Al eerder schreef Heleen Wessel-Krijger over de contractuele bancaire zorgplicht. Voor een concrete invulling daarvan spelen de feiten en omstandigheden van het geval een rol. In de uitspraak die wordt besproken in deze blog, staat de vraag centraal of Rabobank haar zakelijke klanten kan verplichten een bitcoinportefeuille te liquideren op grond van het gewijzigde beleid van de bank. Het hof oordeelt dat de bank onzorgvuldig handelt door een cliënt met een beroep op het beleid van de bank te verplichten afstand te doen van een bitcoinportefeuille, omdat anders de bankrelatie wordt opgezegd. De Hoge Raad sluit zich vervolgens tevens aan bij dit oordeel van het hof. Heleen zal in deze blog ingaan op de uitspraak van het hof.
Datum: 30 september 2024
Gewijzigd 16 januari 2025
Geschreven door: Heleen Wessel-Krijger
Leestijd: +/- 4 minuten
Wat was er aan de hand? Rabobank heeft een groep van vennootschappen in de boeken die zich richten op de ontwikkeling van nieuwe technologie voor efficiënter werken en duurzaam leven, zoals het papierloos maken en digitaliseren van (overheids)instanties. Vanaf 2013 wordt er onderzoek gedaan naar cryptomunten en mining daarvan. Ook worden er bitcoins ge- en verkocht. Later gaat één van de vennootschappen zich richten op de ontwikkeling van blockchain: de technologie achter onder meer de bitcoin.
Rabobank heeft in 2013 en 2016 onder meer twee rekening-courantovereenkomsten gesloten. In juli 2019 voert zij een intern cliëntonderzoek uit naar de groep. Daaruit volgt dat een groepsvennootschap bitcoins bezit. Het interne beleid van Rabobank voor virtuele valuta houdt in dat zakelijke klanten geen virtuele valuta kunnen verhandelen of aanhouden. Onder verwijzing naar de verplichtingen voor de bank in de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) om dit strikte beleid te voeren voor (de handel in) virtuele valuta voor ondernemingen, stelt Rabobank dat alle bitcoins binnen drie maanden verkocht moeten worden. Gebeurt dit niet dan moet zij de bancaire relatie met de groep beëindigen.
De bitcoins worden binnen drie maanden verkocht, maar in een procedure vorderen de vennootschappen een verklaring voor recht dat de bank in haar zorgplicht tekort is geschoten door ten onrechte te dreigen met de beëindiging van de bankrelatie en dat de bank de schade ter zake moet vergoeden. De rechtbank wijst de vordering van de vennootschappen af, het hof wijst de vorderingen toe.
Rabobank heeft onzorgvuldig en in strijd met haar zorgplicht gehandeld om een zakelijke klanten groep te verplichten de bitcoinportefeuille te verkopen met een beroep op haar interne beleid voor virtuele data. De Wwft vereist dit niet. Het hof heeft voor recht verklaard dat de schade die hierdoor is geleden vergoed moet worden. Wat die schade is, zal in een nadere procedure (of in een schikking) moeten worden vastgesteld.
Deze uitspraak past in de reeks van uitspraken over de vraag of er sprake is van schending van de zorgplicht door een bank bij de opzegging van een bankrelatie, althans de dreiging daarvan. Zeker wanneer het alleen gaat om het sluiten van een bankrekening, zal een bank concreet moeten aangegeven waarom haar belang om een rekening te sluiten zwaarder weegt dan het belang van de klant bij het hebben van een bankrekening, al helemaal als er geen sprake is van grote duidelijke integriteitsrisico’s. Het alleen verwijzen naar een eigen (gewijzigd) beleid, volstaat in die situatie niet.
Overigens heeft de Hoge Raad het beroep van de Rabobank tegen de uitspraak van het hof inmiddels verworpen.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.