Raad van State accepteert dynamische verwijzing

Sinds 29 november 2014 mag een gemeentelijke bouwverordening geen stedenbouwkundige voorschriften meer bevatten. In de Reparatiewet BZK (Stb. 2014, 458) is bepaald dat bestemmingsplannen die vanaf 29 november 2014 vastgesteld worden, zelf moeten voorzien in deze normen. Daarnaast is op 1 november 2014 in het Besluit ruimtelijke ordening opgenomen dat het is toegestaan om in een bestemmingsplan te verwijzen naar beleidsregels, waarvoor geldt dat deze gedurende een bestemmingsplan kunnen wijzigen en daar geen beroep tegen kan worden ingesteld

Datum:  21 november 2016

Gewijzigd  14 november 2023

Leestijd:  +/- 2 minuten

Sinds 29 november 2014 mag een gemeentelijke bouwverordening geen stedenbouwkundige voorschriften meer bevatten. In de Reparatiewet BZK (Stb. 2014, 458) is bepaald dat bestemmingsplannen die vanaf 29 november 2014 vastgesteld worden, zelf moeten voorzien in deze normen. Daarnaast is op 1 november 2014 in het Besluit ruimtelijke ordening opgenomen dat het is toegestaan om in een bestemmingsplan te verwijzen naar beleidsregels, waarvoor geldt dat deze gedurende een bestemmingsplan kunnen wijzigen en daar geen beroep tegen kan worden ingesteld.

In de praktijk rees daarmee de vraag of de Afdeling akkoord zou gaan met een in het bestemmingsplan opgenomen verwijzing naar beleidsregels over stedenbouwkundige voorschriften. Het was namelijk vaste jurisprudentie dat een dergelijke ‘dynamische’ verwijzing tot de wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening rechtsonzeker was en niet was toegestaan. Dit is in de praktijk met name relevant voor de toepassing van parkeernormen, aangezien die normen voorheen via de bouwverordening onderdeel waren van art. 2.10 Wabo, waarin het toetsingskader voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning (activiteit bouwen) is opgenomen.

De Afdeling heeft in haar uitspraak van 9 september jl. (ECLI:NL:RVS:2015:2837) over een dergelijke ‘dynamische’  verwijzing duidelijkheid gegeven. De Afdeling oordeelt dat een verwijzing naar beleidsregels onder voorwaarden volstaat. In deze uitspraak geeft de Afdeling een spoorboekje – overigens uit eigener beweging – hoe een dergelijke verwijzing vorm dient te worden gegeven.

De Afdeling geeft aan dat in het bestemmingsplan kan worden opgenomen dat bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning de regel geldt dat voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd waarbij voldoende betekent dat wordt voldaan aan de normen in de desbetreffende beleidsregels en dat indien deze beleidsregel gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging daarvan.

Voornoemde uitspraak betekent dat de Afdeling de dynamische verwijzing accepteert, mits deze op voldoende duidelijke wijze in het bestemmingsplan is opgenomen. Overigens kunnen beleidsregels ook van toepassing zijn op een enkele wijziging van het gebruik, zodat ook enkel bij het wijzigen van gebruik (zonder dat daarvoor vergunningsplichtige bouwactiviteiten nodig zijn), een andere parkeernormen gaat gelden.

Voor een bouwplan, waar een bestemmingsplan geldt dat voor 29 november 2014 is vastgesteld, kan tot 1 juli 2018 nog getoetst worden aan de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening

Quickscan bestemmingsplan

Wilt u zelf duidelijkheid of uw bouwplan past binnen het bestemmingsplan? Voor een vaste prijs onderzoeken onze specialisten de mogelijkheden. Klik hier voor meer informatie over onze Quickscan bestemmingsplan.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.