Op 24 oktober 2022 heeft de Advocaat-Generaal bij het Openbaar Ministerie (OM) om redenen van openbaar belang een verzoekschrift ingediend bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam. In dit verzoekschrift wordt verzocht een onderzoek in te stellen naar het beleid en de gang van zaken bij Centric Holding B.V. (Centric). Het OM schrijft op haar website dat het niet terugdraaien van de benoeming van de heer Sanderink, als niet-uitvoerend bestuurder, op 19 oktober 2022 de directe aanleiding is geweest voor het instellen van deze enquêteprocedure.
Datum: 07 november 2022
Gewijzigd 16 juli 2024
Leestijd: +/- 2 minuten
Afgelopen donderdag, 3 november 2022, heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden waarin het al dan niet toewijzen van onmiddellijke voorzieningen werd behandeld. Het OM had verzocht om een aantal voorzieningen, namelijk: (i) de heer Sanderink schorsen als niet-uitvoerend bestuurder, (ii) de aandelen in Centric overdragen ten titel van beheer, (iii) de schorsing van de heer Mous terug te draaien (de heer Mous is op 2 november 2022 door de heer Sanderink geschorst als niet-uitvoerend bestuurder, om op die manier te voorkomen dat de heer Mous het woord zou kunnen voeren), en (iv) het tijdelijk benoemen van een uitvoerend bestuurder met doorslaggevende stem.
Het OM heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat de terugkeer van de heer Sanderink bij Centric heeft gezorgd voor grote zorgen binnen het bedrijf. Het accountantskantoor RSM Netherlands B.V. (RSM), zou de accountantswerkzaamheden hebben opgezegd, klanten en werknemers zouden een ultimatum hebben gesteld; indien de heer Sanderink niet zou vertrekken zouden zowel enkele klanten als werknemers van Centric vertrekken. Het OM is van mening dat de rust bij Centric alleen terug zou kunnen keren indien de heer Sanderink op afstand blijft van deze onderneming.
De ondernemingsraad (OR) beaamde de stellingen van het OM en voegde daaraan toe dat de heer Sanderink geen tegenspraak accepteert: ‘Wie het niet met de heer Sanderink eens is, die vliegt eruit’. Volgens de advocaat van de OR zou de heer Sanderink geen bestuurders tolereren die hem op enige afstand van Centric proberen te houden. Daarnaast zouden klanten niet meer in verband willen worden gebracht met Centric door toedoen van de heer Sanderink. De OR onderschreef de noodzaak van de door het OM verzochte onmiddellijke voorzieningen.
De heer Mous, die op 2 november 2022 door de heer Sanderink was geschorst als niet-uitvoerend bestuurder, mocht desondanks toch nog het woord voeren tijdens de mondelinge behandeling. Hij gaf aan dat de heer Sanderink afgelopen dinsdag eerst telefonisch heeft laten weten dat hij geschorst was en daarna via een sms-bericht liet weten dat hij was ontslagen. Op die woensdag daarna zou de heer Sanderink een algemene vergadering hebben gepland waarbij de schorsing van de heer Mous als agendapunt was opgenomen. De heer Mous heeft deze vergadering niet bijgewoond en dus heeft de heer Sanderink besloten de heer Mous met onmiddellijke ingang te schorsen. Verder onderschreef hij dat hij geen stroman is van de heer Sanderink en dat hij zelfs tegen de terugkeer van Sanderink was en dat hij Sanderink ook heeft gewaarschuwd voor het vertrek van medewerkers en klanten indien hij toch terug zou keren. Vervolgens gaf de heer Mous aan dat hij niet terug wilde keren om macht te verwerven, maar enkel om Centric te herstellen. Hij verzocht de Ondernemingskamer daarom: (i) zijn schorsing terug te draaien, (ii) een uitvoerend bestuurder te benoemen en (iii) een mede niet-uitvoerend bestuurder te benoemen. Indien geen voorzieningen zouden worden getroffen, zag de heer Mous geen toekomst meer bij Centric.
Opmerkelijk was dat vrij openlijk werd aangegeven, door zowel de heer Mous als later door de heer Sanderink, dat het beslag dat was gelegd ten aanzien van mevrouw Van Egten (ex-vriendin van de heer Sanderink) was bedoeld om haar aan de mediation tafel te krijgen en dus niet ten behoeve van verhaal. De rechtbank Almelo heeft zich over deze kwestie uitgelaten op 2 mei 2022 en geoordeeld dat sprake was van misbruik van recht. Door openlijk aan te geven dat het beslag enkel bedoeld was om een mediationtraject te starten, lijkt deze uitspraak meer dan gerechtvaardigd, zoals ook werd opgemerkt door de voorzitter van de Ondernemingskamer.
Centric zelf was niet vertegenwoordigd bij deze procedure, omdat de heer Sanderink de advocaat van Centric zou hebben verboden om zich namens Centric te stellen in deze procedure.
De advocaat van de heer Sanderink, mr. P.B.A. Acda, begon zijn betoog met een referentie aan het gedicht ‘de tuinman en de dood’ uit 1926. Hij moest hier aan denken omdat sprake zou zijn van een vicieuze cirkel. Hij vervolgde zijn verhaal met een aanval op het OM dat het verzoekschrift enkel gebaseerd zou zijn op mediaverslaggeving. Er zou sprake zijn van een mediahype rondom de heer Sanderink en zijn huidige vriendin mevrouw Van Rijbroek. De heer Sanderink zou niet om deze media-aandacht hebben gevraagd en hier ook niet aan hebben meegewerkt. De heer Sanderink is juist weggebleven bij de media, omdat dit in het belang zou zijn van de vennootschap. Of de heer Sanderink nu bestuurder is van Centric of niet zou volgens de advocaat geen verschil maken, want de negatieve aandacht vanuit de media blijft aanhouden. Wat betreft het openbaar belang wat het OM moet aantonen om een verzoekschrift in te kunnen dienen, gaf de advocaat aan dat dit niet aanwezig was. Mr. Acda sloot zijn pleidooi af door te stellen dat de Ondernemingskamer juist een krachtig signaal kan afgeven door de voorzieningen af te wijzen. Juist door het sterke signaal dat een afwijzing uitstraalt zou de rust terug keren bij Centric, aldus mr. Acda.
De heer Sanderink kreeg zelf tijdens de mondelinge behandeling ook de gelegenheid om het woord te voeren. Hij gaf aan in eerste instantie op 4 januari 2021 te zijn teruggetreden als bestuurder om rust bij Centric te creëren. Het management zou er een zooitje van hebben gemaakt. Hij zou hen hebben gewaarschuwd. Er zou niemand binnen het bedrijf zijn, behalve hijzelf, die Centric weer op de been zou kunnen krijgen en daarom had hij geen andere keus dan zelf terug te keren als niet-uitvoerend bestuurder.
Het OM heeft zich tegen de stellingen van mr. Acda verweerd door aan te geven dat zij haar verzoekschrift niet enkel op basis van mediaverslaggeving heeft gebaseerd. Op basis van een combinatie van de rechtspraak over de geschillen tussen de heer Sanderink en mevrouw Van Egten, de mediaverslaggeving en de Kamervragen is het OM een vooronderzoek gestart om de geluiden te objectiveren en te relativeren. Op basis van de bevindingen uit dit vooronderzoek en het aanblijven van de heer Sanderink als niet-uitvoerend bestuurder, ondanks de waarschuwing van het OM dat een enquêteprocedure zal volgen, heeft het OM zich genoodzaakt gezien deze procedure aanhangig te maken.
De Ondernemingskamer heeft zich vervolgens voor ongeveer een uur teruggetrokken en daarna direct mondeling uitspraak gedaan. De Ondernemingskamer was van oordeel dat sprake is van een openbaar belang. Dit heeft mede te maken met de vele werknemers die werkzaam zijn bij Centric en dat Centric veel overheidsinstanties heeft als klanten, zoals DNB en gemeenten.
Om onmiddellijke voorzieningen te kunnen treffen dient naar het voorlopig oordeel van de Ondernemingskamer sprake te zijn van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken en dienen zwaarwegende redenen te bestaan die onmiddellijke voorzieningen rechtvaardigen. Hier was naar het oordeel van de Ondernemingskamer aan voldaan. Hierbij noemde de Ondernemingskamer de volgende redenen:
Dit alles leidde tot het voorlopig oordeel dat er gegronde redenen bestaan om te twijfelen aan een juist beleid en juiste gang van zaken en zwaarwegende redenen bestaan die voorlopige voorzieningen rechtvaardigen.
De Ondernemingskamer trof hierbij de volgende onmiddellijke voorzieningen: (i) de heer Sanderink wordt geschorst als niet-uitvoerend bestuurder, (ii) een nader aan te wijzen persoon wordt benoemd als uitvoerend bestuurder met zelfstandige vertegenwoordigingsbevoegdheid, (iii) een nader aan te wijzen persoon wordt benoemd als niet-uitvoerend bestuurder, zijnde de voorzitter van het bestuur met een beslissende stem, (iv) alle aandelen, op één aandeel na, worden overgedragen ten titel van beheer aan een nader aan te wijzen beheerder. De kosten hiervoor komen ten laste van Centric, (v) de schorsing van de heer Mouse wordt teruggedraaid wat betekent dat hij per direct niet-uitvoerend bestuurder is van Centric. Het overige, oftewel het al dan niet toewijzen van een onderzoek, wordt behandeld op een nader te bepalen datum. To be continued…
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Wilt u nou meer weten over een enquêteprocedure of andere vennootschapsrechtelijke procedures? Neem dan contact op met onze specialisten.