Europese Commissie wil platformarbeid beter reguleren

Datum:  29 december 2021

Gewijzigd  14 november 2023

Geschreven door:  Sander Poelman

Leestijd:  +/- 2 minuten

Platformarbeid is een razendsnel groeiende markt. Met die explosieve groei gaat echter ook een hoop regels gepaard. In Nederland leidde dit al tot uitspraken over de chauffeurs van Uber, bezorgers van Deliveroo en schoonmakers van Helpling. Nu is er een volgende ontwikkeling op handen: de Europese Commissie komt met wetgeving om de platformwerkers beter te beschermen.

Europese bescherming

Bij platformarbeid wordt via een (digitaal) platform – meestal in de vorm van een app – een klant verbonden met een uitvoerder. Die uitvoerder wordt meestal als zzp’er aangenomen via een overeenkomst van opdracht. In september behandelden wij in onze blog al de Uber-uitspraak in Nederland. Die uitspraak was een grote klap voor Uber. Al hun chauffeurs bleken met terugwerkende kracht een arbeidsovereenkomst te hebben. Dit terwijl platformbedrijven juist beogen een overeenkomst van opdracht aan te gaan. Een werknemer komt tenslotte veel (wettelijke) bescherming toe. Ook kan een werknemer onder een verplichte cao vallen. Dat brengt nog meer regels met zich dan de wet al oplegt. Dit vormt een groot contrast met de overeenkomst van opdracht.

Werknemer, tenzij

De Europese Commissie wil daarom platformarbeiders op Europees niveau beter beschermen. Daarvoor is een ontwerprichtlijn opgesteld. Deze richtlijn neemt als uitgangspunt dat platformarbeiders werknemers zijn. Als bedrijven vinden dat er wel sprake is van zzp’ers, dan zullen zij dat aan moeten tonen.

Algoritmes

Voor het bewijs voor een zzp-verhouding zal veelal gekeken moeten worden naar de algoritmes die een bedrijf toepast. Platformbedrijven passen die vaak toe om opdrachten toe te wijzen, beoordelingen te verwerken, beloningen vast te stellen en algemeen toezicht te houden op medewerkers. Op die manier kan er sprake zijn van een ‘gezagsverhouding’. Dat gezag van de werkgever is van oudsher een belangrijk kenmerk voor het bestaan van een arbeidsverhouding. In de Uber-uitspraak oordeelde de rechter al dat er via dergelijke algoritmes sprake kan zijn van een moderne gezagsverhouding. Er is vandaag de dag steeds minder sprake van de klassieke gezagsverhouding van de ‘voorman op de werkplaats’. Maar dat betekent niet dat er feitelijk geen gezag uitgeoefend kan worden.

In de richtlijn is opgenomen dat de platformen medewerkers op de hoogte moeten houden van de manier waarop zij gebruik maken van algoritmes. De manier waarop zij via die algoritmes gezag uitoefenen op hun medewerkers moet voor die medewerkers duidelijk zijn. Zo moet het gebruik van die algoritmes eerlijker, transparanter en verantwoordelijker worden.

Conclusie

Als deze richtlijn er komt, zal dat een volgende stap zijn in het reguleren van de platformarbeid. In de Nederlandse rechtspraak waren al stappen gemaakt in die richting. De bal zal dan echter bij de wetgever liggen om de Europese richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. Zo zal de platformarbeider verder beschermd worden. Al biedt deze wetgeving natuurlijk ook (nog) minder ruimte voor de medewerker die vrijwillig als zelfstandige zou willen werken.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.