Aan de hand van de ESG-criteria (Environmental, Social & Governance) neemt de duurzaamheidswetgeving op nationaal en internationaal niveau toe. De ESG-criteria zijn van zichzelf abstract, maar worden nader uitgewerkt in de komende wetgeving. Ondernemingen worden bijvoorbeeld op grond van de CSRD-richtlijn verplicht om duurzaamheidsrapportages op te stellen. De richtlijn die in deze blog centraal staat is de Corporate Sustainbility Due Diligence-richtlijn, oftewel de “CSDD-richtlijn”. De definitieve tekst van deze richtlijn moet nog worden goedgekeurd, maar de hoofdlijnen zijn bekend. In deze blog zal Jan Willem van Aken kort ingaan op de verplichtingen die de CSDD-richtlijn bevat en wat die voor invloed gaan hebben op de inhoud van commerciële contracten.
Datum: 04 juli 2024
Gewijzigd 04 juli 2024
Geschreven door: Jan Willem van Aken
Leestijd: +/- 4 minuten
De CSDD-richtlijn gaat verder dan de CSRD-richtlijn en vereist een actieve inspanning van grote ondernemingen om negatieve effecten van hun eigen bedrijfsactiviteiten, hun dochtermaatschappijen en hun ketenpartners (zoals producenten en leveranciers) op mens en milieu te voorkomen. Niet alleen grote ondernemingen worden aan deze verplichtingen onderworpen; ook de kleinere ondernemingen die onderdeel uitmaken van de waardeketen van de grote ondernemingen. Onderling zullen de ondernemingen hierover afspraken moeten maken. Hoe gaan die eruitzien? Om een antwoord op die vraag te formuleren, wordt eerst ingezoomd op de verplichtingen die de CSDD-richtlijn met zich brengt.
De CSDD-richtlijn verplicht grote ondernemingen tot gepaste zorgvuldigheid. Onderdeel van de gepaste zorgvuldigheid is dat van grote ondernemingen wordt verwacht dat zij de impact van haar eigen bedrijfsactiviteiten en tevens die van haar dochtermaatschappijen en ketenpartners in kaart brengt, monitort en zoveel mogelijk voorkomt. Dit vereist aanpassingen op strategisch en beleidsmatig niveau, zoals op het gebied van productie, inkoop, verkoop en distributie van goederen. Om de verplichting tot gepaste zorgvuldigheid door te leggen aan ketenpartners, kunnen grote ondernemingen gedragscodes en actieplannen opstellen. De maatregelen en het effect daarvan dienen periodiek te worden geëvalueerd. Verder moeten klachtenprocedures worden opgezet, zodat betrokkenen aan de bel kunnen trekken zodra een onderneming haar verplichtingen uit hoofde van de CSDD-richtlijn schendt. Daarnaast krijgen nationale autoriteiten de bevoegdheid om handhavend op te treden door bijvoorbeeld schendingen te beëindigen, herstelmaatregelen op te leggen of boetes uit te delen.
De verplichtingen uit de CSDD-richtlijn gelden met name voor grote bedrijven met meer dan 1000 werknemers en een wereldwijde omzet van meer dan 450 miljoen euro in het laatste boekjaar waarover een jaarrekening is (of had moeten worden) vastgesteld. Dit is een selecte groep van ondernemingen, maar indirect worden ook ondernemingen van kleinere omvang met de verplichtingen uit de CSDD-richtlijn geconfronteerd. Grote ondernemingen moeten er immers op toezien dat hun ketenpartners zich eveneens conformeren aan de gepaste zorgvuldigheidseisen. Doen de kleinere ondernemingen dit niet, dan is het zelfs mogelijk dat de grote ondernemingen de banden met deze kleinere onderneming moet verbreken. Dit betekent dat de ook de kleinere ondernemingen, weliswaar indirect via de grote ondernemingen, zoveel mogelijk nadelige effecten op mens en milieu moeten beperken. Naar verwachting zal de duurzaamheidswetgeving zich verder uitbreiden, zodat steeds meer ondernemingen hiermee te maken krijgen.
De Europese Commissie zal naar verwachting uiterlijk binnen 30 maanden na de inwerkingtreding van de CSDD-richtlijn modelcontracten ter beschikking stellen, zodat de ondernemingen aan hun gepaste zorgvuldigheidsverplichting kunnen voldoen. Voorlopig zijn de modelcontracten er nog niet. Als de CSDD-richtlijn in werking treedt, verwachten wij de volgende veranderingen in commerciële contracten, zoals algemene voorwaarden of distributieovereenkomsten:
Naast dat ondernemingen binnen niet-afzienbare tijd wettelijk worden verplicht om zich aan de ESG-verplichtingen te committeren, kan het bovendien vanuit commercieel oogpunt interessant zijn om alvast op deze ontwikkeling vooruit te lopen. Door naar buiten kenbaar te maken dat een onderneming ESG hoog in het vaandel heeft staan, kan een onderneming zich onderscheiden van zijn concurrenten en op die manier beleggers en financierders aantrekken.
Tegelijkertijd ligt het gevaar voor ‘greenwashing’ op de loer. Dit zijn ondernemingen die zich duurzamer voordoen dan zij in feite zijn door bijvoorbeeld informatie weg te laten, misleidende beloftes te doen, overdrijven of het verspreiden van onwaarheden. Dit gebeurt lang niet altijd met opzet, maar opzet of niet: greenwashing is verboden en kan worden gesanctioneerd door de Autoriteit Consumenten & Markt (ACM) of de rechter. Albert Heijn heeft onlangs een tik op de vingers van de ACM gekregen. Albert Heijn claimde namelijk dat zij de ‘meest duurzame supermarkt’ was, maar kon deze claim onvoldoende hardmaken en mocht de claim om die reden niet meer voeren. Daarnaast heeft de rechter geoordeeld dat KLM onrechtmatig heeft gehandeld door consumenten te misleiden met te ‘groene’ reclames over vliegen en het klimaat.
Laat het onze specialisten weten als u meer informatie wenst over de CSDD-richtlijn of advies nodig heeft bij het opstellen van commerciële contracten gelet op de komende ESG-verplichtingen. Wij helpen u graag!