Hoge Raad over WHOA: geen verplichting voor financiers tot nieuwe kredietverstrekking onder gewijzigde voorwaarden

Op 25 oktober 2024 verscheen een belangrijke uitspraak van de Hoge Raad over de grenzen van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). De vraag waar de Hoge Raad zich in deze uitspraak over buigt, is of een financier op basis van de WHOA verplicht kan worden om aan de schuldenaar nieuw krediet te verstrekken, of om krediet te blijven verstrekken onder niet volledig opgenomen faciliteiten, onder voorwaarden die ten nadele van de financier afwijken van de bestaande financieringsafspraken. Paula Röttjers en Reinier Pijls nemen jullie mee door deze uitspraak en bespreken het oordeel van de Hoge Raad in deze blog.

#WHOA
#herstructurering

Datum:  05 november 2024

Gewijzigd  05 november 2024

Geschreven door:  Reinier Pijls en Paula Röttjers

Leestijd:  +/- 4 minuten

Feiten

In deze casus speelt scheepsbouwer IHC Merwede Holding B.V. (IHC) de hoofdrol. IHC heeft een complexe financieringsstructuur waarbij negen banken, waaronder Rabobank, gezamenlijk financiering hebben verstrekt. Via een Senior Facilities Agreement (SFA) hebben deze banken, de Secured Lenders, IHC toegang gegeven tot een kredietfaciliteit van in totaal €950 miljoen. Onderdeel van deze SFA is een Revolving Facility (doorlopend krediet).

IHC belandt in financieel zwaar weer en start een WHOA-traject. Op 2 februari 2023 legt zij namens zichzelf en de rechtspersonen die met haar een groep vormen, een (groeps-)akkoord voor aan de Secured Lenders, waarin wordt voorgesteld om de kredietruimte te verlagen naar €503 miljoen en enkele onderdelen van de SFA aan te passen. Kort gezegd worden de Secured Lenders onder het akkoord verplicht om eerder overeengekomen kredietruimte die nog niet was benut, aan IHC ter beschikking te stellen onder voorwaarden die ten nadele van de financiers afwijken van de bestaande financieringsovereenkomst.

Homologatie 

De Secured Lenders zijn voor de stemming over het akkoord voor hun onderscheiden rechten ingedeeld in zeven klassen. Zes van de Secured Lenders hebben voor het akkoord gestemd. Rabobank en een andere bank hebben tegen het akkoord gestemd. Eén bank heeft zich van stemming onthouden. Per saldo hebben alle klassen op de voet van art. 381 lid 6 Fw vóór het akkoord gestemd. 

IHC heeft de rechtbank verzocht het akkoord te homologeren. Rabobank heeft meerdere bezwaren aangevoerd en heeft verzocht hethomologatieverzoek af te wijzen. Rabobank stelt onder andere dat de WHOA niet de mogelijkheid biedt om schuldeisers bij een akkoord verplichtingen op te leggen. 

De rechtbank wijst het verzoek van Rabobank af en homologeert het akkoord. Met de homologatie is het akkoord bindend voor alle schuldeisers, inclusief de tegenstemmende banken. De rechtbank overweegt bij haar beslissing onder andere dat de WHOA in beginsel toelaat dat een akkoord ertoe leidt dat financiers worden verplicht op basis van (voorafgaand aan het akkoord) bestaande kredietfaciliteiten in de toekomst te blijven financieren. Tegen dit vonnis van de rechtbank staat geen rechtsmiddel open voor de betrokken partijen (art. 369 lid 10 Fw). 

De weg naar cassatie

Het vonnis van de rechtbank is gepubliceerd in de NJ en JOR, met een noot van Verstijlen en Van de Wakker. Beiden zijn het niet eens met het oordeel van de rechtbank. Volgens hen gaat het hier niet om een wijziging van rechten van schuldeisers als bedoeld in art. 370 lid 1 Fw, maar om een wijziging van een verplichting van schuldeisers, door een verandering van de voorwaarden waaronder die verplichting bestaat.

Volgens Procureur-Generaal Snijders roept dit de vraag op of het oordeel van de rechtbank juist is. Rechtsmiddelen om dit aan een hogere rechter voor te leggen, zijn onder de WHOA uitgesloten. De wetgever heeft hiervoor gekozen om een snelle en definitieve rechterlijke beslissing bij homologatie te waarborgen. De enige manier waarop het homologatievonnis aan de Hoge Raad kan worden voorgelegd, is via een cassatieberoep in het belang der wet. Hoewel deze vorm van cassatie (helaas voor Rabobank) géén gevolgen heeft voor de door partijen verkregen rechten uit het vonnis van de rechtbank, biedt het wél duidelijkheid over een juridisch vraagstuk dat van algemeen belang is. Daarom is het voor de rechtspraktijk zeer nuttig dat de Hoge Raad uitspraak gedaan heeft.

Er zitten grenzen aan de WHOA

Het antwoord van de Hoge Raad op het cassatieberoep is helder: de WHOA kan niet worden ingezet om financiers te verplichten nieuwe kredietmiddelen beschikbaar te stellen op basis van gewijzigde voorwaarden. Dit betekent dat een akkoord binnen de WHOA bestaande rechten van schuldeisers kan wijzigen – zoals betalingsuitstel of gedeeltelijke kwijtschelding – maar géén geheel nieuwe of zwaardere verplichtingen mag opleggen die de bestaande financieringsovereenkomst aanzienlijk wijzigen.

De Hoge Raad oordeelt dat de WHOA flexibiliteit biedt, maar dat deze flexibiliteit niet onbegrensd is. Het no creditor worse off-principe vormt de basis voor dit oordeel: een akkoord mag geen voorwaarden afdwingen waardoor schuldeisers slechter af zijn dan in een faillissementssituatie. Dit betekent dat aanpassing van bestaande verplichtingen mogelijk is, zolang de schuldeiser niet in een nadeligere positie terechtkomt. De WHOA biedt dus geen carte blanche voor herstructureringen ten koste van schuldeisers. 

Wat betekent dit voor de praktijk?

Deze uitspraak schept een belangrijk precedent voor de WHOA-praktijk. Financiers en andere schuldeisers kunnen nu met zekerheid stellen dat de WHOA hen niet kan dwingen tot het verstrekken van nieuw krediet of om krediet te blijven verstrekken onder niet volledig opgenomen faciliteiten onder gewijzigde voorwaarden. Dit versterkt de rechtspositie van financiers in WHOA-trajecten.

Deze uitspraak bevestigt daarnaast dat vrijwilligheid en instemming belangrijke pijlers zijn van een geslaagde WHOA. De WHOA blijft een krachtig instrument voor bedrijven in financiële nood, maar de mogelijkheden die het biedt om tegenstemmende schuldeisers te binden, zijn zeker niet onbegrensd. Een herstructurering blijft een evenwichtsoefening, en deze uitspraak brengt dat opnieuw scherp in beeld.


Blijf scherp

Heeft u vragen over de WHOA of behoeft u advies over herstructureringen? Neem gerust contact met op met onze specialisten.  

Contact

Meer over dit onderwerp: