Datum: 16 oktober 2018
Gewijzigd 14 november 2023
Geschreven door: Erik Jansen
Leestijd: +/- 2 minuten
De minister van Veiligheid en Justitie heeft de positie van de curator bij faillissementsfraude willen versterken door het toevoegen van een aantal nieuwe bevoegdheden aan de gereedschapskist van de curator. Het civielrechtelijk bestuursverbod is één van die bevoegdheden en onlangs werden de eerste bestuursverboden uitgesproken én gepubliceerd. In een eerder blog schreef mijn kantoorgenoot Erik Jansen al over wat het bestuursverbod inhoudt.
Kort en goed gaat het om het volgende: sinds enige tijd kan een curator de rechtbank verzoeken om een bestuursverbod voor bepaalde tijd op te leggen aan een bestuurder van een failliete rechtspersoon (bijvoorbeeld een BV). De wet geeft daarvoor vijf gronden: bestuurdersaansprakelijkheid, pauliana, schending informatieplicht, de bestuurder is meer dan twee keer betrokken bij een faillissement en dat is hem te verwijten en tenslotte als de bestuurder een vergrijpboete van de belastingdienst heeft gekregen.
Wanneer de rechtbank het verzoek van de curator honoreert, kan de bestuurder voor een periode van maximaal vijf jaar niet als bestuurder van een rechtspersoon worden benoemd. Om te voorkomen dat dit toch gebeurt, houdt de Kamer van Koophandel een lijst bij waar de bestuurders met naam en toenaam worden gepubliceerd.
Een tip voor de ondernemer die overweegt een nieuwe bestuurder aan te stellen: controleer of de bestuurder is opgenomen op de lijst met bestuursverboden. Die lijst treft u hier.
Al met al een mooi instrument om malafide bestuurders (tijdelijk) uit te schakelen. Er is – voor de praktijk - echter wel een groot probleem: in veel faillissementen waarbij de bestuurder in aanmerking komt voor een bestuursverbod, heeft de curator geen middelen om te procederen, de BV is vaak “leeg”.
Het bestuursverbod komt op zichzelf (nog) niet in aanmerking voor een financiering onder de zogenaamde garantstellingsregeling van Dienst Justis. De garantstellingsregeling stelt de curator in staat om verhaalsonderzoeken en procedures te voeren tegen bestuurders. Een voorwaarde is daarvoor wel dat er zicht is op verhaal. Bij malafide bestuurders en katvangers is dat verhaal er echter vaak niet, althans niet te traceren.
De curator zal ik dit soort gevallen dus niet kunnen ingrijpen waardoor de bestuurder ook in andere BV’s zijn werkwijze kan voortzetten/herhalen. Het Openbaar Ministerie kan ook zo’n bestuursverbod vorderen, maar ik verwacht dat dit niet vaak zal voorkomen: het Openbaar Ministerie heeft daarvoor simpelweg niet de middelen en de mankracht.
Het is aan de wetgever om dat te veranderen.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.