Bouwleges, mag het iets minder zijn?

Deze keer wil ik het hebben over een onderwerp dat buiten mijn eigen speelveld ligt. Mijn kantoorgenoot Rudi Minkhorst, die zich in zijn dagelijkse praktijk bezighoudt met, zoals wij dat noemen, omgeving en overheid, vertelde onlangs over mogelijkheden om te besparen op legeskosten bij de aanvraag van een bouwvergunning. Ik wil u zijn tips daarover niet onthouden.

Als u wilt bouwen – en velen van u willen dat weer –  dan hebt u daarvoor vergunningen nodig. Voor de afgifte daarvan bent u leges verschuldigd. Die leges vinden hun grondslag in de gemeentelijke legesverordening. In veel legesverordeningen worden leges bepaald aan hand van de bouwkosten. Die bouwkosten worden dan vaak vastgesteld op basis van de aannemingssom of NEN 2699. Maar let op! Niet alle onderdelen op basis waarvan de bouwkosten worden bepaald hebben betrekking op de vergunningaanvraag. Sommige onderdelen zijn immers bouwvergunningvrij. De kosten die zien op onderdelen van het werk waarvoor geen bouwvergunning nodig is, kunt u bij de aanvraag weglaten. Te denken valt aan verzekeringen, afwerking van het gebouw en schilderwerk. Als u die posten niet meeneemt bespaart u vaak meer dan 20% op te bouwkosten en daarmee dus ook op de leges.

Kortom, door een cascovergunning aan te vragen kunt u besparen op de legeskosten.

Als de aanvraag al gedaan is en u hebt de indruk dat de legesnota wel erg hoog is, kan het raadzaam zijn daar toch eens naar te laten kijken. Gemeenten hebben zich te houden aan kaders waarbinnen de legesheffing moet blijven. Van belang daarbij is bijvoorbeeld dat de opbrengsten de kosten niet mogen overstijgen, oftewel, de gemeente mag met het heffen van leges geen winst maken. Een groot aantal gemeenten maakt bij de vaststelling van de legesverordening echter geen goede raming van baten en lasten. Als dus vergunningen worden afgegeven op basis van een legesverordening waarvan de onderbouwing niet klopt, kan dit leiden tot vermindering of zelfs vernietiging van de legesnota. Ook komt het voor dat andere – procedurele – fouten worden gemaakt. Bijvoorbeeld als de heffingsambtenaar niet bevoegd blijkt te zijn. Detail? Misschien, maar soms wel met het gevolg dat de gemeente geen of tot een veel lager bedrag aan leges in rekening mag brengen.

Kan het toch nog leuk worden.