Eind 2021 schreven wij over de wens van de Europese Commissie om platformarbeid beter te reguleren. Lange tijd leek hier niets van terecht te komen, omdat de lidstaten eind vorig jaar massaal tegen het richtlijnvoorstel stemden. Toch was het afgelopen maandag zo ver: de Europese lidstaten gaan akkoord met de EU-richtlijn platformwerk.
Datum: 13 maart 2024
Gewijzigd 14 maart 2024
Geschreven door: Ruud Olde en Emanuella de Moor
Leestijd: +/- 2 minuten
Een platformbedrijf is een digitaal platform om de klant te verbinden met een uitvoerder (de werkende). Zo koppelt de Deliveroo-app een consument aan een maaltijdbezorger en de Uber-app aan een chauffeur. Het platform sluit vaak een overeenkomst van opdracht met de uitvoerder, zodat de uitvoerder een zzp’er is in plaats van een werknemer. Voor het platform is het voordeliger om met zzp’ers te werken, omdat zij minder arbeidsrechtelijke bescherming genieten dan werknemers. Zo kunnen zij de overeenkomst met de zzp’ers gemakkelijker beëindigen en geldt de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte niet. Volgens de Europese Commissie zijn platformbedrijven per jaar € 4,5 miljard meer kwijt aan sociale lasten als ‘hun’ zzp’ers als werknemers worden aangemerkt.
In de Deliveroo- en Uber-uitspraken oordeelde de rechter al dat hun werkenden werknemers zijn in plaats van zzp’ers. De Deliveroo- en Uber-uitspraken waren echter niet voldoende om te voorkomen dat platformwerkers nog steeds onterecht als zzp’ers worden aangemerkt; daar was een Europese richtlijn voor nodig.
De richtlijn zorgt ervoor dat platformwerkers straks gemakkelijker kunnen aantonen dat ze een werknemer zijn. Op dit moment moet een zzp’er die vindt dat hij feitelijk werknemer is, dit bewijzen aan de rechter. De richtlijn brengt hier verandering in door een rechtsvermoeden in te voeren. Het rechtsvermoeden houdt in dat iemand een werknemer is als zijn relatie met het platform aan ten minste twee van de vijf indicatoren voldoet:
Als iemand voldoet aan twee of meer van de bovenstaande indicatoren, moet het platform aanvoeren waarom de werkende wél zzp’er zou zijn. Frankrijk vond dat werkenden op deze manier te snel als werknemer worden aangemerkt, dus de richtlijn bevat de mogelijkheid voor lidstaten om in nationale wetgeving extra indicatoren toe te voegen.
Ook zorgt de richtlijn voor meer transparantie van het systeem achter het platform (de algoritmen). De platformwerkers krijgen inzicht in de manier waarop de opdrachten en beloningen worden verdeeld. Daarnaast mogen platformen bepaalde persoonsgegevens niet verwerken, zoals de gegevens over de emotionele of psychologische toestand van de platformwerker, etnische gegevens of politieke opvattingen.
De richtlijn is nog niet direct van toepassing op Nederland. Eerst moet het Europees Parlement de richtlijn formeel bekrachtigen, waarna de lidstaten twee jaar hebben om de richtlijn te implementeren.
Met het akkoord op de richtlijn haalt de Europese wetgever Nederland in met het reguleren van arbeidsrelaties. De Nederlandse wetgever is al enige tijd druk met het “Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties”. Het Nederlandse wetsvoorstel moet ervoor zorgen dat zzp’ers niet langer onterecht worden aangemerkt als werknemer. De bedoeling achter het Nederlandse wetsvoorstel en de Europese richtlijn zijn hetzelfde, maar de Europese richtlijn focust enkel op zzp’ers die bij een platform werkzaam zijn. Het is nog niet duidelijk of en wanneer het Nederlandse wetsvoorstel in werking treedt, maar de Europese richtlijn brengt ons weer een stukje dichter bij het reguleren van arbeidsrelaties.
Heeft u vragen over het bovenstaande? Neem dan vooral contact op met onze advocaten arbeidsrecht. Wij helpen u graag verder.