand, dan wilt u dat diegene hoe dan ook dat bedrag terugbetaalt. Dat wilt u ook als die persoon failliet gaat. Een van de meest voorkomende en effectieve zekerheden om te bewerkstelligen dat u uw geld krijgt, is een pandrecht. Een pandrecht kan bijvoorbeeld gevestigd worden op voorraad en inventaris, maar ook op (handels)vorderingen of aandelen.

Datum:  14 april 2020

Geschreven door:  Reinier Pijls

Leestijd:  +/- 2 minuten

Als u geld leent aan iemand of als u een vordering heeft op iemand, dan wilt u dat diegene hoe dan ook dat bedrag terugbetaalt. Dat wilt u ook als die persoon failliet gaat.

In een eerder artikel schreef ik over het belang van het hebben van zekerheden als schuldeiser. Op die manier kunt u ervoor zorgen dat u ook in geval van faillissement uw geld krijgt.

Een van de meest voorkomende en effectieve zekerheden om te bewerkstelligen dat u uw geld krijgt, is een pandrecht. Een pandrecht kan bijvoorbeeld gevestigd worden op voorraad en inventaris, maar ook op (handels)vorderingen of aandelen.

Voordelen pandrecht

Een pandrecht biedt u twee grote voordelen ten opzichte van de schuldeisers zonder zekerheid.

Ten eerste heeft u het recht van parate executie. Dit houdt in dat u het verpande goed kunt executeren (“verkopen”) en dat u zich op de opbrengst mag verhalen zonder dat u daarvoor eerst naar de rechter moet.

Ten tweede bent u separatist in geval van faillissement. Dat betekent dat u uw vordering niet hoeft in te dienen in het faillissement en dat u ook tot executie mag overgaan als uw schuldenaar failliet gaat. Een pandrecht is dus “faillissementsproof”.

Meest voorkomende pandrechten

In de praktijk wordt een pandrecht meestal gevestigd op vorderingen of op roerende zaken (zoals inventaris, voorraad of voertuigen).

Deze pandrechten kunnen “stil” worden gevestigd of “openbaar”.

Een stil pandrecht op vorderingen wil zeggen dat de debiteuren van uw schuldenaar – dus de partijen op wie uw schuldenaar vorderingen heeft – niet op de hoogte zijn van het pandrecht.

Zij mogen dus in beginsel “gewoon” nog betalen aan uw schuldenaar. Pas als u mededeling doet van het pandrecht – bijvoorbeeld omdat uw schuldenaar u niet betaalt – moeten de debiteuren aan u betalen. Zij mogen dan niet meer aan uw schuldenaar betalen.

Bij een openbaar pandrecht op vorderingen worden de debiteuren van uw schuldenaar direct geïnformeerd over het pandrecht en moeten zij van meet af aan (in beginsel) aan u betalen.

Een stil pandrecht op roerende zaken houdt in dat uw schuldenaar zelf nog over de roerende zaken mag beschikken. Als uw schuldenaar niet betaalt, kunt u de zaken opeisen en verkopen.

Bij een openbaar pandrecht op roerende zaken – een zogeheten vuistpand – neemt u de zaken direct in uw macht en kan uw schuldenaar er dus van meet af aan niet meer over beschikken.

In de praktijk wordt voornamelijk gewerkt met een stil pandrecht omdat de schuldenaar op die manier zonder hinder zijn bedrijfsvoering kan continueren. Hij heeft immers nog zelf de beschikking over de roerende zaken en kan zelf de vorderingen op zijn debiteuren innen.

Dat is ook in het belang van u als schuldeiser omdat de schuldenaar zo geld kan verdienen met zijn onderneming en u terug kan betalen.

Als u echter niet betaald wordt, kunt u het pandrecht openbaar maken en kunt u zich verhalen op de opbrengst van de vorderingen en roerende zaken.

Kortom, met een pandrecht heeft u zowel in goede als in slechte tijden van uw schuldenaar, een machtig wapen.

Vestigingsvereisten stille pandrechten

Van belang is wel dat het pandrecht op de juiste wijze gevestigd wordt omdat het anders geen werking heeft.

Voor de vestiging van zowel een stil pandrecht op vorderingen als een stil pandrecht op roerende zaken, is een notariële akte vereist of een onderhandse, geregistreerde akte.

Een onderhandse akte kunt u zelf opstellen en is daarom sneller en goedkoper dan een notariële akte.

De onderhandse akte dient wel geregistreerd te worden bij de belastingdienst. Het pandrecht komt namelijk pas tot stand door de registratie. Als de pandakte dus niet (op de juiste wijze) geregistreerd is, is er geen sprake van een rechtsgeldig pandrecht!

Dat de vesting correct en zorgvuldig moet gebeuren – en dat het zelfs wel eens mis gaat bij grote, professionele partijen – volgt uit een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam.

Uitspraak rechtbank Amsterdam

ING Bank NV heeft diverse bedragen uitgeleend en stelt dat zij tot zekerheid van terugbetaling van deze bedragen een stil pandrecht heeft op vorderingen.

ING Bank NV maakt haar stille pandrecht openbaar omdat haar schuldenaar niet betaalt en verzoekt een debiteur van haar schuldenaar te betalen aan ING Bank NV vanwege haar pandrecht.

De debiteur van de schuldenaar weigert en stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van een pandrecht op vorderingen ten gunste van ING Bank NV.

De reden daarvan zou zijn dat de pandakte niet geregistreerd is bij de belastingdienst en dat dus geen rechtsgeldig pandrecht tot stand gekomen is.

Als argument voert de debiteur aan dat de registratie is opgenomen op het uittreksel van de Kamer van Koophandel dat achter de akte is gehangen en niet op de akte zelf.

De rechtbank gaat daarin mee. De Registratiewet 1970 en de Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970 bepalen namelijk – zeer kort gezegd – dat de registratie geplaatst moet worden op de akte zelf. Dat is hier niet gebeurd. De verklaring is gezet op het uittreksel van de Kamer van Koophandel.

Hierdoor staat weliswaar vast er iets geregistreerd is, maar kan niet vastgesteld worden wat er precies geregistreerd is, laat staan dat dit de onderhandse akte is waaruit het pandrecht zou volgen. Bovendien is de wijze van registratie niet in lijn met de inhoud van de Uitvoeringsregeling.

ING Bank NV heeft daarom volgens de rechtbank geen pandrecht en de debiteur van de schuldenaar hoeft niet aan ING Bank NV te betalen.

Het is daarom maar de vraag of de door ING Bank NV nog iets terugziet van het door haar uitgeleende bedrag. Dit hangt onder andere af van de vraag of ING Bank NV nog andere zekerheden heeft.

Conclusie

Uit dit artikel en de uitspraak van de rechtbank Amsterdam volgt dat niet alleen van belang is dat u de juiste zekerheden bedingt, maar ook dat de zekerheden op de juiste manier gevestigd worden.

Zonder zekerheden of als zekerheden niet op de juiste wijze gevestigd worden, is de kans namelijk zeer groot dat u niets van uw geld terugziet.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.