Invordering dwangsom alleen mogelijk als een last overtreden kan worden

Handhavingskwesties zijn er in vele soorten en maten. Vaak gaat het om de vraag of al dan niet terecht een last onder dwangsom wordt opgelegd en of de inhoud van de opgelegde last wel klopt. Zie daarover ook een eerdere blog. Maar ook als een last terecht wordt opgelegd betekent dat nog niet dat invordering van dwangsommen ook rechtmatig is.Een uitspraak van de Afdeling van 26 juni 2019 is ook zeker het signaleren waard. Les uit deze uitspraak (hoe simpel het misschien ook klinkt): Als een last onder dwangsom niet (meer) overtreden kan worden zijn verbeurte en invordering ook niet aan de orde.

Datum:  27 juni 2019

Leestijd:  +/- 2 minuten

Handhavingskwesties zijn er in vele soorten en maten. Vaak gaat het om de vraag of al dan niet terecht een last onder dwangsom wordt opgelegd en of de inhoud van de opgelegde last wel klopt. Zie daarover ook een eerdere blog. Maar ook als een last terecht wordt opgelegd betekent dat nog niet dat invordering van dwangsommen ook rechtmatig is.

Een uitspraak van de Afdeling van 26 juni 2019 is ook zeker het signaleren waard. Les uit deze uitspraak (hoe simpel het misschien ook klinkt): Als een last onder dwangsom niet (meer) overtreden kan worden zijn verbeurte en invordering ook niet aan de orde.

Wat was er aan de hand?

In deze procedure is er een omgevingsvergunning aangevraagd voor het omzetten van een kantoorruimte naar 89 appartementen op de eerste tot en met de zestiende verdieping van een kantoorgebouw in Leiden.

Uit de uitspraak blijkt dat, vooruitlopend op vergunningverlening, al een start is gemaakt met verbouwingswerkzaamheden. Een bouwinspecteur is vervolgens het pand komen inspecteren. Hij constateerde dat de appartementen op de zesde tot en met negende verdieping al nagenoeg waren gerealiseerd en dat ook met de bouw van de overige verdiepingen een aanvang was genomen.

Ook werd geconstateerd dat er inmiddels door een verhuurmakelaar werd geadverteerd met de verhuur van de appartementen.

Preventieve last onder dwangsom

Het college ziet in deze omstandigheden aanleiding om de eigenaar van het pand, tevens aanvrager van de omgevingsvergunning, een preventieve last onder dwangsom op te leggen.

Zo’n last kan worden opgelegd als een gevaar voor overtreding klaarblijkelijk dreigt. Anders gezegd: als een overtreding met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk zal gaan plaatsvinden. Die overtreding bestaat er in dit geval uit dat het (verbouwde) pand zonder vergunning voor een woonfunctie zal worden verhuurd.

Het college gelast dan ook dat het pand niet in gebruik mag worden gegeven ten behoeve van woondoeleinden tot

  1. de aangevraagde omgevingsvergunning is verleend;
  2. de uitvoering hiervan is gereedgemeld en
  3. de bouwwerkzaamheden zijn afgeschouwd.

Als de pandeigenaar niet voldoet aan deze last, wordt een dwangsom van € 75.000,00 verbeurd.

Nieuwe aanvraag, oorspronkelijke aanvraag ingetrokken

Uit de uitspraak blijkt dat de pandeigenaar, enkele dagen nadat hij de preventieve last opgelegd heeft gekregen, een nieuwe aanvraag heeft ingediend.

In overleg met de coördinator Omgevingsvergunningen van de gemeente Leiden heeft hij de oorspronkelijke aanvraag (waar de last op was gebaseerd) vervolgens ingetrokken.

Nieuwe toezichtscontrole leidt tot invordering dwangsom

Een paar weken later wordt het pand opnieuw door een toezichthouder bezocht. De toezichthouder constateert tijdens het bezoek dat er twee appartementen worden bewoond, welke bevindingen door hem in een constateringsrapport worden vastgelegd.

Dat betekent volgens het college dat de pandeigenaar een dwangsom van € 75.000,00 heeft verbeurd.

Last kan niet worden overtreden, dwangsom kan niet worden verbeurd

De Afdeling deelt de conclusie van het college niet. Zij volgt daarbij echter niet het oordeel van de rechtbank, die eerder oordeelde dat aan het rapport van de toezichthouder de nodige gebreken kleefden, waarmee het college de overtreding volgens de rechtbank niet had aangetoond.

De Afdeling doet het met een ‘eenvoudige’ (juridische) redenering af. De Afdeling constateert namelijk dat het voor de pandeigenaar na de intrekking blijvend onmogelijk is geworden om aan de last te voldoen. Reden daarvoor: de oorspronkelijk gedane aanvraag voor de verbouwing lag er immers niet meer. En daar was de last onder dwangsom aan gekoppeld.

Volgens de Afdeling had het op de weg van het college gelegen om de last aan te passen, mede omdat de intrekking ‘mede op instigatie’ van de coördinator Omgevingsvergunningen is ingetrokken. Dat is echter niet gebeurd.

Eenvoudige conclusie van de Afdeling: op het moment dat de toezichthouder constateerde dat de appartementen werden bewoond kon de last niet meer worden overtreden. De oorspronkelijke aanvraag was op dat moment namelijk al ingetrokken. Verbeurte van dwangsommen – en daarmee invordering – is volgens de Afdeling dan ook niet meer aan de orde.

Conclusie

Ook als er terecht een last onder dwangsom wordt opgelegd, zal een daarop volgende invorderingsbeschikking altijd scherp moeten worden beoordeeld. De belangrijkste vraag is daarbij altijd: is er wel een last overtreden? Is dat niet het geval zet de Afdeling door zo’n besluit een dikke streep.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.