Hoewel het aantal faillissementen in 2018 nog altijd historisch laag is, gaan er nog altijd veel retailers (en hun leveranciers) failliet door liquiditeitskrapte en cashflowproblemen. In dit blog stip ik een aantal oorzaken voor cashflowproblemen aan en ga ik nader in op de situatie dat een leverancier failliet wordt verklaard.
Datum: 12 november 2018
Gewijzigd 04 juni 2024
Geschreven door: Erik Jansen
Leestijd: +/- 2 minuten
Het straatbeeld van veel steden verandert nog altijd snel, mensen winkelen lang niet altijd meer in fysieke winkels. Het verdwijnen van grote retailketens uit het straatbeeld gaat gepaard met de opkomst van de concept-stores. De moderne consument wil het gemak van thuiswinkelen, achteraf betalen en het liefst gratis terugsturen. Allemaal voor rekening en risico van de retailer.
Hoewel het aantal faillissementen in 2018 nog altijd historisch laag is, gaan er nog altijd veel retailers (en hun leveranciers) failliet door liquiditeitskrapte en cashflowproblemen. In dit blog stip ik een aantal oorzaken voor cashflowproblemen aan en ga ik nader in op de situatie dat een leverancier failliet wordt verklaard.
Gespannen tijden dus waarbij de cashflow van veel retailers onder druk komt te staan. Door ruime omruiltermijnen voor consumenten en achteraf betalen groeien debiteurenportefeuilles aanzienlijk en dat moet door de retailer worden voorgefinancierd.
Goed debiteurenbeheer is daarom essentieel. Ook factoring kan een oplossing bieden voor (tijdelijke) liquiditeitskrapte; de retailer verkoopt zijn vorderingen op klanten aan een factoringmaatschappij tegen betaling van een fee. Die neemt de incasso vervolgens ter hand. Het nadeel daarvan is dat de retailer nooit 100% van zijn vordering krijgt.
Het probleem zit hem echter vaker nog in afwijkende betalingstermijnen voor leveranciers en klanten. Een uitkomst kan in dat geval zijn dat de retailer afdwingt dat de leverancier dezelfde betalingstermijnen verlangt van de retailer als de retailer van zijn klanten mag verwachten. De ervaring leert dat leveranciers (met name bij kleinere retailers) daar niet snel mee zullen instemmen. De betalingstermijnen worden vaak niet eens uit onderhandeld maar worden vaak als vast gegeven beschouwd, als onderdeel van de algemene leveringsvoorwaarden van de leverancier. Mijn tip aan de retailer is dan ook: ga het gesprek daarover aan!
Aan de andere kant van het spectrum heeft de (lokale) productie ook de nodige klappen op te vangen. Regelmatig zien we nog faillissementen van leveranciers in de retailsector voorbij komen.
Waar moet u rekening mee houden als een leverancier onverhoopt failliet wordt verklaard?
Hieronder ga ik uit van de situatie dat de failliete leverancier nog moest leveren én dat de retailer nog een schuld heeft aan failliete leverancier voor oude leveringen.
De retailer wil graag dat de bestellingen alsnog worden geleverd. Soms is dat mogelijk – bijvoorbeeld – als er veel voorraad grondstoffen, halffabricaat of gereed product aanwezig was bij de failliet leverancier.
In dat geval kan de retailer de curator vragen of hij de overeenkomst na zal komen, “gestand doen” heet dat en staat in artikel 37 van de Faillissementswet. Als de curator de overeenkomst gestand doet, moet hij presteren en de retailer ook (betalen dus). Dat kan in het zicht van een doorstart bijvoorbeeld rendabel zijn omdat zo’n contract waarde heeft.
In veel gevallen is er echter sprake van een zogenaamde (raam)overeenkomst tussen de leverancier en de retailer, waarbij de retailer onbeperkt producten mag bestellen en is het nog onduidelijk of de failliete onderneming wordt doorgestart. Dan zal de curator de overeenkomst niet gestand doen.
De retailer kan in dat geval de overeenkomst (gedeeltelijk) ontbinden. Let daarbij op dat daarmee de verplichting tot betaling van de wél al eerder geleverde producten niet vervalt.
Bij een grote voorraad zal de curator vaak wel bereid zijn om – nadat hij de overeenkomst niet gestand doet - onder de noemer van een nieuwe overeenkomst toch delen uit de voorraad uit te leveren. Let daarbij op dat de curator géén garantie meer zal geven. In sommige gevallen kan de retailer dan korting bedingen.
De schuld aan de failliete leverancier is wel verrekenbaar met de schade die de retailer lijdt als gevolg van de niet gestand doening door de curator (inclusief de weggevallen garanties!). Het is aan de retailer om die schade aan te tonen.
Is sommige gevallen is het dus evenwel denkbaar dat de retailer na verrekening niks meer verschuldigd is aan de failliete leverancier. U zult dan wel een nieuwe leverancier moeten vinden. Als die nieuwe leverancier duurder is, zijn ook die meerkosten als schade in de dienen in het faillissement of te verrekenen met uw schuld aan de leverancier.
Bent u in aanraking gekomen met het faillissement van een leverancier of merkt u dat door de veranderingen in de markt liquiditeitskrapte ontstaat? Ik denk graag met u mee over een oplossing, in sommige gevallen is het zelfs mogelijk om een bestuurder voor uw schade aan te spreken.
Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.