Datum: 11 januari 2023
Gewijzigd 15 november 2024
Geschreven door: Eline van der Zwaag-Holtland en Nika Niels
Leestijd: +/- 2 minuten
Eind 2021 oordeelde de Hoge Raad in het Didam arrest dat het gelijkheidsbeginsel in de weg staat aan een een-op-een verkoop van vastgoed door overheidslichamen. Hierover schreven wij eerder dit artikel. De voorzieningenrechter van rechtbank Midden-Nederland oordeelde onlangs dat de regels uit het Didam arrest niet alleen van toepassing zijn op verkoop, maar ook op de tijdelijke verhuur van grond door een gemeente. Eline Holtland - van der Zwaag en Nika Niels leggen uit wat dit oordeel voor de (ver)huurpraktijk betekent.
In dit kort geding ging het om de tijdelijke verhuur van gemeentegrond. De gemeente Nieuwegein is eigenaar van een stuk grond en wenst dit te verhuren aan Aldi voor bepaalde tijd. Daarom wordt een huurovereenkomst tussen de gemeente en Aldi gesloten. De gemeente maakte haar plan om de grond te verhuren aan Aldi op enig moment kenbaar en motiveerde daarbij waarom de Aldi de enige serieuze gegadigde was.
Andere supermarkten zijn het hier echter niet mee eens. Zij hadden graag de kans gehad om deze grond te mogen huren ter exploitatie van een tijdelijke supermarkt. Zij komen daarom gezamenlijk op tegen het besluit van de gemeente om Aldi als enige serieuze gegadigde aan te merken. De andere supermarkten vorderen dat de gemeente alsnog een selectieprocedure gaat houden voor de verhuur van het betreffende stuk grond.
De gemeente voert verweer. Zij zijn van mening dat de regels uit het Didam arrest hier niet gelden, omdat het gaat om de tijdelijke verhuur van gemeentegrond, niet om verkoop.
Naast het oordeel van de voorzieningenrechter dat de supermarkten voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij voldoende belang hebben bij het huren van het betreffende stuk grond, gaat de voorzieningenrechter niet mee in het verweer van de gemeente. Zij oordeelt als volgt:
“De Hoge Raad heeft in het Didam arrest een helder uitgangspunt voor het privaatrechtelijk overheidshandelen geformuleerd. Het Didam arrest heeft daarmee naar het oordeel van de voorzieningenrechter een bredere betekenis dan dat het alleen ziet op de verkoop van onroerende zaken door een overheidslichaam.
Uit het Didam arrest valt op te maken dat het gelijkheidsbeginsel, dat door de overheid moet worden nageleefd, (ook) inhoudt dat de overheid gelijke kansen moet bieden als er meer dan één gegadigde geïnteresseerd is in het aanbod van het overheidslichaam. Die gelijke kansen moeten dan worden geboden door een openbare selectieprocedure te organiseren. Niet valt in te zin dat het hiervoor bedoelde gelijkheidsbeginsel (het bieden van gelijke kansen) zich alleen voordoet bij verkoop van een onroerende zaak door de overheid.
Deze situatie doet zich ook voor bij (tijdelijke) verhuur van een onroerende zaak door de overheid, mits er daarvoor meer dan één geïnteresseerde is.”
De conclusie is dus dat óók als de gemeente een stuk gemeentegrond wil verhuren, de regels uit het Didam arrest gevolgd moeten worden. Doorgaans zal een gemeente ook bij verhuur een openbare selectieprocedure moeten houden.
Het laatste woord is hierover nog niet gesproken aangezien het een voorlopige beslissing van de voorzieningenrechter betreft. Het is afwachten of het oordeel in het verloop van de procedure stand zal houden. Dit was voor Aldi dan ook een reden om haar deuren van de supermarkt nog niet te sluiten, ook al verzocht de gemeente dit wel (ter voorkoming van het betalen van dwangsommen). Op 5 januari jl. stond de gemeente tegenover de Aldi in de rechtbank om te bewerkstelligen dat Aldi haar deuren zal gaan sluiten. De uitkomst hiervan laat nog op zich wachten.
Mocht u vragen hebben naar aanleiding van deze beslissing van de voorzieningenrechter, dan denken onze advocaten gespecialiseerd in (ver)huur graag met u mee.